Lenin - Stalin - Beria :  een demythologisering.

                    De  revolutie die Gorbatsjov op gang bracht met zijn alomgekende, maar niet overal geprezen perestrojka en glasnost, brachten zoveel informatie aan het licht, dat de gevolgen voor de historiografie van deze eeuw  nog niet ten volle duidelijk zijn. De geheime archieven , die voor geschiedschrijvers zoals Volkogonov opengingen, deden heel wat illusies in elkaar storten.  Dit demythologiseringsproces was onderhuids al langer aanwezig, zowel in de Sovjet-Unie als  daarbuiten.  Maar "aanklagers"  zoals George Orwell, die in de Spaanse Burgeroorlog   de NKVD-terreur meegemaakt hadden, stonden toen met hun protest vrijwel alleen in het linkse kamp. Vele anderen zwegen  en de critici van de rechterzijde werden decennialang  als bevooroordeeld beschouwd.  De Franse historicus  François  FURET ( 1 ) beschrijft op magistrale wijze hoe vele linkse intellectuele in Europa al sinds de jaren '30  twijfels hadden en geleidelijk en meestal met veel spijt tot het inzicht kwamen dat de synthese tussen  marxisme-leninisme   enerzijds en mensenrechten plus liberaal-demokrarisch pluralisme anderzijds  een illusie was en is. Behalve Orwell, citeert hij André Gide , die in 1933 nog geloofde in de onbeperkte toekomstmogelijkheden  van het Sovjet-paradijs , maar al in 1936  ( in zijn "Retour de l'URSS " )  meldde dat de vrijheid in de SU  onvindbaar was .

Malraux  was het met hem eens , maar  anderen bleven  gelovig , zoals George Bernard Shaw of Georg Lukacs, die tot zijn dood in 1971 bleef volhouden dat  "het slechtste van de communistische regimes  beter is   dan   het beste kapitalistische bestuur". Zulke lieden bleven ervan overtuigd dat  het stalinisme superieur is aan  de liberale demokratie. Furet zelf verloor zijn communistisch geloof na de  tragische onderdrukking van de Hongaarse opstand.  Dit geldt trouwens ook  voor mensen zoals Aloïs Gerlo, die dat aangrijpend beschreef  in zijn autobiografie "Noch hoveling, noch gunsteling".  De harde conclusie van FURET  is dat er van Lenin  niets meer overblijft : geen principes, geen instellingen, geen Sovjet-imperium ; alles wat gedurende zeven decennia communisme  ( met harde hand )  uitgeschakeld was , werd op een minimum van tijd  terug ingevoerd : vrije markteconomie , privébezit , mensenrechten,  vrijheid van meningsuiting, pluriformiteit van de pers , liberale parlementaire demokratie. 

                    Nummer twee in dit overzicht is Dmitri VOLKOGONOV .  Tot  ca. 1978 was hij een fervent bewonderaar van Lenin en Stalin , ondanks het feit dat zijn vader in 1937 één van de vele slachtoffers was van de communistische terreur. In dit opzicht kunnen we hem dus vergelijken met de voormalige Poolse sterke man Jaruzelski, die zijn beide ouders verloor tijdens de Russische bezetting. Volkogonov was topmilitair : hij bracht het tot drie-sterren-generaal.  Vanaf 1978 stortte hij zich op het historisch onderzoek.  Dit resulteerde in een biografie van Stalin ( 2 ) , vervolgens van Trotski , nadien ook van  Lenin (3) . Zijn Stalin-studie (1978 - 1988 ) was de eerste waarbij Sovjet-bronnen , allerlei partijdocumenten en zelfs  private archieven van Stalin  geraadpleegd mochten worden. In die zin was het niet het zoveelste boek over de grote leider, want alle voorgangers, zoals Isaac Deutscher of Robert Conquest ,  hadden geen toegang tot dat bronnenarsenaal.      Bovendien was Volkogonov een overtuigd marxist-leninist, waardoor zijn kritische analyse   van de  Stalin-terreur en van zijn harteloze, mensonterende en waanzinnige machtswellust  nog veel harder overkwam : de triomf van de  walgelijke leider was een verschrikkelijke tragedie voor  de volkeren die hij  tiranniseerde. Het Stalin-portret van Volkogonov was  voor velen pas de echte  destalinisatie, want ook tijdens en na Chroesjtsjov  had het Russiche volk  geen toegang gekregen tot de volle waarheid.

