Recensies |
||||
Home | Docent | Leerling | Recensies | Historische links | Zoekmachines | Contact |
||||
de dood van koning Albert I |
||||
70
jaar geleden stierf koning Albert. België en de bevriende landen stonden
verstomd, vanuit alle hoeken van de wereld kwamen blijken van medeleven,
o.m. van Albert Einstein, die in 1933 uit Duitsland was weggevlucht en
even in Den Haan had gewoond. Volgens
de officiële versie was de heldhaftige koning- ridder van de 1° W.O. en
getrainde bergbeklimmer verongelukt door een val van een rots in
Marche-les-Dames, nabij Namen. In
3 beschrijft hij het decor : de auto, de rots, het weer, de lichamelijke
conditie, objecten die verdwenen. In 4 portretteert hij de dramatis
personae : een tiental hofmedewerkers en vrienden van de koning , allemaal
Franstaligen toen en enkele inwoners van Marche-les-Dames. In
5 krijgen we een portret van Albert, in 6 van de talentrijke en omstreden
Elisabeth en haar minnaars, o.a. Albert Einstein en Hendrik De Man. Bij
het nieuws van de dood zei ze geen woord en liet ze geen traan ( p. 75 ). 7
en 8 gaan over faits divers , 9 tot 11 over alle tegenstrijdigheden en
onbeantwoorde vragen. Boeiende
lectuur, die ieders nieuwsgierigheid prikkelt, maar daarom nog geen bewijs
levert. We krijgen ook een gedetailleerd overzicht per uur en minuut van
17 en 18 februari. Achteraan wordt dat nog eens hernomen in de vorm van
een tijdslijn. In
12 bestudeert hij de bewijsstukken, in 13 formuleert hij zo maar even 58
bedenkingen bij het onderzoek en in 14 somt hij de tegenstrijdige
getuigenissen op. In
15 sluit hij eindelijk zes hypotheses uit , in 16 houdt hij er vier over :
een bedrogen echtgenoot, een afgewezen minnares, de koningin , zelfmoord. In
17 en 18 gaat hij zelf het
terrein onderzoeken, in 19 vertelt hij nog wat over historische kritiek,
in 20 over de expertiseverslagen en in 21 over de mogelijke gevolgen als
de waarheid of zijn waarheid aan het licht zou komen en stelt hij dat de
enige methode daarvoor is : het lijk opgraven in Laken. Daarna formuleert
hij overzichtelijk zijn conclusies ( p. 292- 293). Het
boek heeft zijn positieve kanten: Noterman wijst op tegenstrijdige
verklaringen, ongerijmdheden, gemiste kansen, het feit dat Albert
al in 1932 een testament zou opgemaakt hebben en een
levensverzekering afgesloten van 5 miljoen toenmalige BF , goed voor 3,3
miljoen euro nu: verder op het ontbreken van de plaats van overlijden in
de akte, het feit dat de overlijdensakte niet werd ingeschreven in
de registers van Marche-les-Dames, het
weglaten van een
lijkschouwing, een bril die samen met de rest van de klimuitrusting pas
later ongedeerd werd teruggevonden, onderzoeksrechters die het verband
rond het hoofd van de koning lieten en dus de wonde niet zagen. Maar
anderzijds levert hij geen enkel bewijs voor een eventuele moord of
zelfmoord: hijzelf is er rotsvast van overtuigd dat het geen ongeval was ,
hij denkt dat Albert vermoord werd in het paleis van Laken en dat zijn
lijk nadien naar Marche-les-Dames werd vervoerd ; hij toont aan dat het
onderzoek niet volgens de regels is verlopen en concludeert dan maar dat
er maar twee mogelijkheden overblijven : moord of zelfmoord. We hebben in
ons landje wel meer ervaring met geklungel bij
ongevallen en moordpartijen. Referentie
: Jacques
Noterman, De val van Albert I.
Uitgeverij Van Halewyck, Leuven, 2004. 310 p. ; foto’s, noten, register. Jef Abbeel, februari 2004 |
||||
© 1998-2004 Albert van der Kaap, Enschede. Alle rechten voorbehouden. |
||||