artikelen over geschiedenis didactiek

Aantekeningen bij de Culturele Revolutie

In zes hoofdstukken geeft Jef Abbeel een schematisch overzicht van de Chinese (anti) Culturele Revolutie.

Chinese (anti-)Culturele Revolutie.

 Aanloop (1942/49 -1965)

Al in 1942 (Sch., p. 167) had Mao het doodvonnis uitgesproken over het intellectuele leven in zijn “Toespraken over kunst en literatuur” : het kritische intellect moest vernietigd worden. Wang Sje-wei, marxistisch theoreticus en docent aan de kaderschool van de partij, uitte in 1942 kritiek op Stalin. Zijn jaloerse collega Chen Boda/ Tsjen Po-ta en Mao veroordeelden hem tot 5 jaar luciferdoosjes maken in een fabriek. Dan werd hij in 1947 vermoord. (Sch., 164-165).

Vanaf de machtsovername in 1949, werden er monumenten uit het rijke verleden afgebroken en werd alle klassieke literatuur verboden (behalve voor Mao zelf).

In 1959 droeg Mao zijn functie van staatshoofd over aan Liu Shaoqi (tot 1967). Liu was afkomstig van welgestelde boeren, hij gaf de boeren weer een stukje grond. Een deel van de opbrengst moesten ze afstaan, de rest mochten ze zelf verkopen op de marktjes. China bloeide weer op. Mao was jaloers (Zhai, p. 69).


In 1963 beschuldigde Mao alle vormen van kunst dat ze “feodaal, kapitalistisch en vuil” waren. Opera, theater, volkskunst, beeldende kunst, dans, film, literatuur, poëzie, … waren ineens allemaal fout.


In februari 1964 moesten alle zangers, dichters, schrijvers, toneelschrijvers uit de steden verbannen worden en wie niet opstapte, kreeg geen eten meer.


In juni 1964 sprak Mao tot het Pan-Chinese congres van Schrijvers en Kunstenaars en zei dat intellectuelen de gevaarlijkste aanhitsers van het revisionisme waren. Madame Mao steunde hem hierbij in haar rede van juli 1964 over de hervorming van de opera, maar het duurde tot 1967 voordat haar rede gepubliceerd werd. Toen nam ze ook wraak op de wereld van cultuur, film en theater, omdat ze haar vernederd hadden.

 

Mao klaagde ook dat zijn bevelen om tempels en oude graven te vernietigen, te traag uitgevoerd werden.




 

  •  

    u