                              Deze Stalin-visie  werd inmiddels nog gecompleteerd  door de gespecialiseerde studies van  KOTKIN ( 4 ) en BACON
( 5 ) : ook zij mochten in de archieven gaan pluizen ; zij  legden zich toe op twee deelaspecten van het systeem. De Amerikaanse historicus KOTKIN  ( 4 ) beschrijft  de reusachtige industriestad  Magnitogorsk  ( "magnetische berg" ) in het Zuiden van de Oeral, waar ca. 425.000 mensen rondom de hoogovens wonen , als product van de Stalinistische "cultuur".  In 1951  zou ze als voorbeeld dienen voor  Eisenhüttenstadt, waar  de DDR  zo trots op was  en  dat  inmiddels  door  (ons) Cockerill-Sambre  voor één DM opgekocht is. Vanaf 1925  liet Stalin de streek koloniseren , industrialiseren en omvormen tot een indrukwekkende ijzersmelterij, omgeven door barakken, een beetje dorp, een strafkamp, een ballingsoord en een enclave voor de kleine elite.
Kotkin beschouwt de stad als een symbool van de Stalinistische maatschappij, de nieuwe orde , de superieure samenleving , waar  (een deel van ) de bevolking zich enthoesiast mee identificeerde, zelfs als ze de repressie, de ontberingen en de erbarmelijke levensomstandigheden erbij moesten nemen. De begraafplaats groeide er sneller dan de staalproductie, maar het alternatief, de terugkeer naar het kapitalisme, leek voor velen nog erger. In deze eerste  wetenschappelijke detailstudie van de Russische industriële revolutie  zit één grote lacune :  hoe kan Kotkin het enthoesiasme (of de onverschilligheid)  van de bewoners meten, enkel op basis van officiële partijdocumenten, maar zonder  verslagen van de geheime dienst (NKVD) en zonder dagboeken, brieven of persoonlijke getuigenissen van  tegenstanders of slachtoffers ?

                         De Britse historicus BACON ( 5)  onderzocht de omvang en de economische betekenis van de Goelagarchipel. Met vrij dorre statistische cijfers toont hij aan  dat er, afhankelijk van de gehanteerde definities,  tussen 3,5 en 20 miljoen bannelingen woonden in 1939 - 1941 en  1,5 à 4 miljoen  in 1945. Hij legt vooral de klemtoon op de economische betekenis van de dwangarbeid : bij de snelle industriële expansie in de jaren '30, speelden voor Stalin de economische motieven een veel grotere rol dan de politieke of ideologische. Hierin verschilde de Goelag  van de Nazi-kampen, waar de fysieke uitroeiing van complete bevolkingsgroepen de primaire doelstelling was. Men kan zich natuurlijk afvragen   of  dwangarbeid  en  economisch rendement kunnen samengaan , tenzij het regio's of industrietakken betreft   waar arbeiders niet uit vrije wil  zouden gaan werken. De belangrijkste en beruchtste medewerker van Stalin was lange tijd Lavrenti Beria (1899 - 1953). Net zoals de 21 jaar oudere Stalin , was hij een Georgiër. Samen spraken ze soms Georgisch, tot groot ongenoegen van de andere partijbonzen die vaak alleen maar Russisch kenden. Van 1925 tot 1950  vormden zij  een hecht duo ; na 1950 vreesde hij door Stalin gelikwideerd te worden, maar Chroesjtsjov nam deze karwei op zich. Beria  leidde de geheime dienst  tussen 1938 en 1953 en  in 1945  was hij supervisor van het atoomproject.

