Remedie tegen
Verraad , Caroline Roe
(De kronieken van Isaac van Girona 1)
Vertaling: Hans van den Boom; omslag:
Ken Broeders
Zelhem, De Leeskamer, 2003, 256 blz.
Tijd en ruimte: Girona, Catalonië,
koninkrijk Aragon, 1348.
Genre & thematiek: historische
detective, samenleven van culturen, massahysterie,
schijn en wezen.
Doelgroep: 14 - 18 jarigen & volwassenen.
In de zomer van 1348 kwam
de Dood op bezoek in Girona. Er werd gezegd
- en dat was nauwelijks overdreven - dat
iemand die in die kokend hete maanden ‘s
ochtends vol kracht en energie opstond ‘s
avonds heel goed dood en begraven kon zijn.
Voor de komst van de pest telde de Aljama,
de bloeiende Joodse Wijk van Girona, zo’n
honderdvijftig gezinnen - pakweg
zevenhonderdvijftig zielen. Toen de epidemie
eindelijk voorbij was waren er nog
honderddertig overlevenden over.
De pest - de Zwarte Dood -
was overal; in iedere haven waar schepen
aanmeerden en zeelui ontscheepten en op
iedere weg waar zich reizigers bevonden. De
pest doorkruiste met grote sprongen het hele
middellandse zeegebied, vrat zich
landinwaarts door Italië en Frankrijk en
besprong de oostkust van het Spaanse
schiereiland. Ondanks alle gebeden en
toverspreuken, ondanks dat volop kruiden en
wierook werden gebrand en boete werd gedaan,
trok de ziekte het Spaanse koninkrijk Aragon
binnen, hield huis in de provincie Catalonië
en viel Barcelona aan, om zich daarna, als
een leeuw die een gazelle bespringt, op
Girona te storten. De stad stonk naar de
dood; aan alle kanten hoorde je het
weeklagen van rouwende mensen. De dood hield
geen rekening met rang of stand. Voor hem
was iedereen gelijk: de landarbeider die op
het veld in elkaar zakte, de bedelaar die op
straat lag te sterven, of de rijkaard die
tussen zijden lakens lag te rillen.
Pedro, Koning van Aragon,
rouwde om zijn jonge bruid, die aan de pest
gestorven was voor ze haar heer een zo
begeerde troonopvolger had kunnen geven.
Graaf Hug de Castellbo,
die een week eerder zijn vrouw, twee zonen
en een dochter verloren had, liep op blote
voeten en in jute zakken gekleed zeven mijl
naar de Cisterciënzer Abdij, met in zijn
armen een kistje met zilveren munten, om
daarna in opdracht van de Koning naar
Valencia af te reizen. Want als hij geen
boete deed stonden hem misschien nog wel
veel meer rampen te wachten.
Vrouwe Isabel d’Empuries,
net twaalf geworden, legde een weidebloem op
het verse graf van haar moeder en ging op
weg naar het klooster van Sant Daniel, waar
nog veel meer ontheemde wees meisjes bij de
Benedictijner nonnen waren ondergebracht.
In het huis van Isaac de
heelmeester lag een jongeman te draaien, te
rillen en te zweten, waarbij hij ijlend
Isaac en de Heer om hulp smeekte en
tenslotte ironisch genoeg zelfs zijn
overleden moeder aanriep, van wie hij de
ziekte gekregen had.
“Kunt u niets voor hem
doen, Papa?” Het meisje dat in de
deuropening stond deed een stap de kamer in.
Haar moeder pakte haar
stevig met een arm om haar middel vast en
trok haar de binnenplaats op. “Blijf uit die
kamer, Rebecca,” zei ze.
“Maar Mama, dat is
Bénjamin, die daar zo ligt te lijden!” Haar
stem sloeg over en ze begon heftig te
snikken. “Ik wil alleen maar even zijn
voorhoofd deppen, tegen de koorts,”
fluisterde ze. “Het kan me niet schelen als
ik tegelijk met hem moet sterven.”
“Rebecca, doe niet zo
stom,” zei Isaac. Zijn over het algemeen zo
beheerste stem klonk geërgerd. “Het enige
wat we kunnen doen is ervoor zorgen dat we
zelf niet besmet raken. Als ik hem kon
redden zou ik dat doen, dat zweer ik je.”
Rebecca barstte weer uit
in een nieuwe huilbui.
Lees verder op de website
van Uitgeverij
De Leeskamer |
Inhoud
Het eigenlijke verhaal start vijf jaar
later, op zondag 22 juni 1353, met een stiekem
afspraakje in een donker hoekje van de kathedraal
tijdens de zondagsmis. Geen amoureus rendez-vous. Een
jongeman en een knappe roodharige vrouw smeden plannen
om een non te ontvoeren.
Isaac, wiens gezichtsvermogen tijdens
de pestepidemie reeds sterk achteruitging, is intussen
volledig blind geworden. Om zijn beroep uit te oefenen
heeft hij de hulp nodig van zijn jongste dochter, de
mooie en intelligente Raquel. Zijn oudste dochter
Rebecca is in de jaren na de pestepidemie getrouwd met
de schrijver Nicholau, een christen, en sindsdien door
Isaacs vrouw, de kordate doch wat bekrompen Judith, dood
verklaard. Maar Isaac bezoekt op zijn rondes vaak in het
geniep zijn dochter en haar zoontje.
