home digitale didactiek lesmateriaal ict en geschiedenis contact


Digitale Vakdidactiek Geschiedenis
 

 Inleiding
 Digitale Didactiek
 3.1 Inleiding
 3.2 Beamer en Smartboard
 Informatievaardigheden
 5.1 Inleiding
 5.2 Webquests
 5.3 Wiki's
 5.4 Eigen leerstof
 5.5 Publiceren
 5.5.1 Website
 5.5.2 Storytelling
 Elo
 7.1 Speelfilms
 7.2 Filmmateriaal
 7.3 DVD's
 7.4 Praktische Opdracht
 8.1 Weblogs

 

 

 

 

 

 

4. Informatievaardigheden

Nog maar 4% van de scholieren gebruikt boeken uit de bibliotheek voor hun schoolopdrachten. Uitgeverij Malmberg heeft dat in 2006 laten onderzoeken. De overgrote meerderheid (87%) van de jongeren tussen 12 en 17 zoekt informatie op het internet. Voor de meeste docenten zal dit geen verrassende uitkomst zijn. Geregeld hoor je de verzuchting dat het werken aan onderzoeksopdrachten is gereduceerd tot 'googelen'.

Impliciet gaat men er daarbij van uit dat leerlingen in staat zijn efficiënt en effectief gebruik te maken van internet,  dat zij beschikken over informatie geletterdheid. De moderne leerling is, om nog meer eens een andere term te gebruiken, mediacompetent. De werkelijkheid ziet er, helaas, vaak heel anders uit.

1. Eenmaal op het net aangekomen raken leerlingen namelijk vaak heel snel het zicht op het doel kwijt. Aangemoedigd door allerlei links op een pagina, fladderen zij van de ene naar de andere site en weten al snel niet meer waarnaar zij eigenlijk op zoek zijn. Dit wordt wel het butterfly defect (vlindergedrag) genoemd. 

2. Een tweede probleem is dat leerlingen door de ongelooflijk grote hoeveelheid, ongeordende, informatie op internet slechts zelden snel terecht komen op voor hun onderzoek relevante sites. 

3. Uit eerder genoemd onderzoek blijkt bovendien dat jongeren zelden of nooit checken of de info die ze van internet halen wel klopt. Het beoordelen van de betrouwbaarheid van de aangeboden informatie is ook bepaald geen sinecure.

Er is dan ook alle reden om op school gericht en geregeld aandacht te besteden aan informatievaardigheden, waarbij creativiteit en reflectie twee sleutelbegrippen zijn. 

Er is dan ook alle reden om op school gericht en geregeld aandacht te besteden aan informatievaardigheden, waarbij creativiteit en reflectie twee sleutelbegrippen zijn. 

Wanneer is iemand informatievaardig?

‘Ultimately, information literate people are those who have learned how to learn. They know how to learn because they know how knowledge is organized, how to find information, and how to use information in such a way that others can learn from them. They are people prepared for lifelong learning, because they can always find the information needed for any task or decision at hand.
(American Library Association 1989)

Iemand is informatievaardig indien hij in staat is zijn informatiebehoefte te onderkennen, deze informatiebehoefte om te zetten in een zoekvraag, vervolgens de relevante informatiebronnen kan kiezen en raadplegen, de hiervoor benodigde informatietechnologie te beheersen en vervolgens in staat is de gevonden informatie te selecteren, te evalueren, te verwerken en zo nodig verder te verspreiden.

In schema:

Bron: Uit Boekhorst et al, 2004.

De American Association of School Librarians heeft een standaard gepubliceerd voor effectief internet gebruik.

Standaard voor effectief internet gebruik

  1. De leerling zoekt efficiënt en effectief informatie

    Indicatoren

De leerling:
  • herkent de behoefte aan informatie;
  • weet dat juiste en volledige informatie de basis is voor verstandige besluitvorming;
  • formuleert de juiste vragen bij de informatiebehoefte;
  • selecteert geschikte informatiebronnen;
  • ontwikkelt en gebruikt succesvolle zoek strategieën.
  1. De leerling beoordeelt informatie kritisch en deskundig

    Indicatoren
De leerling:
  • bepaalt juistheid, relevantie en volledigheid;
  • houdt feit, mening en perspectief uit elkaar;
  • herkent onjuiste en misleidende informatie;
  • selecteert informatie die bijdraagt aan de beantwoording van de vraag op de oplossing van het probleem.
  1. De leerling gebruikt informatie juist en creatief 

    Indicatoren

De leerling:

  • organiseert de informatie voor praktische toepassing;
  • integreert de informatie in de eigen kennis;
  • gebruikt de informatie voor kritisch denken en probleem oplossen;
  • produceert en communiceert de informatie in de geschikte vorm.

Bronnen

Stappenplannen informatievaardigheden

Op Histoforum staat voor leerlingen van de basisschool, het vmbo en havo/vwo een stappenplan 'informatie zoeken en gebruiken' waarin deze standaard is uitgewerkt. Door gebruik te maken van dit stappenplan leert de leerling efficiënt en effectief gebruik te maken van de op internet beschikbare informatie en deze te beoordelen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid.

De Australiër Brian Armour heeft een heel aardige powerpoint presentatie om de werking van het stappenplan (dat in het Engels Big6 wordt genoemd) te illustreren, Bright Bird. Op Histoforum staat een Nederlandse vertaling.

Aanleren van informatievaardigheden

Voor het aanleren van informatievaardigheden zijn twee dingen naar mijn mening van groot belang:

1. Informatievaardigheden moeten niet aangeleerd worden als aparte vaardigheden los van de vakken.

2. Als het einddoel moet zijn dat leerlingen bij het doen van onderzoek automatisch alle stappen doorlopen is het goed om, onderweg naar dat einddoel, opdrachten te ontwerpen waarin leerlingen zich kunnen focussen op een of enkele van de stappen.

Om de informatievaardigheden te oefenen of te testen kunt u (in leerjaar een en/of twee)gebruik maken van een opdracht waarbij leerlingen heel concreet zowel informatie verzamelen als deze ordenen en toetsen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid. Zie bijvoorbeeld de opdracht over De Guillotine of de internetgidsen op Histoforum:

Aanleren van onderzoeksvaardigheden

Leg docenten drie vormen van begeleiding voor: productgerichte begeleiding (aanreiken delen van onderzoeksontwerp), procesgerichte begeleiding (geven van aanwijzingen) of begeleiden van de samenwerking en de kans is groot dat zij de eerste twee als het meest effectief beschouwen.
Promotieonderzoek van Joris Veenhoven (Begeleiden en beoordelen van leerlingonderzoek: een interventiestudie naar het leren ontwerpen van onderzoek in de tweede fase bij aardrijkskunde) heeft echter aangetoond dat het verstandig is meer waarde te hechten aan de begeleiding van de samenwerking. Leerlingen die bij het samenwerken werden begeleid gingen op een productieve manier met elkaar is discussie tijdens de praktische
opdrachten. En juist deze discussie is een belangrijke voorwaarde voor het leren ontwerpen van onderzoek.

Bron: Didaktief, jaargang 35, nummer 1-2, januari/februari 2005 of het proefschrift van Joris Veenhoven.

Andere sites over informatie zoeken en verwerken

 

Copyright © 2007 Albert van der Kaap