Boris Jefimov (1900-2008) tekende wat de Vozjd (baas) wilde. Zo tekende hij voor Trotzky en wisselede na de val van Trozky snel
van kamp door Stalin zijn talenten aan te bieden. Zijn broer was minder
fortuinlijk. Hij werd vanwege zijn banden met Trotzky geëxecuteerd.
Direct na
het Molotov - Ribbentrop pact tekende hij Chamberlain als een gefrustreerde vijand, maar
direct na de Duitse inval in Rusland nam hij Hitler op de hak.
Hij stelde zich ten dienste van dictator Jozef Stalin en vertelde in later
jaren hoe Stalin hem in 1947 opdracht gaf de Amerikaanse generaal Dwight
Eisenhower te tekenen die met een groot leger de Noordpool komt opeisen.
Stalin bracht persoonlijk correcties aan in de tekening, met een rood
potlood. Jefimov voelde zich later wel ongemakkelijk over zijn
dienstbaarheid aan Stalin, maar toch was hij trots op zijn rol in de
geschiedenis van zijn land. "Tot op zeker hoogte waren tekeningen wapens",
zei hij in 2002 tegen het persbureau Associated Press.
Een van Jefimovs meest memorabele tekeningen is die van een droevig kijkende
Adolf Hitler en het verhaal gaat dat Hitler van plan was Jefimov te laten
vermoorden als de nazi's Moskou zouden veroveren. Na de Tweede Wereldoorlog
werd Jefimov naar Neurenberg gestuurd om de nazi's die daar terechtstonden
te tekenen. In de Koude Oorlog beeldde hij Amerikaanse politici af als
oorlogshitsers en inhalige kapitalisten.
Jefimov tekende de aftocht van de Duitsers in 1941, na de slag om Moskou. Ze dragen 'de mythe
van de onoverwinnelijkheid van het Duitse leger' in een doodskist mee.
Jefomov vocht zelf mee in de slag om Moskou.
|