inleiding opdracht werkwijze bronnen beoordeling reflectie docent


Antigone

werkwijze
 

 

In het programmaboekje moet in ieder geval het volgende aan de orde komen, maar uiteraard mag je er zelf zaken aantoevoegen:

  • Een inleiding op het Griekse toneel, waarin je in ieder geval duidelijk maakt wat de verschillen waren tussen komedies en tragedies en wat de oorsprong was van de tragedie. Besteed ook aandacht aan de betekenis van toneel voor de Grieken (ongeveer 0,5-1 A4-tje). 

  • Beschrijf hoe een opvoering van een toneelstuk er in de klassieke oudheid waarschijnlijk heeft uitgezien. Besteed in ieder geval aandacht aan de rolverdeling, de kleding van de spelers en het decor en het Griekse theater. (maximaal 1 A4-tje)

  • Een samenvatting van of inleiding op de Antigone.

  • Bedenk een aardige vormgeving voor het programmaboekje en hou er rekening mee dat bezoekers de informatie direct voorafgaand aan de voorstelling moeten kunnen lezen. Het boekje moet dus niet te omvangrijk zijn en illustraties/schema's/kaartjes enz. zorgen vaak voor makkelijk en snel toegankelijke informatie. 

               Lord Leighton, 1882 Antigone