home digitale didactiek lesmateriaal ict en geschiedenis contact


Historische begrippen

 

 

 

 

 

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y   

A

Absolutisme
Het absolutisme is een regerinsgvorm waarbij alle ambten binnen de staat uiteindelijk ondergeschikt zijn aan het gezag van de vorst. De vorst heeft alle macht die hij vaak ontleend aan het droit divin, het "goddelijk recht" om te regeren. Volgens dit droit divin was de vorst aan niemand anders dan God verantwoording verschuldigd.

Alleenheerser
Iemand die met onbeperkte macht regeert. Wordt ook wel dictator genoemd.

Ambacht
Een ambacht is handwerk dat wordt aangeleerd om een beroep mee uit te oefenen

Ambtenaren
Heel lang in de geschiedenis waren ambtenaren dienaren van een vorst (koning). Pas na de Franse Revolutie werden zijn dienaren van de staat (of een provincie of gemeente).

Annexeren
Een gebied of land al dan niet met militair geweld bij het eigen grondgebied inlijven Anti-semitisme
De haat jegens en de vervolging van Joden. Bepaalde vorm van racisme.

Aristocratie
Aristocratie is een bestuursvorm/regeringsvorm waarbij de heerschappij in handen is van een kleine groep, de zogenaamde aristocraten. Het Nederlandse woord stamt af van de Griekse woorden Aριστεύς/aristos ("beste") en κρατεω/krateo 'heersen, 'regeren'. De rijke mannen die in het oude Griekenland lange tijd de baas waren meenden dat zij het beste in staat waren om te regeren.

Autocratie
Autocratie is een regeringsvorm waarbij onbeperkte macht wordt uitgeoefend door één persoon. Het Nederlandse woord stamt af van de Griekse woorden αὐτός/autos ("zelf") en κρατεω/krateo 'heersen, 'regeren'.

[naar boven]

B

Belasting 
Verplichte bijdrage aan de inkomsten van een vorst, het Rijk, de Provincie of de Gemeente.

Boeren
boeren verbouwen planten en houden vee om in hun levensonderhoud te voorzien

Burger
Een burger is een inwoner van een land. In de middeleeuwen werd het woord burger ook gebruikt als onderscheid tussen iemand die in de stad (burger) woonde en de boeren die op het platteland woorden. Vaak wordt het woord burger gebruikt in verband met rechten en plichten. Zo hadden vrouwen, vreemdelingen en slaven in het oude Griekenland geen brugerrechten.

Burgeroorlog
Een burgeroorlog is een oorlog tussen etnische of religieuze groepen binnen hetzelfde land.leger
een leger is een verzamelde troepenmacht (groep soldaten)

[naar boven]

C

Centralisatie
Centralisatie is machtsuitoefening vanuit een centraal punt in een bestuurlijke eenheid of onderneming, of het streven hiernaar. In een groot deel van de middeleeuwen was er sprake van decentralisatie. Door het leenstelsel, waarbij de koning zijn vazallen erfelijke rechten verleende op aan hun toegewezen land werd de macht van de vorst steeds minder. Geleidelijk begonnen heersers, zoals de Franse koningen, de macht naar zich toe te trekken en te centraliseren. Ook de Habsburgse heersers trachtten centralisatie door te voeren: de reactie van de Nederlandse steden en gewesten hierop vormde een belangrijke aanleiding tot de Tachtigjarige Oorlog.

Christendom
Het christendom is een monotheïstische godsdienst gebaseerd op het leven van Jezus zoals beschreven in het Nieuwe Testament, het tweede gedeelte van de Bijbel. Christenen belijden het geloof in één God. De christenen geloven dat Jezus de zoon van God is en de messias die voorspeld en aangekondigd werd in het Oude Testament.

Constitutie
Wordt ook wel grondwet genoemd. Hierin staan de rechten en plichten van volk en vorst.

Constitutionele monarchie

Monarchie waarbij de macht van de vorst in een grondwet is vastgelegd.

Constitutionele parlementaire monarchie
Een regeringsvorm waarin zowel de macht van de vorst als van het parlement wordt geregeld en beperkt door een grondwet, maar waarin de invloed van het parlement het grootst is.

Cultus
Een cultus is de verering van een bepaalde godheid, voorwerp of idool.

Cultuur
Met cultuur wordt alles bedoeld wat door de samenleving wordt voortgebracht. Cultuur staat tegenover natuur.

