Negen  landen in Oost-Europa  

Dit boek handelt over Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Bulgarije,Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland. Waarom men precies deze negen genomen heeft, is niet duidelijk. De laatste vijf komen in 2004 alleszins niet bij de E.U. Ze liggen tussen Oostzee en Zwarte Zee, tussen West-Europa en Rusland. Ze hebben heel veel te bieden aan natuurliefhebbers. Hun geschiedenis wordt behandeld van prehistorie tot nu, met veel visueel materiaal : kaarten, foto’s, kunstwerken. Economisch gezien moeten ze nog een lange weg afleggen : veel mensen werken in  verouderde  graanteelt, steenkool, zware industrie, glasblazerijen, bierbrouwerijen of folkloristische handvaardigheden. De infrastructuur is pover, de vakkennis voldoende, talenkennis en  zin voor initiatief moeten soms  nog bijgebracht worden. Bureaucratie, corruptie, diefstal  en oude communistische tradities remmen ( ook Westerse ) ondernemers af. Men spreekt niet over het aantal Polen en anderen die in West-Europa werken, meestal in het zwarte circuit. In België en Nederland zijn dat er telkens tienduizenden. Vanaf mei 2004 zal dat aantal nog oplopen.  

Er zijn minstens 13 talen en twee geschriften : Romeins in landen met katholieke signatuur, Cyrillisch voor orthodoxen. Het culturele  hoofdstuk geeft een kijk op hun  literatuur, toneel, kunst, film, muziek, poppentheater  in de 20° eeuw.

Het dagelijks leven in de steden  wordt geïllustreerd met gemiddeld vier foto’s per pagina. Wie er nog niet geweest is, krijgt meteen een vrij goed beeld van de architectuur en de bestaansmiddelen.  

Het album eindigt met nuttige kaarten, tabellen en statistieken. Deze zijn soms vereenvoudigd : bij de talen ( 147 )  geeft men er slechts één per land i.p.v. twee tot vijf, want  gemiddeld leven er 10 % minderheden. De officiële werkloosheidscijfers ( 150 ) liggen veel lager dan de reële. De inflatiecijfers ( van 7 tot 73 % ) dateren van 1997 (154). Bij de etnische minderheden in Roemenië staan per vergissing ook de Roemenen met 1,7 % ( 146 ). De bevolkingsgroei is bijna overal negatief ( 151). Het register is tamelijk volledig: personen, plaatsen en zaken. Het boek is stevig gekaft  en  zeer bruikbaar voor leraren geschiedenis en aardrijkskunde en voor mensen die Oost-Europa willen bezoeken of beter leren kennen. Het richt zich tot een  ruim publiek : veel prenten, heldere grafieken, eenvoudige taal. Het zou misschien nog attractiever geweest zijn, als het over de tien toekomstige E.U.-landen had gehandeld.  

Referentie :

Reader’s Digest, Oost-Europa. Oog op de wereld. Amsterdam / Brussel, 2003. 160 p. ; foto’s, tab. , graf. ISBN  90 6407 646 4; 27,90 €.

Jef Abbeel.