                   De Amerikaanse schrijfster Amy KNIGHT ( 6 )  portretteert Beria iets genuanceerder dan Chroesjtsjov  dat deed : hij  had minstens als positieve kant dat hij na de dood van Stalin (waar hij zeer blij mee was)   het onmenselijke terreursysteem wilde afbreken.Hij was ook intelligent en een efficiënt organisator van de A-bom-spionage. Zijn zoon Sergo was ook zeer verstandig : hij kende vloeiend Engels en Duits    en vertaalde voor Stalin de gesprekken van Roosevelt met Churchill, die door vader Beria  ... met afluisterapparatuur  opgenomen werden in Teheran en in andere conferentieoorden.  Maar voor het overige valt er weinig eervols te rapen :  Beria was  immoreel, meedogenloos , cynisch , sadistisch.  Tot 1950   had hij   meer macht  dan Molotov, Malenkov of Chroesjtsjov (p. 157).  Maar hij heeft ook méér op zijn geweten : de marteldood van duizenden, zowel tegenstanders als medewerkers ; de leiding van de hierboven genoemde Goelag  en het ongenadig opdrijven van de productiviteit van de dwangarbeiders (105-106) ; de massagraven in Katyn (103-104, 253, 261) , waar volgens Knight  15.000 mensen vermoord werden , maar volgens de recentste gegevens  waren  het er ca. 22.000 ; de onmenselijke deportaties (105-107) van Polen en Balten, Wolga-Duitsers, Krim-Tataren, Tsjetsjenen en andere volkeren ; de arrestatie van de in 1945 vrijgelaten Russische krijgsgevangenen (128). Bovendien was hij in zijn vette jaren  een walgelijk en afstotelijk  brasser en een schofterige  seksmaniak , die door zijn assistenten mooie meisjes liet ontvoeren , om ze dan te verkrachten en daarna in werkkampen  monddood te maken. In 1953 werd hij gelikwideerd door Chroesjtsjov en Malenkov , mogelijk wegens zijn plannen om Duitsland te herenigen of omdat zijn liberaliseringspolitiek  in de DDR tot een opstand leidde, die dan weer met veel geweld onderdrukt moest worden. Amy Knight schreef dus de eerste degelijke biografie van Beria; zij had daarbij één nadeel : ze mocht in vele archieven, maar niet in die van de KGB. Deze kunnen in de toekomst dit portret nog lichtjes aanvullen. Maar alleszins niet veel, want er zijn teveel losse getuigenissen van nog levende personen, die bovenstaande gegevens  (o.m. voor de BBC )  al bevestigd hebben. In heel dit anti-Stalin-offensief, blijven er nog minstens twee verdedigers over : topspion Soedoplatov, wiens memoires (7)  we al eerder  bespraken  (F.Ek.T. , 10 dec. 1994) en onze zeer belezen PvdA-voorzitter  Ludo MARTENS ( 8) .  Hij begint met een citaat van ex-dissident Alexander Zinovjev : "Stalin is de grootste persoonlijkheid van deze eeuw , het grootste politieke genie" ( p. 7 ) . Vervolgens bespreekt hij de positieve kanten van de industrialisatie en collectivisatie, de grote zuiveringen, de negatieve rol van Trotski, het Sovjet-Duits pact van aug. 1939 , de 2° W.O. en de destalinisatie. Er is, op zijn zachtst gezegd , nogal wat verschil in de interpretatie  die Martens geeft aan de gebeurtenissen en diegene die we bij  bovengenoemde auteurs  aantreffen. Een voorbeeldje : "Het Duits-Sovjetpact bereidde  de overwinning van het Rode Leger op de nazi's voor" (256) ;  of : "In 1921-1922 stierven 9 miljoen mensen van de honger die door buitenlandse inmenging wordt veroorzaakt" (248) ; of : over de zuivering van 1937 - 1938  :  "Door de vijfde colonne uit te roeien, wilde Stalin het leven sparen van miljoenen sovjetburgers" (204-205). Een Stalin-deskundige zoals Robert  Conquest, heet hier "cryptofascist" (107) en Alexander Solzjenitsyn  heet hier de woordvoerder van "de vijf procent tsaristen, bourgeois, speculanten, koelakken , koppelaars en mafiosi" (196).  Eén detail : als Stalin-fanaat  zou Martens mogen weten dat de grote leider , volgens een Izvestia-artikel uit 1994 ,  geboren werd in 1878 i.p.v. 1879 (p. 25 ) of "1897" (p. 243) ; of nog een detail : het boek van  ( de Vlaming )  Martens is geschreven in het Frans en dan door anderen vertaald in het Nederlands.