[naar boven]

D

Democratie
democratie is een bestuursvorm/regeringsvorm waarin de macht bij het volk ligt. Het Nederlandse woord stamt af van de Griekse woorden δημος/dèmos, 'volk' en κρατεω/krateo, 'heersen', 'regeren'.

Dictator
Iemand die met onbeperkte macht regeert. Wordt ook wel alleenheerser genoemd.

Droit divin
Volgens het droit divin of goddelijk recht was de vorst aan niemand anders dan God verantwoording verschuldigd.

[naar boven]

E

Eerste minister
De eerste-minister, ook premier of minister-president genoemd is de voorzitter van de ministers en dus de leider van het kabinet.

[naar boven]

F

Feodalisme
Het feodalisme, leenstelsel of de feodaliteit (van het Latijnse feudum of leen) is een begrip waarmee een maatschappelijke orde wordt aangeduid. Aanvankelijk werden de lenen door de koning aan aanzienlijken - vooral uit het leger - voor een bepaalde tijd in bruikleen afgestaan. De leenman legde een eed (foedus) af dat hij het gebied in naam van de koning zou regeren en dat hij de koning in geval van oorlog met zijn mannen op het slagveld bij zou staan. De band tussen leenman en leenheer was tweezijdig : enerzijds stonden ze elkaar bij, én in daad én in het zelfbeeld van de feodale heren en leenmannen en anderzijds hadden de edelen een romantische opvatting van hun taak en plicht waarin onvoorwaardelijke trouw en zelfopoffering een grote rol speelden.

Feodum
Leen. Een leenman (vazal) krijgt een stuk grond in leen in ruil voor (militaire) steun aan de leenman die hem het stuk grond in leen heeft gegeven.

[naar boven]

G

Gezag
Gezag is niet hetzelfde als macht. Gezag verwijst naar machtsuitoefening die als legitiem  (wettig) wordt gezien en in de praktijk gevolgd wordt.

  • traditioneel gezag: respect voor traditie en gewoonte
  • charismatisch gezag: persoonlijkheid van de machthebber (bijzondere eigenschappen)
  • rationeel-legalistisch gezag: berust op respect voor de regels

Godsdienst
Onder gosdienst of religie wordt meestal één van de vele vormen van zingeving, of het zoeken naar betekenisvolle verbindingen, verstaan, waarbij meestal een hogere macht of opperwezen centraal staat. In religie zoekt de mens antwoord op vragen rond bestemming, dood, leven, zin van het lijden, doel van de geschiedenis enz. Religie is vaak ook een een poging van de mens het universum en zijn plaats daarin te verklaren, maar ook een reactie van de mens op openbaringen van een hogere macht. In de meeste religies wordt die hogere macht beschouwd als Schepper van het universum.

[naar boven]

H

Heidenen
In het christendom bedoeld men met heidenen de niet-christenen, meer specifiek de ongelovigen of de mensen met een totaal andere godsdienst.
Het is niet zeker waar de naam vandaan komt. Misschien is het de naam van het oorspronkelijke geloof van de bewoners van Noord-Europa: 'Heithni'. Volgens het Etymologisch woordenboek van Jan de Vries (1964) is heiden  een algemeen Germaans woord dat van heide is afgeleid. In het Gotisch bestaat het woord haithnô 'heidense vrouw'. Het woord zou dus eigenlijk betekenen 'de heidebewoner', dus 'de barbaar', 'nog niet bekeerde'. Maar misschien is het ook afgeleid van heide 'gemene mark' en dan kan het oorspronkelijk geweest zijn 'man van de eigen geloofsgemeenschap'. Dan is het woord niet negatief bedoeld, maar juist een afweerwoord der 'heidenen' tegen de christenen.

[naar boven]

I

Invloed
Iemand kan iemand anders iets laten doen. Of iemand invloed heeft hangt bijvoorbeeld af van zijn kennis, gezag of macht. Invloed is ook de uitwerking van een gebeurtenis op iets of iemand.

Islam
De islam is een monotheïstische godsdienst en een van de drie grote(re) zogenoemde Abrahamitische religies. Het Arabische woord islam betekent letterlijk overgave (aan God) of onderwerping en wijst op het fundamentele, religieuze principe dat een aanhanger van de islam (moslim) zich overgeeft aan Gods wil en wetten. Het voornaamste heilige boek voor moslims is de Koran, waarvan zij geloven dat God de tekst via de aartsengel Gabriël aan Mohammed als profeet en boodschapper doorgaf.

