Recensies

Home    |    Docent    |    Leerling    |    Recensies  |  Historische links   |   Zoekmachines   |   Contact

   

deel 1   |  deel 2  |  deel 3

   

Breendonk, kroniek van vier jaar lijden (1940–1944)  

   

Breendonk is een bescheiden deelgemeente van Puurs ; het ligt  vlak bij Willebroek, langs  de A-12 Antwerpen – Brussel en Mechelen – Dendermonde, in "Klein-Brabant", nog net in de provincie Antwerpen. Breendonk I was vσσr de 2° W.O. een onderdeel van de  fortengordel rond Antwerpen.

Van  20 september  1940 tot 4 september 1944 fungeerde Breendonk II als SS – werk- en doorgangskamp. Over deze periode verzamelde Jos Vander Velpen  getuigenissen van overlevenden, meestal afkomstig van de processen in Mechelen ( 1946 ) , want de meeste getuigen zijn inmiddels   gestorven. In die archieven berusten verklaringen van ruim 450 ex-gevangenen. Hij ordent ze chronologisch, zodat ze een kroniek per jaar vormen. Hij slaagt erin de verschrikkelijke gebeurtenissen en de pijnlijke verhalen zo levendig en aangrijpend voor te stellen, dat je als lezer het gevoel krijgt dat hij er zelf bij was als reporter ter plaatse. De fictieve dialoogjes versterken deze indruk. Tegelijk krijg je een portret van de daders en de slachtoffers : enerzijds SS-ers en ongenadig collaborerende Vlamingen, Brusselaars, Walen ; anderzijds verzetstrijders, joden, communisten, liberalen, socialisten, katholieken uit alle klassen van de maatschappij. De meeste daders , slachtoffers en de plaats van de barbarij  zelf : van ons eigen volk  dus. Bij de SS-ers hoorde ook de woeste hond van kampcommandant Schmitt, die zware  verwondingen mocht  toebrengen aan de gevangenen. De bekendste Vlaamse  SS-ers  waren sluiswachter Richard De Bodt, uit het nabije Wintam en Fernand Wyss, een Antwerpse worstelaar en mecanicien.Het boek is een waardig eerbetoon aan de slachtoffers van wreedheid, sadisme, uithongering, slavenarbeid. De auteur  schrijft in de tegenwoordige tijd, met dialoogjes onder mensen die  grotendeels al overleden zijn.  

Literair en pedagogisch gezien is dit een meesterwerk. Vanuit historisch standpunt komt het over als een politiek pamflet. De titel verwijst alvast naar een  hedendaagse politieke partij. Verder gaat  de auteur   zozeer op in zijn aanklacht, dat hij sterke verhalen kritiekloos overneemt. Er was b.v. geen tandarts bij de kampbeulen om de gouden kronen weg te halen. De gedetineerden vochten voor hun principes, maar wsch. meer  om te overleven dan "voor onze vrijheid" ( p. 10 ). Van de 4.000 overleefden slechts 1733 de oorlog ( p. 8 ). Dat klopt, maar als je de optelsom maakt, kom je aan circa 750 doden ter plaatse. De anderen kwamen elders om, vnl.  in Duitse werkkampen of in  vernietigingskampen op Pools grondgebied. Er is over Breendonk  inderdaad en helaas nog geen wetenschappelijke monografie verschenen ( p. 9 ) , maar veel meer landgenoten ( ca. 250 )   schreven hun ervaringen op over Breendonk dan over eender welk ander kamp. De auteur had ook mogen vertellen hoe het verder afliep met gefolterde mensen, zowel na de martelingen als na de oorlog. Breendonk was wsch. niet erger dan andere kampen, maar het was veel kleiner, de  bewakers moesten maar een kleine groep terroriseren en het waren grotendeels mensen van hier i.p.v. Duitsers of andere vreemden. Een paar  SS-ers en Vlaamse beulen die zich te beestig gedroegen, werden zelf  ontslagen en  naar een Duits kamp gestuurd. De kaart van die kampen ( p. 4 – 5 ) is moeilijk open te vouwen en ze maakt geen onderscheid tussen concentratie- en vernietigingskampen. Bij deze laatste mis ik Stutthof, Chelmno, Majdanek en Belzek. De correcte spelling  van Duitse eigennamen zoals Kropf , lijkt voor de auteur geen prioriteit. Vander Velpen   eindigt  wanneer de Duitsers de gevangenen evacueren naar andere kampen en ander bewijsmateriaal vernietigen , om het niet in handen van de geallieerden te laten vallen.  Hij verzwijgt dat Breendonk  na de bevrijding omgevormd werd  tot  Breendonk  III : repressie-oord voor echte of vermeende collaborateurs, die door verzetslui ( echte of van het laatste uur ) opgepakt, binnengesleurd, vernederd en mishandeld werden. Op 10 oktober werden de zwarten overgebracht naar de  Mechelse Dossin-kazerne. Van december 1944 tot 31 dec. 1946 sloot de Belgische overheid  dan weer incivieken op in Breendonk, in afwachting van hun proces in Mechelen. Nadien werd Breendonk IV wat het nu is : nationaal monument en museum. Vander Velpen werkt zonder inhoudstafel, noten, bibliografie of register. Een verklarend woordenlijstje met allerlei begrippen uit die tijd zou welkom zijn, zeker voor de jeugd die nu in schoolverband naar Breendonk trekt en het boek hopelijk zal lezen. Wie de complete en wetenschappelijke geschiedenis van het kamp wil kennen, moet nog even wachten tot Breendonk-specialist  Patrick Nefors   in 2004 zijn studie zal publiceren. Laten we ondertussen hopen dat de krachtige aanklacht  van Jos Vander Velpen  veel gelezen zal worden en dat  ze de tienduizenden bezoekers zal leren wat ons volk leed of misdeed en dat herhaling hiervan voorkomen moet worden. 

Referentie

Jos Vander Velpen, En wat deed mijn eigen volk ? Breendonk, een kroniek. Uitgeverij EPO, Berchem, 2003. 238 p.; kaart, tekeningen. ISBN 90  6445 305 5; € 20.

Jef Abbeel, oktober 2003

   

© 1998-2004 Albert van der Kaap, Enschede. Alle rechten voorbehouden.