           We keren terug naar VOLKOGONOV. Zijn geloof in Lenin hield dus langer stand dan zijn vertrouwen in Stalin en Trotski.Maar na zijn recentste boek (3)  kunnen we hem ten hoogste nog een Marxist en alleszins geen  Leninist  meer noemen. Het boek  kreeg twee titels  mee : in Londen "Lenin : Life and Legacy" ,  in New York  "Lenin . A New Biography" , maar het gaat telkens om dezelfde erfenis en  om hetzelfde leven. Harold SHUKMAN, de vertaler en bewerker, heeft zijn werk alleszins voortreffelijk gedaan : hij zorgde  niet enkel  voor vloeiend Engels , maar de oorspronkelijke versie  van ruim 1.000 pagina's  heeft hij  gelukkig  gehalveerd.  Het is nu wachten op zijn vertaling van de Trotski-biografie , die in 1992 in Moskou bij Novosti verscheen. Volkogonov mocht als topadviseur van Yeltsin allerlei geheime archieven bestuderen, inclusief die van de KGB en Lenins persoonlijke documenten. Hij begint met een kaart van het Russische imperium anno 1900 : d.w.z. Finland, de Baltische landen en het grootste deel van Polen inbegrepen. Dan volgt een chronologische tabel , vanaf de geboorte van Lenin (1870, 8 jaar vòòr Stalin)  tot zijn dood (1924).  Eerst komt het privé-leven aan bod : herkomst (joods , Zweeds , Duits en Kalmyks "bloed" ) , familie (2 broers + 3 zussen) , executie van zijn oudste  broer ,  vrouw(en) ,  (geheime) financiële middelen  (want Lenin had vòòr 1918 nooit een job,  leefde goed en reisde veel). Daarna  volgen de revolutionaire activiteiten : de strijd om de macht , vrede van Brest-Litovsk , uitmoording van de tsarenfamilie, terreur, entourage , behandeling van de Kerk , ziekte (al vanaf 1921) , dood en nalatenschap. Een schijnbaar eindeloos notenapparaat en een compleet register  besluiten deze studie. Van Lenin-als-idealist blijft niet veel over : de Lenin-mythe wordt herleid tot menselijke proporties. Meer nog : de kiem van de Stalinistische uitwassen situeert Volkogonov al bij zijn voorganger : strafkampen , onderdrukking van de Kerk, van de intellectuelen en van de zelfstandige boeren. Enkel dit verschil : bij Lenin  vertoonde deze repressie geen paranoïde afmetingen. Men zal begrijpen dat vele Russen Volkogonov niet  meer appreciëren en zelfs afbreken, doodzwijgen of met woedende brieven bestoken. Wat de vrouw(en) van Lenin betreft, moeten we constateren dat de Russische revolutie geen  emancipatie inhield voor de prima donna's van het Kremlin. Dat wordt bevestigd door het ontspannend en onderhoudend verhaal van Larissa Vasiljeva ( 9 ) :

- Lenins vrouw Kroepskaja  moest een veel pittiger maîtresse ( Inessa Armand ) naast zich  (of naast haar man ) tolereren ;

- Stalin dreef zijn 23 - jaar jongere Nadjezjda Alliloejeva in 1932 tot zelfmoord en wellicht liet hij Kroepskaja in 1939 op haar  70° verjaardag ombrengen met een vergiftigde cake . Hij en Beria vernederden president Kalinin  door zijn vrouw naar een strafkamp te verbannen van 1938 tot 1946  en minister van Buitenlandse zaken  Molotov  kon niet verhinderen dat zijn  Paulina eveneens het strafkamp in moest van 1948 tot 1953 , iets waaraan Beria hem bovendien  herhaaldelijk herinerde; 

- Chroesjtsjov bracht beterschap : zijn mollige Nina mocht mee op reis ; met beiden werd in het Westen vrolijk gelachen ;

- Victoria , de vrouw van Brezjnev , moest dikwijls haar ogen sluiten voor de amoureuze ambities van haar Leonid ; ze verwerkte het leed door overdadig te eten ;

- Enkel Gorbatsjov sprak met respect over zijn Raisa : zij was de enige First Lady  die niet te klagen had en voor wie het Westen  waardering had .

