Histoforum

    Borodino

laatste wijziging: 11-08-2012

 

Lesmateriaal

Toetsmateriaal

Magazine

De slag bij Borodino

Uit: Adam Zamoyski, 1812. Napoleons fatale veldtocht naar Moskou, Amsterdam, Balans, 2005.

1. Napoleons gezondheidstoestand 

“Napoleon denkt dat hij een militair genie is. Iedereen zegt het al jaren en hij gelooft het. Als hij morgen wint, zal men zeggen: “Zie je wel, hij is geniaal.” Als hij verliest zal het klinken: “Hij was niet in goeden doen, hij had een kou in het hoofd en kon niet zuiver nadenken.” ”  

(Koetoezov tot prins Andrei, de vooravond van de slag bij Borodino, in de BBC-televisiereeks uit 1972 War and Peace.) 

Was Napoleon ook maar enigszins in zijn gebruikelijke vorm geweest, dan zou hij Koetoezov ongetwijfeld verpletterd en het Russische leger vernietigd hebben. Koetoezov had volkomen passieve stellingen ingenomen die hem weinig manoeuvreerruimte boden en die ontsierd werden door de kwetsbare plek ten zuiden van de Rajevsky-redoute. Hij had het probleem verergerd door zijn rechtervleugel, door Napoleon duidelijk genegeerd, te sterk te bemannen en zijn kwetsbare linkervleugel ernstig onderbezet te laten. Gelukkig voor hem zou Napoleon de waarschijnlijk poverste prestatie uit zijn militaire loopbaan leveren. 

De keizer was ook druk bezig geweest het terrein te verkennen. Hij zat om twee uur 's morgens in het zadel. In het gezelschap van een stoet stafofficieren had hij de schans bezichtigd die de vorige nacht was veroverd en reed toen de hele stelling langs, waarbij hij enkele keren afstapte om verschillende punten van de Russische linie door zijn verrekijker te bestuderen. Hij kon geen voldoende helder beeld krijgen en maakte, zoals later zou blijken, een aantal verkeerde veronderstellingen omtrent het terrein. Hij kwam pas om negen uur die morgen terug bij zijn tent en zat de volgende paar uur over kaarten en getallen gebogen.

Hij voelde zich ziek. Hij had kougevat en dit had een aanval van dysurie versneld, een blaasaandoening waar hij van tijd tot tijd aan leed. De voorafgaande nacht had hij zijn lijfarts, dokter Mestivier, bij zich geroepen en die stelde vast dat Napoleon een gemene hoest had en moeilijk ademde. Plassen ging alleen met veel pijn en de urine kwam met druppels die dik waren van het bezinksel. Zijn benen waren opgezet en zijn pols was koortsig. Constant, de lijfknecht van de keizer, noteerde dat zijn meester aanvallen van rillingen had en klaagde over misselijkheid. Anderen vielen soortgelijke klachten op en iedereen om hem heen zag dat hij de drie kritieke dagen van 5, 6 en 7 september niet lekker was. 

Adam Zamoyski, 1812. Napoleons fatale veldtocht naar Moskou, Amsterdam, Balans, 2005, p. 236-237. 

2. Helse ouverture 

Om zes uur openden de Franse kanonnen het vuur, de Russen antwoordden en toen bijna duizend kanonnen hun ladingen uitspuwden, kwam het de aanwezigen, en zelfs degenen die al gevechtservaring hadden, voor of de hel was losgebarsten. Velen gaf het geluid een gevoel van opluchting. 'Toen we het geluid van de kanonnen hoorden, ging er een golf van vreugde door het hele leger,' volgens sergeant Bourgogne van de Veliten van de Garde. Hij had geluk, want de Garde was buiten bereik en vanwaar hij stond had hij een mooi uitzicht op het bombardement. Het slagveld was zo compact dat de meeste mannen konden zien wat er gebeurde. De Franse kanonnen bestookten de Russische posities, vooral de aarden schansen, en joegen wolken stof op dat zich vermengde met de rook van de verdedigende kanonnen tot iets dat er uitzag als een grote, kolkende zee. De Rajevski-redoute met zijn achttien kanonnen die vuurden zo snel ze konden, deed sommige toeschouwers denken als een uitbarstende vulkaan en er werden poëtische vergelijkingen met de Vesuvius gemaakt. 

