Siberische strafkampen.

Zona , de titel van dit fotoalbum ( 1 ),  is Russisch ( Siberisch )  dialect  voor gevangenenkamp of werkkamp. Het boek hoort bij de ( gratis ) tentoonstelling in het Gentse Patershol / Caermersklooster ( 4 april – 8  juni 2003 ). Fotograaf Carl De Keyzer ( ° 1958 , Kortrijk ) las in de jaren ’80 “De Goelag Archipel” van Aleksandr  Solzjenytsin. Het onbeschrijfelijke leed, de folteringen en vernederingen  maakten  indruk op hem en op alle lezers. Tussen 1918 en 1956 stierven daar 15 à 30 miljoen mensen. Los daarvan, liet Stalin nog miljoenen Oekraïners  en andere minderheden omkomen van de honger. In 1989 eindigde het Sovjetimperium. De Keyzer beschreef dat in zijn “Homo Sovieticus” / USSR – 1989 – CCCP “ . 

Bijna vijftig jaar na Stalins dood, kreeg De Keyzer toestemming  om tien huidige kampen te bezoeken en onder bepaalde voorwaarden te filmen. Hij verloor wel veel tijd met wachten op visa en  met de trage en moeizame verplaatsingen van het ene kamp naar het andere. Bovendien werd hij in een kamp van actieve tbc - patiënten besmet met passieve tuberculose, zodat hij terug naar huis moest voor een antibioticakuur van een half jaar. Uiteindelijk slaagde hij als eerste erin om  45 kampen te bezoeken, allemaal in de grondstofrijke Siberische regio Krasnojarsk, halfweg de Transsiberische spoorweg. Zakenman en nikkelproducent Aleksandr Chloponin is  er gouverneur sinds oktober 2002 ; zijn voorganger, generaal Lebed,  was in april 2002 omgekomen of door de Siberische maffia omgebracht. Rusland telt momenteel zo’n 970.000 gevangenen. Van hen zitten er 600.000 in 330 kampen, deels in Siberië. Rond Perm, vlak vóór de Oeral, liggen ook 130 kampen. Perm ligt ruim 2.000 km van Moskou, Krasnojarsk 4.140 !  Zie A. van der Graaf ( 2 ), p. 23 + 239 .  Krasnojarsk  werd gesticht in 1628 , langs de Grote Siberische Postweg , de voorloper van de Transsiberische spoorweg. Al sinds 1628 vertoeven er gevangenen. Terug naar het fotoalbum. De Keyzer wou een getrouw beeld van het leven in de kampen, maar dat lukte maar gedeeltelijk  : hij kreeg wel toegang tot slaapvertrekken, refters, douches, fabrieken etc. , maar  grimmige gezichten of echt  pijnlijke dingen  zag hij nooit. Het bevel luidde : enkel positieve aspecten weergeven. In een vrouwenkamp was elke zaterdag disco, maar hij mocht geen foto’s nemen van lesbische koppeltjes. Hij ontmoette ook geen politieke gevangenen, hoewel die er nog altijd zijn, ook onder verlicht despoot Poetin.

De auteur onderscheidt drie soorten kampen :

a) Fabriekskampen in de stad.  Tijdens de 2° W.0 werden hele fabrieken uit Europees Rusland naar hier overgebracht.  De gevangenen repareren  landbouwmachines en  produceren  meubels , houten voorwerpen, schilderijen en  souvenirs om in Moskou etc. te verkopen aan de toeristen.

b) Kampdorpen : op b.v. 600 km van de stad. Ze zijn niet ommuurd of afgesloten. Ontsnappen is niet moeilijk, maar de gedetineerden hebben geen zin om weg te vluchten. Ouderen willen ook na hun termijn niet meer terug. Ze wonen hier in barakken , soms in huizen als het gezin overkomt. Er zijn ook scholen voor de kinderen. De meesten werken op grote boerderijen . Gebouwen en machines zijn verkommerd.

c) Het minst aantrekkelijk zijn de houten kampen, ver weg in het oerwoud. Bezigheid hier : hout kappen, op steeds verdere afstanden van het kamp zelf.