Volkogonov  heeft ook lovende woorden voor Lenin : hij werd gedreven door een fanatiek geloof in de revolutie, hij leek wel een  charismatische bevrijder en verlosser , die met zijn historische roeping en zijn spreektalent  de volksmassa's kon motiveren en bijna hypnotiseren. Ondanks zijn ziekte, bleef hij hard doorwerken, maar de langdurige en vermoeiende vergaderingen kon hij niet aan : van juli 1918 tot zijn dood was hij slechts aanwezig op 7 van de 173 partij- of regeringsbijeenkomsten. Helaas nam hij  tijdens de zware fase van de ziekte  nog uiterst belangrijke beslissingen : zo liet hij in 1922  nog honderden professoren en andere toonaangevende intellectuelen verbannen, omdat ze niet in het gareel van de partij liepen (p. 358 - 362). Wat die ziekte betreft , werd tot vòòr kort  gefluisterd en geschreven dat het syfilis was , opgedaan tijdens  zijn verblijf in  West-Europa  in 1903. Hier wordt gesteld dat het een erfeljke vorm van aderverkalking was, die de toevoer van vers bloed naar de hersenen belemmerde. De strijd om het verwerven en het behoud van de macht, zijn enorme productiviteit als schrijver en helaas ook zijn onvermogen om zijn werk(dag) efficiënt te organiseren, maakten zijn overspannen zenuwstelsel verder kapot. Uit de autopsie bleek dat één hersenhelft ineengeschrompeld was tot het formaat van een noot. Naar aanleiding van zijn dood schreef Churchill  oneerbiedig : "Lenin heeft het Russiche volk in een moeras gestort. Het ergste ongeluk voor de Russen was Lenins geboorte, het tweede ergste zijn dood"(p. 441). Want na zijn dood werden de Russen door de C.P. gedwongen zijn bevelen uit te voeren en kwamen ze onder het gezag van Stalin.   

Enkele bedenkingen : 

- Volkogonov raadpleegde te weinig Westerse bronnen (mogelijk omdat ze niet in een Russiche vertaling  beschikbaar zijn). De genadeloze en al op 12 april 1918  geplande uitmoording (17 juli '18) van de héle tsarenfamilie b.v.  wordt in de briljante studie van de Oostenrijkse slaviste en historica Elisabeth Heresch ( 10 ) veel helderder  geanalyseerd dan hier , maar zij wordt niet eens geciteerd .Niet een onbeduidende plaatselijke sovjet, maar Lenin zelf en Sverdlov gaven  het bevel   en bestelden ook het zwavelzuur om de gezichten onherkenbaar te maken. Anastasia ontsnapte niet aan de slachting. Bij de 12 huurmoordenaars was helaas ook Imre Nagy, de latere held van Hongarije (1953 - 1956). De Duitse ambassadeur,  de Engelse en Zweedse consuls waren op de hoogte, maar ze grepen niet in.

- Volkogonov is sterker in het opsommen van anekdotes en details   dan in het verklaren van  motieven of van gebeurtenissen. Eén voorbeeld : hoe was het mogelijk dat Lenin , die ca. 15 jaar uit Rusland weg was , kon terugkeren en in enkele maanden een politieke machine kon creëren, die zo'n wereldrijk dan toch 70 jaar onder controle kon houden ? 

- De schrijver selecteert : de  Nieuwe Economische Politiek (1921 e.v.)  b.v.   blijkt hem weinig te interesseren en krijgt dan ook geringe aandacht.  