[naar boven]

J

Jagers
jagers zijn mensen die wilde dieren (ook vissen) vangen om in hun levensonderhoud te voorzien. De vangsten worden niet alleen gebruikt voor voedsel, maar ook voor kleding, tenten e.d.

Jodendom
Het jodendom is de godsdienst van het Joodse volk en een van de vroegst ontstane monotheïstische godsdiensten. Het heilige boek van de joden is de Tenach (het oude testament van de christenen)

[naar boven]

K

Kerstening
Kerstening (ook wel kerstenen of christianisering genoemd) is het bekeren, vaak massaal, van heidense volkeren tot het christendom. 

Klasse
Karl Marx wordt het lidmaatschap van een economische klasse bepaalt door de mate waarin iemand toegang heeft tot productiemiddelen ("kapitaal"). (zie ook proletariaat)


Klassenstrijd
De klassenstrijd is het conflict tussen verschillende klassen binnen een maatschappij met tegengestelde economische en politieke belangen.

Kolonie
Een kolonie is een vestiging van een deel van een bevolking, buiten het eigenlijke gebied (territorium) van dat volk.

Koninkrijk
Wordt ook wel monarchie genoemd. Een regeringsvorm waarbij een erfelijk vorst aan het hoofd staat

[naar boven]

L

Leenman
Een leenman is iemand die een stuk grond (en leengoed) in leen houdt van zijn leenheer.

Legitimiteit
Wettigheid. Wettelijke basis van een staat om macht uit te oefenen over de burgers.

Het begrip legitimiteit heeft betrekking op de oorsprong van het recht om bijvoorbeeld macht uit te oefenen of te regeren. In de middeleeuwen vond men bijvoorbeeld dat alle macht van god kwam: non est potestas nisi a Deo’. De de absolutistische koningen in bijvoorbeeld Frankrijk vonden dat God hen het recht had gegeven om alle te regeren (droit divin). Tegenwoordig zeggen wij dat de legitimiteit om te regeren komt van het volk.  

[naar boven]

M

Maatschappij
Het begrip maatschappij en het begrip samenleving verschillen niet erg van elkaar. Als we spreken over maatschappij hebben we het vooral over de institutionele, ordenende aspecten van de samenleving: de staat en de staatsapparaten.

Macht
Macht is de invloed die de machthebbende heeft om anderen dingen te laten doen die tegen de belangen van de anderen ingaan. In de politiek is macht de mate waarin invloed wordt uitgeoefend door een persoon of organisatie op een andere persoon of organisatie.

Minister-president
De minister-president, ook eerste-minister of premier genoemd is de voorzitter van de ministers en dus de leider van het kabinet.

Monarchie
Monarchie wordt ook wel koninkrijk genoemd. Een monarchie is een regeringsvorm waarbij een erfelijk vorst aan het hoofd staat.

Monotheïsme
Godsdienst met slechts één god.

[naar boven]

N

Natie
Wat onder het begrip natie moet worden verstaan, is moeilijk op een eenduidige wijze te omschrijven. Meestal zegt men dat de basis van een natie bestaat uit een aantal gemeenschappelijke kenmerken die een eenheidsgevoel creëren. Bijvoorbeeld: de taal, de godsdienst, de cultuur, het ras of de gemeenschappelijke afstamming en vooral de historische lotsverbondenheid of een gemeenschappelijk doorleefd verleden.

Nationalisme
Historisch is het begrip nationalisme een vrij recente term: hij wordt niet gebruikt vóór het einde van de 18de eeuw. Nationalisme betekent dan voor de aanhangers ervan dat elk individu de plicht heeft op te komen voor de verdediging van de natie tegen alles wat haar samenhang zou bedreigen en aan dit ene allesoverheersende belang alle andere belangen ondergeschikt of dienstbaar te maken.

Nomaden
Nomaden (van het Oudgrieks οι νομαδες nomades: herdersvolken, degenen die kudden) zijn mensen of bevolkingsgroepen die geen vaste woon- of verblijfplaats hebben en doorgaans mee met hun vee rondtrekken.

[naar boven]

O

Oligarchie
Oligarchie is een regeringsvorm waarbij de macht in handen is van enkelen uit een bevoorrechte klasse (zoals edelen, regenten, priesters). Het Nederlandse woord stamt af van de Griekse woorden ολιγος/oligos (weinig) en αρχεω (archeo) (heersen, regeren).

