home inleiding opdracht werkwijze bronnen beoordeling reflectie docent extra opdracht


Getijdenboek van Jean duc de Berry

een queeste naar de middeleeuwen
 

 
Les très riches heures du duc de Berry
 

Het beroemdste getijdenboek is ongetwijfeld Les très riches heures du duc de Berry (1413-1416). De miniaturen in dit boek werden in opdracht van de Duc de Berry gemaakt door drie broers, Pol van Limburg (ca. 1375 - 1416), Herman van Limburg (ca. 1380 - ca. 1416) en Jan van Limburg (ca. 1385 - ca. 1416). Zij waren miniaturisten uit de Lage Landen, geboren te Nijmegen als zoons van Arnold van Limburg.

De Duc de Berry was ervan overtuigd dat hij met de drie jeugdige Nijmegenaren zeer getalenteerde en gedreven kunstenaars had binnengehaald. Al snel gaf hij hen hun eerste grote opdracht: Ze moesten een getijdenboek maken dat alle andere in zijn bezit zou overtreffen, qua omvang, qua ambitie, qua schoonheid, qua kostbaarheid.
De gebroeders stelden hun mecenas niet teleur: In vier jaar, terwijl ze ook nog aan andere opdrachten werkten, creëerden ze een serie schilderingen zonder weerga. De hertog zelf deed er alles aan om zijn beschermelingen te steunen. Hij schiep de perfecte omgeving voor de Van Limburgs om te floreren. Hij bracht ze in aanraking met andere kunstenaars en met geleerden die adviezen gaven over de details van de beoogde voorstellingen. Hij gaf ze bovendien vrije toegang tot zijn eigen, uitgebreide kunstverzameling die zo tot voorbeeld of inspiratie kon dienen. De hertog besliste uiteindelijk zelf welke variabele thema's in het manuscript zouden worden opgenomen. Getijdenboeken kenden een door traditie bepaalde opbouw, maar er was in toenemende mate ruimte voor aanvullende, door de opdrachtgever zelf te bepalen, onderwerpen. Ook werden de traditionele onderwerpen ruimer geïnterpreteerd of anders gedetailleerd. De hertog verlangde de visualisering van thema's die hem na aan het hart lagen. Voorbeelden hiervan zijn de cyclus over het leven van Johannes de Doper, naar wie hij was genoemd, de cyclus over de ontdekking van het Ware Kruis waaraan Christus was genageld (een splinter van dat kruis was Jean's meest geliefde relikwie) en de cyclus over de stichting van de Kartuizers, de strenge kloosterorde waartoe zowel Jean als zijn overleden broer Filips van Bourgondië zich voelden aangetrokken, zonder overigens daarbij hun eigen leven van luxe en praal ook maar enigszins bij te stellen. Opvallend zijn ook de vele geschilderde verwijzingen naar studie en wetenschap, uniek in hun tijd en een indicatie van de groeiende belangstelling voor kennis, kenmerkend voor de hertog en zijn tijd

De Belles Heures tellen 224 folio's van 24 x 18 centimeter. Veel folio's bevatten één of twee miniaturen, 172 alles bij elkaar. Het opvallendste verschil met eerdere getijdenboeken is de ruimte die letterlijk en figuurlijk werd geboden aan de schilderingen. Was het eerder de gewoonte om de verluchtigingen aan te brengen op binnen de tekst uitgespaarde kaders, de Gebroeders van Limburg gingen anders te werk. Zij gaven letterlijk en figuurlijk een centrale plaats aan de schildering. Het verluchtigde tekstboek was geworden tot een platenalbum met bijbehorende teksten. De illustratieve folio's werden gewoon tussen de eerder gemaakte tekstpagina's geschoven. Tot het allerlaatst bedachten opdrachtgever en uitvoerders nieuwe, uitdagende onderwerpen. Zelfs na de voltooiing van het werk werden nog een flink aantal schilderingen toegevoegd, met als allerlaatste een afbeelding van de hertog en zijn entourage als hij na een lange en waarschijnlijk gevaarlijke reis aankomt bij een machtig kasteel. Ook hier weinig tekst, alleen een schietgebedje voor een veilige thuiskomst (BH. Fol. 223v.). Een verstandige aanvulling, want tegen het eind van zijn leven was het nergens in Frankrijk meer veilig om te reizen, zelfs voor een machtig heer als de Duc de Berry.

Vrijwel alle afbeeldingen (met uitzonderingen van een aantal heraldische motieven en de twaalf tekens van de dierenriem in zeer kleine vignetten) hadden een religieus onderwerp, meestal een episode uit het Oude of het Nieuwe Testament, maar ook uit 'De Gouden Legende', een populaire Middeleeuwse verzameling van heiligenlevens. Pas in hun laatste jaren zouden de broers de religieuze dimensie regelmatig verlaten en schilderingen produceren die op het eerste gezicht volledig 'werelds' zijn en een heel ander genre vertegenwoordigen.

De meeste schilderingen in de Belles Heures zijn van de hand van Paul van Limburg, de meest getalenteerde broer. Meer nog dan Herman en Jan legde hij de nadruk op de esthetische kwaliteiten van zijn werk, zonder overigens de stichtelijke, christelijke inhoud te verwaarlozen.
Het werk van Herman van Limburg is voor kenners ook goed herkenbaar. Zijn afbeeldingen vallen op door hun zwier en drama. Als er veel bloed vloeit, valt de verdenking direct op Herman. Een goed voorbeeld van zijn opvatting is 'Het martelaarschap van de elfduizend maagden', een episode uit de geschiedenis van Keulen (BH. Fol. 178v.).
Jan, de derde broer, komt in de Belles Heures eveneens naar voren met een eigen, kenmerkende stijl: elegant, lyrisch en delicaat. Alle gezichten die hij schildert zijn verschillend, fijn gedetailleerd en met grote gevoeligheid neergezet. Jan's neiging tot naturalisme is minstens even groot als die van zijn broer Paul. Dit blijkt ook uit het realisme waarmee hij exotische dieren schildert: krokodillen, kamelen, giraffes

Het werk aan de Belles Heures werd afgerond in 1409. De opdrachtgever moet buitengewoon tevreden zijn geweest, want hij gaf onmiddellijk opdracht voor een volgend getijdenboek, nog grootser en ambitieuzer dan de Belles Heures. De Gebroeders van Limburg hebben dit werk, de wereldberoemde Très Riches Heures, niet kunnen voltooien. Het werd ruw onderbroken door de vroegtijdige dood van de drie Nijmeegse broers. De Belles Heures is daarom het enige volledige getijdenboek gebleven dat ooit door de Gebroeders van Limburg is gemaakt. De Duc de Berry heeft er niet erg lang van kunnen genieten. In de zeven jaar tussen de voltooiing van het manuscript en zijn dood in 1416 werd hij geplaagd door een slechte gezondheid en door wrede tegenslag in zijn persoonlijke en politieke leven.

Bron:

De 'Belles Heures'