Bron
In 1991 wordt hoog in de Alpen bij een gletsjer een bevroren, goed geconserveerd lichaam van een man gevonden, die de naam “Ötzi de gletsjermummie” krijgt. Uit onderzoek blijkt dat de man rond 3000 v. Chr. Tijdens een tocht door de bergen is omgekomen en dat zijn lichaam direct daarna in het ijs is ingevroren:
Toelichting
Bij zijn lichaam worden onder andere aangetroffen:
• een aantal voor een deel onafgewerkte pijlen. Slechts twee vuursteenpijlen hadden een punt en waren bruikbaar. De twaalf andere waren nog niet klaar;
• een bijl van koper, met berkenteer en leren riemen vastgezet in een steel van taxushout;
• hertenleren schoenen gevuld met hooi.
In zijn ingewanden worden de resten van zijn laatste maaltijden gevonden: edelhertenvlees, eekhoorn en brood of pap van een tarwesoort.
Gebruik de bron.
Op grond van deze vondsten kom je tot de volgende bewering: Ötzi behoorde waarschijnlijk tot een landbouwsamenleving.
2p Ondersteun deze bewering met twee aanwijzingen uit de bron.