Oorlog
Oorlog is een gewapende strijd tussen volkeren of staten. Als etnische of religieuze groepen binnen dezelfde natie met elkaar een gewapende strijd voeren spreekt men van een burgeroorlog. We spreken van oorlog als:

  • het resulteert in minstens 1000 doden op het slagveld (niet meegeteld de indirecte slachtoffers door hongersnood, gebrek aan onderdak en ziekten).
  • het van tevoren is voorbereid, en/of wordt onderhouden door grootschalige sociale organisaties door middelen als rekrutering, training en opstelling van troepen; de aanschaf, opslag en distributie van wapens en munitie.
  • het wordt gewettigd door een opgezette regeringsorganisatie, zodat de moord op grote schaal niet als misdaad maar als plicht wordt gezien.

[naar boven]

P

Parlement
Wordt ook wel Staten-generaal of volksvertegenwoordiging genoemd. Bestaat uit Eerste en Tweede Kamer. In het parlement zitten de democratisch gekozen afgevaardigden van de burgers.

Politiek
Politiek is de manier waarop in een samenleving wordt omgegaan met de belangentegenstellingen van groepen en individuen. Bij het maken van keuzes speelt macht vaak een grote rol.

Premier
De premier, ook eerste-minister of minister-president genoemd is de voorzitter van de ministers en dus de leider van het kabinet.

President
De titel van het staatshoofd in een republiek. 

Priester
een priester(es) is een tussenpersoon tussen God (goden) en de mensen. Het woord is afgeleid van het Griekse presbuteros dat oudste (van de gemeente) betekent.

Proletariaat
In het marxisme is het proletariaat of de arbeidersklasse de klasse in een kapitalistische, industriële maatschappij die uitsluitend van haar arbeid leeft en niet van de winst van een of ander kapitaal. Het woord proletariër komt van het Latijnse woord proles dat kinderen betekent. In de Romeinse oudheid was het enige dat veel mensen in de stad bezaten hun kinderen.

[naar boven]

Q

[naar boven]

R

Regeringsvorm
De regeringsvorm is de manier waarop een land geregeerd wordt. Bijvoorbeeld democratie, aristocratie of autocratie.

Religie
Onder religie wordt meestal één van de vele vormen van zingeving, of het zoeken naar betekenisvolle verbindingen, verstaan, waarbij meestal een hogere macht of opperwezen centraal staat. In religie zoekt de mens antwoord op vragen rond bestemming, dood, leven, zin van het lijden, doel van de geschiedenis enz. Religie is vaak ook een een poging van de mens het universum en zijn plaats daarin te verklaren, maar ook een reactie van de mens op openbaringen van een hogere macht. In de meeste religies wordt die hogere macht beschouwd als Schepper van het universum.

Revolutie
Revolutie is een plotselinge radicale omslag of verandering. Het is daarmee de tegenhanger van evolutie, wat een geleidelijke verandering is. De verandering kan slaan op een plotselinge verandering in de sociale of politieke instellingen, maar ook op een grote culturele of economische omslag. De term zelf komt oorspronkelijk uit de astronomie, waar men ze gebruikte als "omwenteling van hemellichamen".

Rite
Een rite of ritus is een vaststaande, ceremoniële, gewoonlijk godsdienstige handelingceremonie
Een ceremonie is een plechtigheid ter gelegenheid van een belangrijke gebeurtenis. Tijdens een ceremonie worden rituele handelingen uitgevoerd, die vaak strikt vastgelegd zijn.

Ritueel
Een ritueel is een serie (vaste) handelingen van mensen die vaak worden hethaald. Deze handelingen horen bij een bepaalde godsdienst of cultuur.  Het bekenst zijn godsdienstige rituelen.

[naar boven]

S

Samenleving
Een samenleving is een groep mensen die samen een systeem vormen. Relaties tussen de leden van die groep zijn belangrijk.

Sedentair
Een vast woon- of verblijfplaats hebbend.

Soevereiniteit
Soeverein betekent 'hoogste macht' of 'hoogste gezag'. Vroeger was de soeverein bijvoorbeeld de paus of de keizer. Soevereiniteit wordt ook gebruikt om aan te geven waar uiteindelijk het gezag vandaan komt. De macht kan bijvoorbeeld bij het volk vandaan koemen (volkssoevereiniteit) of afkomstig zijn van God (godssoevereiniteit).

