Histoforum      Lesmateriaal      Toetsmateriaal      Vakinformatie      Magazine    

Zak- en slaagregeling 2013

Wanneer ben je geslaagd in 2013?

Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org      

Zak- en slaagregeling 2013

Aanvullende eisen

Sinds enige jaren zijn er aanvullende eisen om te kunnen slagen voor vmbo, havo of vwo. Wat zijn deze nieuwe eisen en wanneer gaan ze in?

1. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 werd de maatregel van kracht dat voor alle vakken op het centraal examen (CE) gemiddeld een voldoende moet worden gehaald. Dit gaat gelden voor leerlingen vmbo, havo en vwo.

2. Eveneens ging in schooljaar 2011-2012 de maatregel gelden dat voor leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg (bb) van het vmbo het schoolexamen (SE) hetzelfde gewicht heeft als het centraal examen, net als havo en vwo.

3. In het schooljaar 2012-2013 is voor leerlingen havo en vwo de maatregel ingaan dat maximaal één 5 als eindcijfer (het gemiddelde van het SE en het CE) mag worden gescoord voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde.
Zie ook deze website

Vmbo

De kandidaat die eindexamen v.m.b.o. heeft afgelegd, is geslaagd indien hij:

1. a. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of

b. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of

c. voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger.

2. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen a, b en c, wordt het eindcijfer van het afdelingsvak of intrasectorale programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg meegerekend als twee eindcijfers.

3. In aanvulling op het eerste lid geldt tevens dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel en in de gemengde en de theoretische leerweg voor het sectorwerkstuk de kwalificatie «voldoende» of «goed» is behaald.

4. In afwijking van het eerste en derde lid, is de kandidaat die eindexamen v.m.b.o. heeft afgelegd ter afsluiting van een leerwerktraject als bedoeld in artikel 10b1 van de wet, geslaagd indien hij zowel voor het vak Nederlandse taal als voor het beroepsgerichte programma het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald. Indien de vakken waarin examen is afgelegd, tezamen een eindexamen vormen van de basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld in artikel 10b van de wet, zijn het eerste tot en met derde lid van overeenkomstige toepassing.

Havo en Vwo

5. De kandidaat die eindexamen v.w.o. of h.a.v.o. heeft afgelegd, is geslaagd:

a.indien hij:

1°. voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald,

2°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald,

3°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, dan wel

4°. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt,

b. indien geen van de eindcijfers van onderdelen, genoemd in het zesde lid, lager is dan 4, en

c. indien de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, zijn beoordeeld als «voldoende» of «goed».

6. Bij de uitslagbepaling volgens het vijfde lid wordt het gemiddelde van de eindcijfers van ten minste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer en het profielwerkstuk en voor v.w.o. ook algemene natuurwetenschappen. Het bevoegd gezag kan daaraan toevoegen:

a. literatuur, als onderdeel van alle afzonderlijke moderne talen, met dien verstande dat indien het bevoegd gezag daartoe niet besluit, literatuur voor de bepaling van de eindcijfers een onderdeel is van het schoolexamen van de desbetreffende taal en literatuur,

b.  klassieke culturele vorming, met dien verstande dat indien het bevoegd gezag daartoe niet besluit, klassieke culturele vorming voor de bepaling van de eindcijfers een onderdeel is van het schoolexamen van Latijnse taal en literatuur en Griekse taal en literatuur,

c. algemene natuurwetenschappen in het h.a.v.o.,

d. bij bijzondere scholen: godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, met dien verstande dat indien het bevoegd gezag daartoe niet besluit, godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs geen onderdeel is van het eindexamen, tenzij Onze Minister daarvoor goedkeuring heeft verleend met toepassing van artikel 11, eerste lid, onder c, artikel 12, eerste lid, onder c, of artikel 13, eerste lid, onder c.

7. Indien het bevoegd gezag toepassing geeft aan de tweede volzin van het zesde lid, wordt in het examenreglement, bedoeld in artikel 31, vermeld welk onderdeel of welke onderdelen worden toegevoegd.

8. De directeur bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het zesde lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond.

9. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag is vastgesteld, maakt de directeur deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 51 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 51, eerste lid, geen toepassing vindt.

Bron: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voortgezet-onderwijs/vraag-en-antwoord/wanneer-ben-ik-geslaagd-voor-het-eindexamen-havo-of-vwo.html

web analytics
 

Copyright:  Albert van der Kaap, 2013