In de regio Krasnojarsk is nog andere bedrijvigheid, maar het is niet duidelijk of de gevangenen hierbij betrokken zijn : kernwapenfabrieken op 40 km buiten de stad , om uranium te verrijken, onderdelen voor kernwapens en kernbrandstof  te fabriceren. Vandaar de naam “Atomogrod” of atoomstad.  Veel gebeurt hier ondergronds, in granieten rotsen. De tunnels zijn tien keer zo lang als de Moskouse metro. In Zelenogorsk , op 100 km ten oosten van Krasnojarsk , produceert men cassettebandjes voor BASF en tv’s voor Samsung ( A.  van der Graaf, p. 240 ) ! In hun huidige vorm zijn de kampen alleszins  niet meer te vergelijken met de Goelag - periode. Zie daarvoor  de studie van Edwin Bacon ( 3 ). Hij baseerde zich op de pas geopende  Russische archieven, niet op veldonderzoek. Het is geen leuke lectuur. Nu vormen de politieke gevangenen een minderheid; de meeste veroordeelden pleegden diefstal, overvallen, drugsdelicten of moorden. Het werkritme is eerder ontspannend naar onze normen. Vandaar ook dat de fotograaf kleuren verkoos boven zwart – wit . Dit laatste zou eerder passen bij het verleden.

Een vergelijking met de nazi - kampen gaat enkel op voor het uiterlijk : mensen werken, met kaalgeschoren koppen, maar in Siberië zit men niet als lid van een “lager” ras, als Untermensch , ook niet om uiteindelijk gedood te worden , want de duur van de straf is gelimiteerd en ontsnappen kan ook veel makkelijker. Ik vraag me wel af hoeveel personen na hun Siberische stage effectief heropgevoed zijn en niet opnieuw terechtkomen in criminele circuits. Dit stevige album bevat dus 99 foto’s. De kwaliteit  is uitmuntend. De Keyzer maakte heel mooie beelden. Ze zouden ook uit een trainingskamp van  Russische para’s kunnen komen. Zo krijg je de vreemde situatie dat een gevangeniskamp er mooi uitziet i.p.v. triestig  en de bewoners braaf i.p.v. crimineel. De uitleg  bij de prenten  moet je op het einde gaan zoeken; bovendien zijn die toelichtingen   helaas beperkt tot een paar woorden. De auteur schreef wel een algemene inleiding van ca. 12 pagina’s. Ook die staat op het einde , in het Engels, met een Nederlandse vertaling als  losse bijlage. De expositie is kosteloos ; een reden te meer voor de lezer  om  ze te bezoeken. Ik mis nummers op de pagina’s , een register en vooral een landkaart van Siberië met de ligging van de genoemde plaatsnamen. Hiervoor en voor een   ( niet zo goedkoop  )   bezoek aan Siberië zelf   verwijzen we naar de rijk gedocumenteerde Elmar reisgids ( nr. 2 , p. 22 – 23 ).

Referenties :

1 Carl De Keyzer, Zona. Siberian Prison Camps. Uitg. Caermersklooster, Gent en Trolley / Phaidon Press, London , 2003.  ISBN 0- 9542648 - 4 - 3; 49,95 €. Voor info over de expo: zie www.caermersklooster.be en www.carldekeyzer.com

2 Aad van der Graaf, Elmar reishandboek Transsiberië Express. Uitg. Elmar, Rijswijk ; Veen , Antwerpen, 2002.  576 p. ; foto’s, kaarten, plattegronden, woordenlijst, register. ISBN 90 – 389 – 1277 – 3; 20,50 €.                              

3 Edwin BACON, The Gulag at war. Stalin’s forced labour system in the light of the archives. Uitg. Macmillan, London / AMP , Wilrijk, 1994. 190 p. ; tab. , reg.  0 – 333 – 60793 – 7;  £ 35 .

Jef Abbeel, april  2002                                     

jef.abbeel@skynet.be