Staat
Een staat is een organisatie met een centrale macht in een afgebakend gebied. Deze organisatie beschikt over machtsmiddelen die van toepassing zijn op alle inwoners van het gebied. Bij een staat gaat het dus om een gebied, een bevolking en politieke en wettelijke organisaties.

Staatshoofd
Persoon die in een land (=staat) het hoogste gezag heeft. In een koninkrijk is dit de koning, in een republiek is dit de president.

Staatsinrichting
Op welke manier een staat wordt bestuurd.

Staatsvorm
Bij de staatsvorm van een land moet je denken aan monarchie of republiek. Er zijn staatsvormen met een sterk centraal gezag (zoals Nederland), maar ook staatsvormen met een federaal gezag (bijvoorbeeld de Verenigde Staten).

Standen(maatschappij)
De standenmaatschappij is een maatschappij waarin de bevolking in verschillende groepen is opgedeeld die elk hun eigen rechten en plichten hebben. In de middeleeuwen bijvoorbeeld bestond de bevolking uit de geestelijkheid (eerste stand), adel (tweede stand) en de burgers en boeren (derde stand).

Staten-generaal
Wordt ook wel parlement of volksvertegenwoordiging genoemd. Bestaat uit Eerste en Tweede Kamer. In de Staten-Generaal zitten de democratisch gekozen afgevaardigden van de burgers.

Status
De sociale status is het aanzien (eer, prestige) dat iemand heeft in een in een groep of samenleving.

Suzerein
Een suzerein is een hogere heerser, maar er werd in feite de hoogste heerser mee aangeduid, dwz de koning. Het idee is dat er gestapeld gezag is met aan de top de koning. Het verschil tussen suzerein en soeverein zit in de uitwerking. Een soeverein is niet gebonden aan regels, er is immers geen hogere macht boven de soeverein dan God. God is de enige waaraan de soeverein verantwoording is verschuldigd. Een suzerein echter is slechts de hoogste in een stapeling van macht. Dat wil zeggen dat sommige zaken bij de koning liggen en andere dingen bij anderen. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat als de koning een concrete macht heeft overgedragen aan een ander hij deze niet eigenhandig weer af mag nemen. Een soeverein mag dat wel. Suzereiniteit is als het ware gedeelde en gedelegeerde staatsmacht.  

[naar boven]

T

Tempel
Een tempel is een gebouw waar godsdienstige bijeenkomsten plaatsvinden. Hier kunnen   mensen  'in contact komen' met haar of zijn God of Godin en deze vereren. Vaak gebeurt dit door tussenkosmt van een priester.  Een tempel is vaak ook de woniong van een god of godin.

[naar boven]

U

[naar boven]

V

Vazal
Een vazal is een getrouwe van een koning, hoge edele of geestelijke in de middeleeuwen. Wanneer hij beleend wordt door zijn overste is hij een leenman.

Verkiezingen
Het uitbrengen van stemmen door kiezers op kandidaten voor gekozen organen. Dit kan op twee manieren:

  • directe verkiezingen : de burger kiest direct zijn afgevaardigde (zoals leden van de Tweede Kamer, Provinciale Staten en Gemeenteraad).
  • indirecte verkiezingen: de burger kiest direct afgevaardigden en die kiezen op hun beurt een ander orgaan (de leden van de Provinciale Staten kiezen de leden van de Eerste Kamer).

Voedselverzamelaars
voedzelverzamelaars verzamelen eetbare planten, wortels en vruchten om in hun levensonderhoud te voorzien

Volksvertegenwoordiging
Wordt ook wel Staten-generaal of parlement genoemd. Bestaat uit Eerste en Tweede Kamer. In de volksvertegenwoordiging zitten de democratisch gekozen afgevaardigden van de burgers.

[naar boven]

W

Wet
Een geheel van regels waar men zich in zijn gedrag aan moet houden, of je dat nu leuk vindt of niet.

Wetenschap
De wetenschap houdt zich bezig met opzettelijk en doelgericht onderzoek en verwerving van kennis Vaak wordt daarbij gebruik gemaakt van experimenten.


[naar boven]

X

[naar boven]

Y

[naar boven]

Z

[naar boven]

Copyright © 2008 Albert van der Kaap 

website statistics