Medisch personeel aan het IJzerfront.

De 1° W.O. stond lange tijd in de schaduw van de 2° , maar  maakt sinds enkele jaren  een bescheiden inhaalbeweging. Patrick Vanleene bekijkt het IJzerfront vanuit een originele hoek : artsen, verpleegsters, gewonden en verminkten. Hij houdt zich dus niet bezig met oorzaken, aanleiding, verloop of gevolgen. Daarvoor verwijst hij naar andere studies, die achteraan per onderdeel worden vermeld en toegelicht. Bij de artsen en zeker bij de verpleegsters waren Engelse, Schotse, Amerikaanse, Canadese en Deense in de meerderheid.

Vanleene  onderzoekt , aan de hand van dagboeken, wat de motieven waren die de vrijwilligsters bezielden om naar Flanders Fields te trekken. Verder ook wat vrouwen allemaal moesten doen in Engeland om drie miljoen frontsoldaten te vervangen in landbouw, openbaar vervoer, politie , industrie etc. Het overwicht van Britse verpleegsters was te verklaren doordat het Belgische leger nog maar sinds kort verpleegsters had . Er waren nog maar een paar opleidingen gestart , een katholieke in 1904 , een neutrale in 1907 in Brussel ; deze laatste had de Britse Edith Cavell als directrice . In 1915 werd zij door de Duitsers geëxecuteerd als spionne. Verder waren er ook Belgische nonnen verbonden aan militaire hospitalen.

            Het medische verhaal is niet altijd even boeiend , soms zelfs langdradig. Spannender zijn de verslagen over het dagelijkse leven  , de sfeerbeelden van schrijvers zoals Cocteau of wetenschappers zoals Marie Curie. Deze  dame kwam persoonlijk helpen bij de verzorging van gewonden, dag en nacht . Het valt ook op hoeveel dingen geleverd werden door het  chique Londense warenhuis  Harrods, inclusief beton en stalen deuren. Tegen betaling uiteraard. Het boek begint met een onmisbare kaart , op de binnenkant van de harde omslag : alle dorpjes ,  zoals Pervijze etc. staan erop. Het eindigt met een selectief chronologisch overzicht en een thematische bibliografie, waarin elk boek kort voorgesteld wordt.

            Het register bevat zowel personen als plaatsen. Ik mis enkel Harrods en ik zou Elsie of Harold de T’ Serclaes  niet bij de d zetten,  maar bij de T en hotel “Die Nobele Rose” bij de N of  bij de R .

Bij de Engelse en Franse gedichten staat een vertaling , waardoor het boek ook toegankelijk is voor de gemiddelde lezer. Vele foto’s zie ik hier voor het eerst ; alleen daarvoor loont het boek al de moeite.  Het is opvallend hoeveel cafés, restaurants , hotels , kruisen op kerkhoven een Franse naam hadden in het toenmalige Vlaanderen.  Een woordenlijstje ontbreekt. Onterecht, want niet iedere lezer kent begrippen zoals spahi, straw ward , cellar house etc.

Referentie:

Patrick VANLEENE , Op naar de grote oorlog. Mairi, Elsie en  de anderen in Flanders Fields. Uitgeverij De Klaproos, Koksijde, 2001.   199 p. ; foto’s, lit. , reg. ;  € 23.  ISBN 90 – 5508 – 049 – 7 .