Staatsexamen geschiedenis (en andere vakken)
- Staatsexamen algemeen
- Staatsexamen vwo (alle vakken)
- Staatsexamen havo (alle vakken)
- Geschiedenis havo (2010)
- Geschiedenis vwo (2010)
- Examenrooster vmbo 2010
- Examenrooster havo 2010
- Examenrooster vwo 2010
Havo
Het programma voor het staatsexamen geschiedenis vertoont zeer veel overeenkomsten met het reguliere programma. Net als de leerlingen die het 'gewone' programma volgen zal ook zij centraal (schriftelijk) examen doen over twee thema's.
Het commissie-examen vertoont zeer veel overeenkomst met het school examen in het 'gewone' onderwijs. Er zullen vragen gesteld worden over de oriëntatiekennis van de 'hele' geschiedenis (Domein B) in relatie tot historische vaardigheden (domein A). Daarnaast zullen vragen gesteld worden over de geschiedenis van de rechtsstaat en de democratie (domein D). De weging van beide onderdelen is verschillend (4a+b:5).
Het verschil is dat de kandidaat in het commissie-examen mondeling examen doet en daarin, anders dan in het 'gewone' examen, ook vragen krijgt over een casus. Deze casus heeft betrekking op één of meer onderwerpen (historische vraagstukken) uit domein B in relatie tot de vaardigheden uit domein A. De kandidaat mag zich hier twintig minuten op voorbereiden, waarna hem gevraagd wordt naar haar interpretatie van deze bronnen.