Voor degenen die het bombardement moesten ondergaan was er niets poëtisch aan. De meeste troepen, Russen en Fransen, bevonden zich binnen het bereik van de vijandelijke kanonnen en lagen onder vuur terwijl ze klaar stonden om het gevecht in te gaan. Er regenden drie soorten projectielen op hen neer: kogels, granaten en kartetsen. De kanonskogel was een massieve ijzeren bol met een gewicht van drie tot twintig pond. Granaten bestonden uit een dikke stalen huls gevuld met een explosief dat door een lont tot ontbranding werd gebracht. De granaat kon ontploffen nadat hij in de vijandelijke gelederen of boven hun hoofd was terechtgekomen en in beide gevallen vlogen puntige scherven van de huls alle kanten op. De kartets, ook bekend als de schrootgranaat of schrapnel, was een soort enorme geweerpatroon die uit de mond van het kanon kwam als een hagel van ijzeren kogels van een paar centimeter in doorsnee. 

De oude soldaten bleven stil staan kijken naar de kanonskogels die door de lucht vlogen of over de grond hun kant op sprongen. Om hun moreel op te vijzelen lachten de Russen om de militiesoldaten die probeerden voor de projectielen weg te duiken - volgens de veteranenwijsheid had dat geen zin, omdat op iedere kogel toch al iemands naam was geschreven. Veteranen moesten de rekruten er ook op wijzen dat ze hun voet niet moesten uitsteken om te proberen wat een matte kanonskogel leek, tegen te houden wanneer die voorbij rolde, want die onschuldig lijkende voorwerpen konden je toch nog een been kosten. De spanning en de angst konden vreselijk zijn als ze zagen hoe mannen die naast hen stonden in tweeën werden gereten. Toen het bevel kwam om in actie te komen, was het gevoel van opluchting zo groot, dat veel soldaten zich dringend moesten ontlasten, met als gevolg een komische stormloop om neer te hurken ter zijde van de voorwaarts denderende colonnes. 

De Delzons-divisie van het legerkorps van prins Eugène, samengesteld uit Franse en Kroatische infanteristen, opende de gevechten door de vooruitgeschoven jagers van de Gardecavalerie weg te vagen die de helft van hun manschappen verloren in die korte actie, en bezette het dorp Borodino. Twee andere divisies van prins Eugène staken de Kolotsja over, drongen de Russische infanterie terug met de kreten' Viva Italia!', afkomstig van de Toscanen en de Piëmontezen, en 'Vive l' Empereur!', maar ze lieten zich zo meesleuren door hun enthousiasme dat ze in de greep kwamen van een tegenaanval en werden teruggeworpen over de rivier. Toen begonnen ze een nieuwe aanval voor te bereiden. 

Ondertussen had Davout twee divisies ingezet tegen de zuidelijkste flèches van Bagration, nadat die eerst door een artilleriebombardement van een half uur murw gebeukt waren. Generaal Compans raakte gewond toen hij zijn divisie naar de aarden wal leidde, maar zijn mannen wisten de schans toch te bezetten en generaal Desaix zette zijn troepen in ter ondersteuning. Verder naar het zuiden drong Poniatowski de divisie van Toetsjkov terug en bezette het dorp Oetitsa. 

Adam Zamoyski, 1812. Napoleons fatale veldtocht naar Moskou, Amsterdam, Balans, 2005, p. 244-245. 

3. Verbeten strijd bij de Rajevsky-redoute 

Het duurde tot kort na twee uur die middag voordat de Fransen zich begonnen te groeperen voor een algemene aanval op de Rajevsky-redoute. Terwijl zo'n tweehonderd kanonnen de schans en de artilleristen erbinnen bestookten, stelde prins Eugène drie infanteriedivisies op, die van Gérard, Broussier en Morand uit het korps van Ney. Kort voor drie uur dreunde de Franse infanterie in dichte colonnes het talud op, een grote zee van blauw, afgezien van de witte uniformen van een bataljon Spanjaarden uit het regiment van Joseph Bonaparte. Ze kregen gezelschap van twee eenheden zware cavalerie die aan beide zijden optrokken, het 3de Korps van Grouchy links, op de rechterflank het 4de van Latour-Maubourg en het 2de van Montbrun (nu onder bevel van generaal Auguste de Caulaincourt, een jongere broer van de diplomaat). De ruiterij ging in draf en haalde de optrekkende infanterie in, op weg naar de linker flank van de redoute en het terrein erachter. 