Diezelfde zondagnacht wordt Isaac in
allerijl opgetrommeld naar het klooster van Sant Daniel:
een van de zusters is ernstig ziek en schreeuwt het uit
van de pijn. De zuster lijdt aan bloedvergiftiging in
een abces, veroorzaakt door een onschuldig lijkend
wondje. Een ongelukje? Of kwaad opzet? Want in het
klooster wacht bisschop Berenguer de Cruilles de
heelmeester op: de zieke, Isabel d’Empuries is niet
alleen zijn nicht, maar bovendien de bastaarddochter van
koning Pedro van Aragon! Isaac laat zijn dochter bij de
zieke achter en vergezelt de bisschop in de stikdonkere
nacht naar zijn paleis. Op weg naar de joodse wijk raakt
hij daarna bekneld in een dronken meute, die om een of
andere reden op jodenjacht is. Hij wordt uit zijn
benarde situatie gered door een kleine Moorse
bedelknaap, Yusuf.
Samen met Isaac en de bisschop is een
bange zuster het klooster ontglipt, op weg naar een
geheime afspraak bij de Arabische baden. ’s Anderendaags
wordt zij met overgesneden keel gevonden, drijvend in
het bad. Niemand kent haar. Dan komt aan het licht dat
de dode Doña Sanxia is, een hofdame van de koningin,
Eleanor van Sicilië, en de kwestie krijgt daardoor een
gevoelige politieke lading. Daarmee is de commotie nog
niet afgelopen. Dezelfde morgen is op een kasteeltje in
de buurt van Girona een kindermeisje verdwenen. Het
meisje wordt teruggevonden, dood, met doorgesneden keel.
Het kind dat bij haar hoort is spoorloos. En dat kind is
de tweejarige kroonprins Johan, hertog van Girona, die
hierheen was gezonden wegens zijn zwakke gezondheid en
door Isaac is genezen.
Hiermee zijn de verhaallijnen zo
ongeveer uitgezet.
Dan vinden Isaac en Yusuf op de markt
een klein, vuil jongetje: de vermomde kroonprins. Isaac
brengt hem onder bij zijn dochter Rebecca. Vervolgens
gebeuren en heel wat dingen quasi tegelijkertijd: Isabel
d’Empuries en haar verpleegster Raquel worden ontvoerd
uit het klooster, gered door Tomas de Bellmunt,
secretaris van de koningin, ondergebracht in een
herberg, opnieuw ontvoerd door een hebzuchtige
huwelijkspretendent, van het altaar gered door Thomas…
Ondertussen stookt een geheim
genootschap, de Broederschap van het Zwaard van
Aarstengel Michael, onrust in Girona. Dan arriveert
koning Pedro in hoogsteigen persoon en ziet de
ongelukkige Tomas de Bellmunt zich ter dood veroordeeld
wegens verraad. Nu komen alle draden samen in een
apotheose waarin de drijverijen ontmaskerd worden, ook
die waardoor Yusuf jaren daarvoor in Valencia zijn
ouders verloor.
Bisschop Berenguer vraagt Isaac zijn
lijfarts te worden. Eind goed, al goed.
Bespreking
Dit is het eerste deel van De
kronieken van Isaac van Girona. Bij de bespreking
van het tweede boek uit deze reeks (dat ik toevallig
eerst las) noteerde ik: “Dit is verweg de beste
historische thriller die ik dit jaar al te lezen kreeg,
uit een hele reeks! Caroline Roe schrijft niet zomaar
een spannend verhaal, zij brengt een wereld tot
zinderend leven, met talloze personen van vlees en
bloed. Haar roman schetst een caleidoscopisch beeld van
een multiculturele samenleving, alsof je kijkt naar een
van die Napolitaanse panoramische kerststallen, die een
heel dorp vol minuscule figuurtjes uit alle lagen van de
gemeenschap op het toneel brengen, waarop je telkens
weer nieuwe details ontdekt.” Dezelfde appreciatie geldt
evenzeer reeds voor dit eerste deel.
Ook hier verloopt de spanningsopbouw
geleidelijk. Vele details krijgen pas later hun ware
betekenis, alsof de stukjes van de caleidoscoop in hun
definitieve vorm vallen.
O ja, het is niet erg gebruikelijk en
wordt zeer weinig gedaan: een welverdiend compliment aan
Ken Broeders, voor zijn zeer geslaagd omslagontwerp.
Didactische
verwerking
- Uitgeverij
De
Leeskamer
heeft zich gespecialiseerd in
historische thrillers. Ze heeft de aanbevelingswaardige
gewoonte om het eerste hoofdstuk van elke roman op haar
website te publiceren als smaakmaker; in dit geval zelfs
de proloog plus het eerste hoofdstuk. Hier kun je dus
veilig een geschikt boek laten kiezen.
- Je kan leerlingen in complementaire
groepjes laten werken rond andere romans, bijvoorbeeld
enkele broeder Cadfaelboeken van Ellis Peters of andere
hoogwaardige historische romans, waarvan je op deze site
voldoende voorbeelden vindt..
Of als variante laat je een klas
werken rond uitsluitend historische thrillers uit
diverse tijdperken.
- Voor het werken met historische
lectuur zie op de site van de Vlaamse Vereniging Leraren
Geschiedenis (VVLG) de algemene artikels over het werken
met (jeugd)literatuur: Gelezen tijd. Historische
romans in de tweede en derde graad: cultuuroverdracht en
leesplezier, Wachters voor de poorten van het
millennium. Historische (jeugd)romans als medium voor
cultuuroverdracht en waardeverduidelijking en
Concreet werken met historische romans in de klas.
http://users.pandora.be/michel.vanhalme/jeugd11.htm
Een heel goede en bijzonder
uitgebreide afdeling historische romans met
verschillende ingangen o.a. alfabetisch via auteur, vind
je eveneens de website van
Histoforum
Jos Martens |