- Het notenapparaat ziet er ontmoedigend uit voor wie geen Russisch kent ; bovendien is het genummerd per hoofdstuk i.p.v. doorlopend, wat het opzoeken bemoeilijkt ; het register daarentegen is  (bij al deze boeken )  een  onmisbaar en geweldig goed hulpmiddel. 

- Gebeurtenissen die lang na 1924 plaatsvonden, horen thuis in  de Stalin- of Trotski-biografie of in onderstaand boek van Remnick (11) , maar niet in een Lenin-biografie. Enkele voorbeelden :  de dood van Trotski, Kamenev , Zinovjev, Boecharin;  het  drama van Katyn , de memoires van Chroesjtsjov,  de recentere partijleiders tot en met Gorbatsjov  ( "de laatste Leninist") ;  de sponsoring van buitenlandse communistische partijen : het is misschien wel leuk te vernemen dat de Nederlander  "Groot" ( lees Paul de Groot ) in 1948  $ 50.000  kreeg   (p. 399 - 400) ,  maar toen was Lenin dan toch al bijna 25 jaar dood.

We ronden dit verhaal af met  een bespreking  van de boeken van de Amerikaanse journalist David REMNICK  (11)  en van zijn Spaanse vakgenote Pilar Bonet (12) , die beide vrij goed aansluiten bij Volkogonov en Knight. Ze zijn ook  boeiend(er)   voor wie meer in de actualiteit dan in het verleden geïnteresseerd is. REMNICK kreeg  de Pulitzer-prijs  voor zijn relaas over de teloorgang van het Sovjet-imperium. Deze zoon van uitgeweken  Russische joden  woonde van 1988 tot 1992  in Moskou, als ( Russisch sprekend )  correspondent  van "The Washington Post" .Hij maakte dus cruciale momenten mee, o.m. de augustus-coup van 1991 en het aftreden van Gorbatsjov op 25 dec. 1991. Hij interviewde een groot aantal personen , van hoog tot laag, maar meestal hoog , die dramatische momenten uit de geschiedenis van hun vaderland meegemaakt hebben. Enkele voorbeelden :  

a)  Lazar Moisevitsj Kaganovitsj  : 95 jaar ; in de jaren '20 liet hij hele boerendorpen uitmoorden in het kader van de collectivisering  ; desondanks  geniet hij nog altijd de privileges van de nomenklatoera. 

b)  Anna Larina : 70 jaar ; in de jaren '30  was ze getrouwd met Boecharin, de eerste die aan het communisme  een menselijk gezicht wilde geven  en daarom in 1938 geëxecuteerd werd . Haar memoires werden  in 1993  ook in het Nederlands vertaald.  

c) Vladimir Tokarev :  89 ; zonder scrupules deelt hij  mee dat hij in 1940 de "15.000" (lees : 22.000 ) Poolse officieren in Katyn mee vermoordde en onderspitte. 

d)  Dmitri Volkogonov : 63 ; de hierboven genoemde  generaal, die in de partijarchieven ontdekte hoe zijn  eigen vader in '37 gearresteerd en doodgeschoten werd.

e)  Dima Yurasov : twintiger ; in de Grote Sovjet-Encyclopedie zocht hij de namen bijeen van legerleiders, politici, kunstenaars, die in 1937 - 1940   "gestorven waren". Van iedere  dode ging hij  in het Historisch Archief uitzoeken onder welke omstandigheden hij omgekomen was. In de geschiedenisles had hij nooit iets geleerd over die terreur!

f)  Tengiz Aboeladze : zijn leeftijd ontbreekt op p. 50 - 54 : m.i. een zestiger  ; regisseur van o.a. de film "Berouw" . In 1987-88 choqueerde hij heel het Sovjetvolk met beelden van een op Stalin gelijkende tiran, die  door zijn  genadeloze dictatuur de persoonlijkheid van zijn onderdanen  kapot maakt .

g)  Michael Gorbatsjov  : 63 ; als Leninist wou hij het partijapparaat in stand houden, maar met zijn perestrojka, zijn glasnost, zijn aarzelingen en compromissen , luidde hij het einde in van het imperium en van de partij.