Op kolonel Franz von Meerheimb van het Saksische Zastrow-regiment maakte de knappe Latour-Maubourg een absurd jongensachtige indruk in zijn schitterende uniform, veel te jong om leiding te geven aan die massa ruiters. Maar toen ze bij de redoute aankwamen, trok hij hen met veel bravoure mee in de aanval en ze stroomden, met een boog om de wallen heen, de schans binnen, sommigen door de openingen aan de achterkant, anderen over de grachten die al vol lagen met Franse en Russische lijken en de verpulverde aarden borstweringen. De Saksen en de Polen van de kurassiersdivisie van generaal Lorge waren het eerste binnen, gevolgd door de kurassiers van Caulaincourt, de dappere jonge commandant die dood neerstortte toen hij vlak bij de redoute was. Als ze over de borstweringen heen kwamen, werden ze onthaald op een salvo musketvuur en doken ze in een haag bajonetten. Als ze dood of gewond neervielen, kwamen hun kameraden, vertrapten de kronkelende massa gewonde mannen en paarden en de verdedigers probeerden vergeefs hen tegen te houden. 

Kolonel Griois van Grouchys artillerie volgde het tafereel uit de achterhoede en kon zich nauwelijks bedwingen toen hij de glinsterende helmen van de kurassiers in de redoute zag. 'Het zou moeilijk zijn over te brengen wat we voelden toen we getuige waren van dit schitterende wapenfeit, wellicht zonder weerga in de militaire analen der volkeren. Ieders beste wensen vergezelden hen en we zouden graag de helpende hand hebben geboden aan die cavaleristen die we over greppels zagen springen en tegen de wallen opklauteren, onder een regen van kartetsgranaten en van alle kanten steeg een gebrul van vreugde op toen ze de redoute overmeesterden.  

'Ruiters en voetsoldaten, in de greep van een moordzuchtige razernij, slachtten elkaar binnen de redoute af in een volstrekt ordeloze slachtpartij,' schreef Meerheimb. Terwijl de ruiters inhakten op de infanterie en de kanonniers die de redoute verdedigden, stroomde de Franse infanterie over de borstweringen en algauw was alle verzet gedoofd. Het was halfvier. De cavalerie van Grouchy was het gebied achter de redoute binnengestormd, gevolgd door andere Franse eenheden, om te ontdekken dat Barclay een tweede verdedigingslinie had ingericht, ongeveer achthonderd meter achter de schans. De cavalerie bleek machteloos tegen de Russische infanterie, die zich in carrés had opgesteld. 

Barclay leidde zelf de verdediging in deze sector, rustig en beheerst als altijd, een baken in de storm, volgens een stafofficier. Maar hij gaf ook blijk van een roekeloosheid die bij sommigen de indruk wekte dat hij een heldendood zocht. Hij had zijn reservecavalerie laten aanrukken, maar kwam tot de ontdekking dat Koetoezov die, zonder hem te waarschuwen, ergens anders heen had gestuurd. Niettemin wist hij voldoende cavalerie bijeen te krijgen om een tegenaanval te lanceren en algauw was het hele gebied een wervelende mêlee van ruiters die van dichtbij op elkaar inhakten. De Fransen lieten zich terugvallen op de lijn van de schans en door het terrein voor hen continu te bestoken, zorgde de artillerie van Barclay ervoor dat ze zich niet verder naar voren waagden. 

Volgens Clausewitz liep de strijd wat de Russen betrof nu 'op zijn laatste benen' en hoefden de Fransen alleen nog maar de coup de grâce uit te delen om de overwinning zeker te stellen. Maar die genadeklap bleef uit. De kanonnade ging door, de beide ruiterijen botsten opnieuw in het centrum op elkaar en in het zuiden dreef Poniatowski met een laatste aanval de Russen terug tot achter Oetitsa. De lucht was inmiddels betrokken en er begon een koude motregen te vallen. Om ongeveer zes uur zwegen de kanonnen toen de Russen zich ongeveer een kilometer terugtrokken. Napoleon besteeg moeizaam zijn paard en ging de resultaten in ogenschouw nemen. 

