artikelen over geschiedenis didactiek

Verschillend, of toch niet?

Vragen in het geschiedenisexamen hebben een heel verschillende vorm. Zo moeten leerlingen iets uitleggen, een conclusie onderbouwen of aantonen dat een uitspraak al dan niet juist is. Maar zijn deze vragen wel zo verschillend?

.

De ene vraag is de andere niet, of misschien toch wel

Word-versie

 

Vwo-examen 2014 - eerste tijdvak

 

Kijk je echter wat nauwkeurig naar de vraagstelling dan kun je constateren dat er bij zeer veel vragen eigenlijk het zelfde wordt gevraagd. Zo kun je in het vwo-examen 2014 15 van de 30 vragen herschrijven als vragen waarbij de leerlingen een stelling moeten onderbouwen met behulp van elementen uit een bron en/of hun eigen kennis.


2. Aan deze vragen kun je de voorwaarden ontlenen waaraan je moet voldoen om deel te mogen nemen aan het bestuur in Athene. Deze voorwaarden waren bedoeld om de Atheense democratie te beschermen.


Voorwaarden om deel te mogen nemen aan de Atheense democratie waren bedoeld om de Atheens democratie te beschermen.


Uit de rest van de vraag blijkt dat de leerlingen twee voorwaarden uit de bron moeten halen en deze op basis van eigen kennis moeten toelichten.


4. Een conclusie: Uit dit bronfragment kun je concluderen dat de val van het Romeinse Rijk wordt veroorzaakt door zowel politieke als militaire ontwikkelingen binnen het Romeinse Rijk.


Uit dit bronfragment kun je concluderen dat de val van het Romeinse Rijk wordt veroorzaakt door zowel politieke als militaire ontwikkelingen binnen het Romeinse Rijk.


De leerling moet telkens met een element uit de bron aangeven waardoor de politieke onrust en de militaire verzwakking plaatsvindt.


5. Missionarissen die Europa willen kerstenen, zoeken vaak de koning van een gebied op om hem te bekeren.

 

Missionarissen die Europa willen kerstenen, zoeken vaak de koning van een gebied op om hem te bekeren.

 

Leerlingen moeten uit twee bronnen een motief hiervoor noemen.


8. Een bewering: Uit de bron blijkt dat koning Lodewijk IX streeft naar centralisatie.

 

Uit de bron blijkt dat koning Lodewijk IX streeft naar centralisatie.


9. De verklaring van Jean Bodin voor de stijging van de prijzen illustreert een kenmerkend aspect van de zestiende eeuw.


De verklaring van Jean Bodin voor de stijging van de prijzen illustreert een kenmerkend aspect van de zestiende eeuw.


11. Uit de bron blijkt dat de autoriteiten van Delft aanhangers zijn van de Reformatie.


De autoriteiten van Delft aanhangers zijn van de Reformatie


12. Leg uit dat Thomas Paine een rationeel optimist is.


Thomas Paine is een rationeel optimist.


13. Uit dit testament kun je concluderen dat Lodewijk XVI hoopt dat het absolutisme blijft bestaan in een verlichte vorm.


Lodewijk XVI hoopt dat het absolutisme in een verlichte vorm blijft bestaan.


14. Leg uit dat Fenna niet gezien kan worden als voorloper van het feminisme.


Fenna is geen voorloper van het feminisme.


15. Bij deze bron kun je drie conclusies trekken:


1 Bismarck doet niet mee met het modern imperialisme.
2 Dit gesprek past bij de Duitse alliantiepolitiek.
3 Een gesprek met deze politieke strekking zal na de troonsbestijging van Wilhelm II niet meer voorkomen.


1 Bismarck doet niet mee met het modern imperialisme.
2 Dit gesprek past bij de Duitse alliantiepolitiek.
3 Een gesprek met deze politieke strekking zal na de troonsbestijging van Wilhelm II niet meer voorkomen.


22. Van deze gebeurtenissen kun je zeggen dat ze niet hebben geleid tot duurzame vrede.


Deze gebeurtenissen hebben niet geleid tot duurzame vrede


23. Leg uit dat Cloyd Sweigert met zijn cartoon verwijst naar de werkwijze van Stalin in Europa na de Tweede Wereldoorlog en laat zien dat de prent aansluit bij het uitgangspunt van de Trumandoctrine.


- Cloyd Sweigert verwijst met zijn cartoon naar de werkwijze van Stalin in Europa na de Tweede Wereldoorlog.
- De cartoon van Cloyd Sweigert sluit aan bij het uitgangspunt van de Trumandoctrine.


25. Een bewering: Deze toespraak van rechter Kaufman bij de veroordeling van het echtpaar Rosenberg is een voorbeeld van McCarthyisme.


Deze toespraak van rechter Kaufman bij de veroordeling van het echtpaar Rosenberg is een voorbeeld van McCarthyisme.


27. Een interpretatie: Chroesjtsjov wil met deze beschrijving van Stalin zijn eigen machtspositie verbeteren.


Chroesjtsjov wil met deze beschrijving van Stalin zijn eigen machtspositie verbeteren.


28. Sommige historici beweren dat deze toespraak heeft bijgedragen aan het uitbreken van de Hongaarse Opstand.


Deze toespraak heeft bijgedragen aan het uitbreken van de Hongaarse Opstand.



  • u