h)  Alexander Solzjenitsyn : 75 ; hij bereidde zijn terugkeer naar zijn vaderland voor en zei  dat hij niet hoopte op een nieuwe grootmacht, maar op een gewoon land , waar alles normaal evolueert. Met zulke schokkende getuigenissen  over verleden en heden  probeerde Remnick het Sovjetdrama op het wereldtoneel te brengen.  Zijn  relaas is meeslepend. We hoeven ons dan ook niet te ergeren  aan zijn menselijke trekjes  om zichzelf  te laten fotograferen  met toppers zoals Ligatsjov en Jeltsin. Zijn oordeel over Gorbatsjov klinkt  voor mij  iets te hard :  "Hij was geen profeet of intellectuele reus , zelfs geen uitzonderlijk goed mens.  Hij was vooral een politicus , met een groot vermogen om te manipuleren, een genie in een smerig spel".

Het relaas van de Spaanse journaliste Pilar  BONET  ( 12 ) is zonder meer deprimerend. Zeven jaar  doorkruiste ze het land, als correspondente  van El Pais. In tegenstelling met Remnick, sprak ze niet zozeer met grote namen in de metropool Moskou, maar met eenvoudige lieden in alle uithoeken van de ex-SU. Daar komt de pijnlijke erfenis van het systeem nog veel meer aan de oppervlakte : keiharde arbeid in de olievelden of in het ijskoude noorden, waar kinderen zichtbare tekorten aan zon en aan vitamines vertonen ; stadjes waar het milieu volledig is aangetast door ongezonde fabrieken ; regio's waar volkeren voortdurend met elkaar in oorlog zijn .  In plaats van tekens van leven , van hartelijkheid en charme, vond ze er enkel grauwe en harde realiteiten  en desillusies. We sluiten ons overzicht met de bedenking  dat het onheil uit het verleden nog altijd niet  aan het Russische volk voorbijgegaan is  en dat de toekomst voor de Russen alleen maar beter kan worden. We wensen het hun ook oprecht toe.

REFERENTIES :

1  François FURET, Le Passé d'une Illusion. Essai sur   l'idée communiste au XXe siècle. Parijs , R. Laffont, 1995. 580 p.

2  Dmitri VOLKOGONOV,  Triomf en tragedie. Een politiek portret  van Jozef Stalin. De Haan , Unieboek , 1990. 518 p.

Dmitri VOLKOGONOV,  Lenin : Life and Legacy.   London ,  Harper Collins , 1995. 529 p. of Lenin : A New Biography. New York , The Free Press , 1995. 529 p.

Stephen KOTKIN, Magnetic Mountain. Stalinism as a civilization. Berkeley , University of California Press,  1995. 639 p.

Edwin BACON, The Gulag at war. Stalin's forced  labour system in the light of the archives. London, Macmillan, 1994. 190 p.

6 Amy KNIGHT, Beria . Stalin's First Lieutenant. Princeton , New Jersey , University Press, 1994. 312 p.  

7   Pavel en Anatoli SOEDOPLATOV, Special Tasks.  The memoirs of an unwanted witness. A Soviet spymaster. London, Little, Brown & Company , 1994.  509 p.

8   Ludo MARTENS,  Een andere kijk op Stalin. Berchem, EPO, 1994.  347 p.

9   Larissa VASILJEVA  - Cathy Porter,  Kremlin Wives. London , Weidenfeld & Nicolson , 1994.  241 p.

10  Elisabeth HERESCH, Verraad , lafheid en bedrog.  Leven en dood van de laatste tsaar.   Amsterdam, De Arbeiderspers, 1993. 403 p.

11  David REMNICK, -Lenin's Tomb. The Last Days of the Sovjet Empire. New York, Random House , 1993. 576 p. London, Viking, 1993. 550 p. -Lenins laatste adem. De ondergang van het Sovjetrijk. Bloemendaal,  Becht - Gotmmer, 1994. 552 p.

 12 Pilar BONET, Figures in a Red Landscape. Bronx ( NY ) , The W. Wilson Centre Press, 1993. 150 p.

 1995