Hij reed de helling af vanwaar hij de strijd de hele dag gevolgd had. Beneden was de grond bedekt met matte musketkogels en kartetsschroot als met hagelstenen na een noodweer. Terwijl zijn paard zijn weg zocht tussen de overblijfselen van mensen, paarden en uitrustingsstukken, zag hij wat een generaal omschreef als 'het meest weerzinwekkende tafereel' dat hij ooit had waargenomen. Omdat het grootste deel van de slachting het werk was van de artillerie, was de grond bedekt met verminkte lijken met uitpuilende ingewanden en afgehakte ledematen. Gewonden probeerden zich onder dode mannen en paarden uit te worstelen, of sleepten zich naar een plek waar ze hulp hoopten te vinden. Gewonde paarden die zelf overeind probeerden te komen vermorzelden hen. 'Sommige dieren zag je toch overeind staan terwijl hun ingewanden eruit hingen, het hoofd diep gebogen, en hun bloed doordrenkte de grond; of ze strompelden moeizaam voort op zoek naar gras, onder zich flarden tuig meeslepend, uitgestulpte ingewanden of een gebroken poot; of ze lagen plat op hun zij en tilden van tijd tot tijd hun hoofd op om naar hun gapende wonden te kijken,' herinnerde een Belgische lansier zich. 

Adam Zamoyski, 1812. Napoleons fatale veldtocht naar Moskou, Amsterdam, Balans, 2005, p. 253-255. 

4. Na de slachting 

De Rajevsky-redoute was een gruwel voor het oog. 'De redoute en het gebied eromheen boden een aanblik erger dan de ergste gruwelen waarvan je zou kunnen dromen,' volgens een officier van het Wisla-Legioen dat als versterking van de aanvalstroepen was ingezet. 'Naderingswerken, grachten en de wallen zelf gingen schuil onder een berg van doden en stervenden, gemiddeld zes tot acht man op elkaar gestapeld.' De Russische verdedigers die binnen in het gelid gesneuveld waren, leken als met een zeis neergemaaid. 

De Russische gewonden lagen stoïcijns te wachten op de dood of probeerden zich vrij te worstelen, de Fransen riepen om hulp of smeekten om een kogel om hen uit hun lijden te verlossen. 'Ze lagen boven op elkaar, zwemmend in plassen van hun eigen bloed, kreunend en vloekend terwijl ze smeekten om de dood,' volgens kapitein Von Kurz. Sommigen konden zich nog over de grond slepen, in de hoop hulp te vinden of ten minste een slok water. 'Anderen probeerden alleen maar weg te komen, in de hoop te ontsnappen aan de dood door weg te vluchten van de plek waar die in al zijn gruwelijkheid heerste,' in de woorden van Raymond Faure, de arts verbonden aan het Iste Cavaleriecorps. 

Soldaten zwierven afzonderlijk rond en doorzochten de knapzakken en tassen van de doden, op zoek naar een korst brood of een druppel sterke drank. Anderen stonden of zaten per eenheid bij elkaar, verdwaasd en onzeker over wat ze nu moesten doen. 'Rond de adelaars zag je de overgebleven officieren en onderofficieren met een paar soldaten, nauwelijks genoeg om de vlag te beschermen,' herinnerde de Comte de Ségur zich. 'Hun uniformen waren gescheurd in de felle strijd, zwart van het kruid en bevlekt met bloed; en toch, in deze lompen, te midden van deze ellende, van dit onheil, straalden ze nog steeds trots uit en wisten er zelfs bij het zien van de keizer een paar hoera's uit te brengen; maar die waren spaarzaam en klonken geforceerd, want in dat leger dat inzicht paarde aan het vermogen tot enthousiasme, probeerde iedereen zich een beeld te vormen van de algehele situatie.' Officieren en manschappen waren getroffen door het geringe aantal krijgsgevangenen en ze wisten dat je de schaal van de overwinning kon aflezen aan het aantal gevangenen, kanonnen en standaarden dat was buitgemaakt. ‘Het aantal doden getuigde eerder van de moed van de overwonnenen dan van de schaal van de overwinning.’ 

Napoleon reed terug naar zijn tent die naar voren was gebracht en neergezet op het slagveld, vlak bij de plek vanwaar hij het bevel had gevoerd. Hij schreef aan Marie-Louise en vertelde haar dat hij de Russen had verslagen en stuurde instructies aan de bisschoppen van Frankrijk om als dank voor de overwinning Te Deurns te laten zingen. Berthier en Davout kwamen met hem dineren, maar hij at weinig en maakte een zieke indruk. Ze waren het er allemaal over eens dat ze een beslissende overwinning hadden behaald, maar er was geen sprake van de gebruikelijke opgetogenheid.  

Adam Zamoyski, 1812. Napoleons fatale veldtocht naar Moskou, Amsterdam, Balans, 2005, p. 255-256. 

