home inleiding opdracht werkwijze bronnen beoordeling reflectie docent


Fritz Behrendt, politiek tekenaar
 

bron 1
bron 2

bron 3
bron 4

bron 5
bron 6

bron 7
bron 8

bron 9
bron 10

bron 11
bron 12

bron 13
bron 14

bron 15
bron 16
bron 17




De werkwijze
 

Voer je onderzoek uit aan de hand van onderstaande opdrachten. Werk deze uit in een werkdossier. Handhaaf in dit werkdossier de volgorde van onderstaande opdrachten.

Opdracht 1

Geef een korte, voor je onderzoek adequate, omschrijving van het politieke begrip 'rechts'. Leg je omschrijving voor aan de docent.

Klik hier voor een artikel over links en rechts in de politiek

Opdracht 2

Bestudeer de bronnen op deze pagina en bepaal welke spotprenten je nodig hebt voor het beantwoorden van de deelvraag: 'Welke houding neemt Behrendt aan ten aanzien van het communisme?'

Noteer de nummers van deze bronnen in je werkdossier.

Leg je keuze van bronnen voor aan de docent.

Opdracht 3

Zoek nog twee spotprenten van Behrendt die je helpen bij het beantwoorden van de deelvraag.

Plak kopieën van deze prenten in je werkdossier.

Opdracht 4

Werk deze deelvraag uit. Noteer je bevindingen per bron in je werkdossier. Gebruik dit artikel over het analyseren van spotprenten.

Opdracht 5

Bestudeer de gegeven bronnen en bepaal welke bronnen je nodig hebt voor het beantwoorden van de deelvraag: 'Welke houding neemt Behrendt aan ten aanzien van het fascisme?'

Noteer de nummers van deze bronnen in je werkdossier.

Leg je keuze van bronnen voor aan de docent.

Opdracht 6

Zoek nog twee spotprenten van Behrendt die je helpen bij het beantwoorden van de deelvraag.

Plak kopieën van deze prenten in je werkdossier.

Opdracht 7

Werk deze deelvraag uit. Noteer je bevindingen per bron in je werkdossier. Maak gebruik van het stappenplan voor het analyseren van beeldbronnen in de Kijkwijzer.

Opdracht 8

Bestudeer artikel 1 en artikel 2 over Fritz Behrendt en beantwoord de deelvraag: 'Bestaat er een relatie tussen het wereldbeeld van Behrendt en zijn eigen geschiedenis?'

Schrijf je bevindingen in je werkdossier.

Opdracht 9

Presenteer de resultaten van je onderzoek in een schriftelijk verslag of in een mondelinge presentatie.

Zowel bij een schriftelijke als een mondelinge presentatie moet je de volgende indeling aanhouden:

a Inleiding (waarin de onderzoeksvraag aan de orde wordt gesteld)

b Betoog (aan de hand van de antwoorden op de deelvragen)

c Conclusie

Werk de gekozen presentatievorm uit.

* Bij een schriftelijke presentatie neem je het verslag op in je werkdossier.

* Bij een mondelinge presentatie moet je de voorgenomen werkwijze in het werkdossier kort beschrijven

Opdracht 10

Het is mogelijk dat bepaalde onderdelen van je onderzoek minder goed gingen. Misschien had je het onderzoek ook efficiënter kunnen uitvoeren. Om van je fouten te kunnen leren moet je zicht hebben op het leerproces.

Formuleer daarom wat goed en wat slecht ging bij het onderzoek. Je kunt dit evaluatieformulier gebruiken.

Dit onderdeel van het onderzoek wordt bij de beoordeling betrokken. De hoogte van de score wordt bepaald door de mate waarin je hebt nagedacht over de gevolgde werkwijze.