|
|
Asics
|
|
|
MSICS
Bij de
Marathon van Rotterdam
op die zonnige zondag 13 april heb je ze
als het goed is voorbij zien komen:
hardloopschoenen van het merk MSICS,
spreek uit [msikz]. Misschien heb je er
niet bij stilgestaan, maar MSICS is de
afkorting van het Latijnse spreekwoord
Mens Sana in Corpore Sano. Bekt
zó lekker, die naam, dat je 'm vanzelf
onthoudt - toch?
Inderdaad, je hebt gelijk, geen succes
bij het uitspreken met al die
medeklinkers. Maar daar wist het
reclamebureau wel iets op. Mens
(geest) zal in het Latijn toch
wel een synoniem hebben? Bijvoorbeeld
Anima?
En zo werd de naam van het sportmerk
ASICS geboren. Gewoon Latijn dus,
niks Japans of Amerikaans.
|
|
De bedenker van Mens Sana in Corpore
Sano (een gezonde geest in een gezond
lichaam) is de Romeinse dichter
Juvenalis.
Juvenalis leefde in de eerste eeuw na
Christus in Rome en hij is als dichter
een heerlijke knorrepot, die geen
doekjes windt om zijn bezwaren tegen het
leven in Rome onder met name de keizers
Nero
en
Domitianus.
Wie nog dacht dat het in die tijd leuk
of aangenaam was om in Rome te leven,
moet Juvenalis maar eens lezen: er was
niks maar dan ook niks aan.
Juvenalis giet zijn ergernissen in een
vrij nieuwe literaire vorm, de
satire. Een satire is een gedicht
met een spottende, vaak sarcastische
ondertoon.
Er wordt wel gezegd
dat de term satire afkomstig is
van het Griekse woord
satyr,
want ook dat mythologische wezen,
een akelig harig kereltje, vriendje van
de wijngod
Dionysos,
met bokkenstaart en bokkenpoten, stond
bekend als ondeugend en pesterig.
Toch komt de satire
waarschijnlijk niet van satyr, maar van
de Latijnse term satura lanx, een
gevarieerd opgemaakte schaal (lanx)
gevuld met allerlei soorten fruit. Zo is
ook de satire van oorsprong een
cabareteske mengelmoes van vaak
maatschappijkritische verhalen in proza
of in dichtvorm.
|
Om je een idee te geven van Juvenalis'
schrijfstijl zie je hier een paar
regels
uit zijn derde Satire, waarin hij de drukte
in de Romeinse straten beschrijft. Daarmee
vergeleken is het centrum van Rotterdam een
rustig wandelpark!
Als een rijke man voor zaken de deur uit
moet, dan laat hij zich vervoeren in een
draagstoel. Eerbiedig wijkt de menigte
gewone stervelingen uiteen en statig glijdt
hij als het ware over de hoofden heen, als
een schip op de golven. Veilig zit hij
opgesloten in zijn draagstoel, waar hij
rustig kan lezen, schrijven of zelfs slapen...
Ik heb evenveel haast als hij, maar de massa
voor mij uit verspert me de weg, de massa
achter mij duwt en dringt en stompt me in de
nieren. Eentje geeft me een elleboogstoot in
mijn zij, een ander botst hard tegen me aan
met een plank, een derde verkoopt me een
fikse lel tegen mijn kop met een balk en
voordat ik daarvan bekomen ben, ben ik half
versuft tegen een door iemand meegezeuld vat
opgeknald.
En aan de onderkant van mijn lichaam vergaat
het me al niet veel beter: mijn benen zitten
onder de modder, mijn voeten lijken wel het
doelwit van alle schoenen in de buurt en een
passerende soldaat blijft met een roestige
spijker van zijn soldatenlaars in mijn teen
vasthangen.
En als nu eens de as zou breken van een van
die reuzenwagens, die volgeladen zijn met
enorme blokken marmer, en als de lading nu
eens op de voorbijgangers zou terechtkomen,
kun jij je dan voorstellen wat er van die
platgesmeerde lichamen overblijft? Zou jij
de armen en de benen nog uit elkaar kunnen
houden?
Wil je verder lezen, koop dan bijvoorbeeld
de uitstekende vertaling van mevrouw M.
d'Hane-Scheltema (2006) voor slechts €
12,50, gewoon bij
Bruna
te koop.
|
|
De woorden Mens
Sana in Corpore Sano komen we tegen
in Juvenalis' tiende Satire, vers 356,
bijna aan het einde van het gedicht. Als
je het vers leest in de context waarin
Juvenalis het plaatst, is het een
onderdeel van een opsomming van wat
mensen in het leven het liefst zouden
moeten wensen.
Veel dingen waar mensen tot de goden om
bidden, zegt Juvenalis, zijn onzinnig of
soms zelfs schadelijk. Wie met een tas
vol zilver door nachtelijk Rome loopt,
krijgt een mes tussen zijn ribben, maar
de reiziger die geen cent bij zich heeft,
'fluit een vrolijk deuntje in het
gezicht van de straatrovers'.
En iedereen wil maar graag oud worden,
maar waarom toch eigenlijk, als je al
die gerimpelde koppen van oude mensen
ziet, hun tandenloze gesabbel, al die
ziektes die ze hebben, hun dove oren en
hun bijziende oogjes - wie wil dat nou?
En al die mensen die bidden om kinderen
- nou, Juvenalis zal wel eens vertellen
wat een ellende die met zich meebrengen,
kinderen...
|
Is er dan niets waar mensen om kunnen
bidden? - Als je het mij vraagt, laat
dan aan de goden over om te zorgen voor
wat goed voor ons is. Want in plaats van
wat we leuk vinden, geven zij ons wat
voor ons het beste is.
Nou ja, als je dan toch per se iets wilt
afsmeken en op de altaren wilt offeren
met de ingewanden van een wit biggetje,
bid dan om
een gezonde geest in een gezond lichaam.
Tegenwoordig worden er
verschillende interpretaties aan de
uitspraak van Juvenalis gegeven: de
ironische, dat het prettig zou zijn als
er in dat gezonde lichaam nu ook eens
een gezond verstand zat; of dat een
gezonde geest alleen kan huizen in een
lichaam waar heel goed voor gezorgd
wordt. De meest voorkomende
interpretatie is wel dat men moet
streven naar een gezond evenwicht tussen
lichaam en geest, en die komt
waarschijnlijk aardig dichtbij wat
Juvenalis bedoelde.
|
|
|
|
Copyright © 2008 Albert van der Kaap
|
|