5. Het grootste bloedbad in een eeuw. 

Het was de grootste slachting in de geschiedenis geweest, pas in 1916 overtroffen, op de eerste dag van de slag aan de Somme. Het is niet moeilijk te zien hoe dat kwam. Twee enorme legers waren samengetrokken in een heel klein gebied. Volgens één bron vuurde de Franse artillerie 91.000 schoten af. Volgens een andere waren dat er maar zestigduizend, terwijl de infanterie en de cavalerie 1,4 miljoen musketschoten afvuurden, maar zelfs dan levert dat een gemiddelde op van honderd kanonschoten en 2300 musketschoten per minuut. 

De Russen hadden hun troepen in de diepte opgesteld, zo'n honderd passen achter elke linie bevond zich een volgende. Dit was ongetwijfeld hun redding, want iedere keer wanneer de Fransen door een linie heen braken, stonden ze voor een nieuwe muur van soldaten en slaagden ze er niet in een beslissende doorbraak te forceren. Maar het betekende wel dat het hele Russische leger, inclusief de reserve-eenheden, de hele dag binnen het bereik van de Franse kanonnen lag. Prins Eugène van Württemberg noteerde bijvoorbeeld dat een van zijn brigades in een halfuur 289 man verloor, ofwel tien procent van de sterkte, terwijl ze als reserve stonden te wachten. 

Napoleon had niet zo'n goede reden gehad om veel van zijn reserves, en bijna zijn hele cavalerie, binnen het bereik van het vijandelijke geschut op te stellen. Het IIde Chasseurs à Cheval van kapitein Hubert Biot lag uren onder vuur en verloor een derde van zijn manschappen en paarden, zonder dat het deelnam aan de gevechten. Een regiment van de Württembergse cavalerie verloor achtentwintig officieren en 290 van zijn 762 manschappen, meer dan veertig procent van de sterkte. 

Berekeningen van de Russische verliezen variëren van 38.500 tot 58.000 man, maar de meest recente schattingen stellen het aantal op rond de 45.000, onder wie negenentwintig generaals, van wie er zes sneuvelden, onder wie Bagration die stierf aan zijn beenwond, Toetsjkov en Koetaisov. Maar als de bewering van Koetoezov dat hij de volgende dag 45.000 man op de been kon brengen voor de slag waar is, dan moeten de verliezen veel hoger geweest zijn. De Franse verliezen beliepen 28.000 man, onder wie achtenveertig generaals, van wie er elf sneuvelden. In het voorjaar van 1813 zouden de Russische autoriteiten die het slagveld opruimden, 35.478 paardenkarkassen begraven. 

De Russische verliezen waren fnuikend. Het leger had niet alleen een groot aantal manschappen verloren, maar in wezen de helft van zijn gevechtskracht - de doden en gewonden waren voor het overgrote deel afkomstig uit de linieregimenten, niet uit de militietroepen of de kozakken. Naar verhouding waren veel van de gesneuvelden hogere officieren. Het gevolg was dat complete eenheden niet meer operationeel waren. Het dertienhonderd man sterke Sjirvansk-regiment was tegen drie uur geslonken tot zesennegentig manschappen en drie lagere officieren. Van de divisie van Vorontsov van vierduizend man en achttien hoofdofficieren meldden zich die avond slechts driehonderd man en drie officieren op het appèl. De complete divisie van Neverovski kon niet meer dan zeven honderd man op de been brengen. Haar 50ste Regiment Jagers was teruggebracht tot veertig man; van het Odessa-regiment was een luitenant de enige overlevende officier, van het Tarnopol-regiment een sergeant-majoor. 'Mijn divisie bestaat nauwelijks meer,' schreef Neverovsky de volgende dag aan zijn vrouw. 

De Franse verliezen waren in vergelijking lichter, de meeste eenheden verloren niet meer dan tien tot twintig procent van hun sterkte, en weliswaar was een aantal uitstekende generaals en hogere officieren uitgevallen, maar dankzij het promotiesysteem zou het geen probleem zijn hen te vervangen. Er waren verse troepen onderweg van Parijs en dus zou het niet erg moeilijk zijn de gaten in de gelederen te vullen. Toch waren de verliezen van het Franse leger in strategisch opzicht veel belangrijker dan die van de Russen, want Napoleon had bijna zijn hele cavalerie vernietigd. 

Adam Zamoyski, 1812. Napoleons fatale veldtocht naar Moskou, Amsterdam, Balans, 2005, p. 260-262.

Jos Martens