Een systeem onder spanning; de Sovjetunie onder Stalin en Brezjnev
Klik hier voor een chronologie van Rusland in de twintigste eeuw.
Een gezipte Word6 versie van deze samenvatting kun je hier downloaden.
Twee hoofdvragen:
· Stalin: 1928-1953
· Brezjnew 1964-1982
· 1928-1941
· 1964-1982
![]() |
Onder welke omstandigheden kwamen de communisten in Rusland aan de macht en hoe probeerden ze van de Sovjetunie een industriële samenleving te maken? |
Hoe zag de
Sovjetunie eruit aan het begin van de twintigste eeuw?
![]() | Rusland was een uitgestrekt land met zeer veel verschillende volken |
![]() | De bevolking was zeer godsdienstig (Russisch-orthodox) |
![]() | Rusland was voor 80% een agrarisch land |
![]() | Aan het hoofd stond een autocratische tsaar, wiens absolute macht steunde op drie pijlers: |
![]() | De Russisch-orthodoxe kerk waarvan hij hoofd was |
![]() | Een groot ambtenaren apparaat waarin de adel de belangrijkste rol speelde |
![]() | Een sterk leger, een sterke politie en een geheime politie |
Rusland nam deel aan de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), een oorlog die rampzalige gevolgen had voor de bevolking (veel doden en veel honger)
In februari 1917, in oorlogstijd dus, begon er een eerste revolutie van ontevreden burgers. Een maand later (maart 1917) trad de tsaar af. Het parlement (de Doema) vormde een voorlopige regering en overal werden Sovjets opgericht (raden van boeren en arbeiders)
In oktober 1917 grepen in Petrograd (het
voormalige Petersburg) de Bolsjewieken (sinds 1919 communisten genoemd) de macht
onder leiding van Lenin.
Lenin had veel boeren op zijn hand gekregen door hen vrede, land en brood te
beloven.
Moskou werd de nieuwe hoofdstad van Rusland.
Karl Marx (de ‘vader’ van het communisme) had voorspeld dat in een industriële samenleving, waarin de rijken steeds rijker en de armen steeds armer werden de bezitloze fabrieksarbeiders (proletariërs) op een gegeven moment de macht zouden overnemen door middel van een revolutie. Zij zouden dan een tijdlang een dictatuur van het proletariaat vormen totdat uiteindelijk de klassenloze samenleving een feit zou zijn. De productiemiddelen (machines, fabrieken, grond, mijnen) zouden in handen komen van de gemeenschap.
Omdat Rusland geen geïndustrialiseerd land was meende Lenin dat een revolutie in Rusland alleen zou kunnen slagen als een kleine elite van revolutionairen deze zou leiden. De leer van het communisme van Marx wordt dus door Lenin aangepast aan de situatie in Rusland. Deze aangepaste leer wordt het Marxisme-Leninisme genoemd.
Burgeroorlog (1918-1922)
De communisten (de Roden) moesten het in deze jaren opnemen tegen een grote groep tegenstanders die de Witten werden genoemd, bestaande uit o.a. tsaristische generaals en buitenlandse troepen. Deze burgeroorlog werd uiteindelijk, mede door een grote verdeelheid van de Witten, door de communisten gewonnen.
Tijdens deze burgeroorlog voerde Lenin op meedogenloze wijze het oorlogscommunisme in, waarbij bedrijven werden genationaliseerd en boeren werden gedwongen producten te leveren tegen zeer lage prijzen.
De productie in de landbouw daalde van 100 (indexcijfer) in 1913 naar 60 in 1921. (in de industrie daalde het productiecijfer in dezelfde periode van 100 naar 31)
Hiertegen kwam zoveel verzet dat Lenin in 1921 de NEP invoerde (de Nieuwe Economische Politiek). De boeren moesten omgeveer 10% van hun oogst afstaan als belasting en mochten de rest mochten zij op de markt verkopen. Het was niet langer verboden winst te maken en er kwam weer verschil in inkomen. De economie kreeg weer kapitalistische trekjes.
In 1924 stierf Lenin en na zijn dood ontstond er een machtsstrijd tussen vooral Trotski en Stalin, die uiteindelijk in 1928 door Stalin werd gewonnen.
![]() | Welke politieke orde stond Stalin na 1928 voor? |
![]() | Welke ontwikkelingen brachten Stalin tot zijn ingrijpende hervormingen? |
![]() | Hoe werd een stevige basis voor een industriële samenleving gelegd? |
![]() | Waarom werd Stalins nieuwe orde in economische zin geen onverdeeld succes? |
In 1928 maakte Stalin onmiddellijk een einde aan de NEP. Hij had er geen vertrouwen in dat Rusland van onderop een communistische samenleving zou worden. Bovendien voelde hij zich door het westen bedreigd. Hij wilde een Grote Doorbraak, die hij meende te kunnen realiseren door:
![]() |
van de S.U. een sterke industrie macht maken. |
![]() |
Van de S.U. een sterke militaire mogendheid maken |
![]() |
de landbouw collectiviseren |
De industrie
De opbouw van de industrie werd als een commando-eonomie centraal vanuit Moskou geregeld door het Gosplan. In vijfjarenplannen werden de doelstelling vastgelegd. De nadruk lag op:
![]() |
Zware industrie |
![]() |
Energiewinning |
![]() |
Infrastructuur |
![]() |
Bewapening |
Gevolgen van deze geforceerde opbouw van de zware industrie waren o.a.:
![]() |
Zeer weinig aandacht voor consumptiegoederen |
![]() |
Vrouwen werden ingezet in de industrie, maar moesten daarnaast ook het huishouden runnen (dubbel belast) |
![]() |
Er werd niet gelet op kosten en kwaliteit wat leidde tot verspilling van kapitaal, natuur en arbeid |
![]() | Hoe kon in de dorpen in korte tijd een communistische economie worden gevestigd? |
![]() | Wat betekende de collectivisatie voor het dagelijks leven van de boeren? |
![]() | Waarom werd het platteland niet volledig hervormd? |
De collectivisatie van de landbouw
Collectivisatie wil zeggen dat een aantal
boerderijen in een mir (dorp) worden samengevoegd tot een grote boerderij, een kolchoze.
Het aantal particuliere boerderijen daalde van 100 (indexijfer)
in 1928, via 40 in 1932 naar 10 in 1938.
Naast kolchozen kwamen er op nieuw ontgonnen
grond ook grote staatsboerderijen, de sovchozen
Doelstellingen van de collectivisatie waren:
![]() | Een hogere opbrengst door schaalvergroting en mechanisatie (machine- en tractor stations). Met deze opbrengst moesten de arbeiders in de steden worden gevoed. |
![]() | Bestrijding van de klassenvijand (Koelakken) op het platteland |
Boeren die zich tegen de collectivisatie verzetten werden:
![]() | Vermoord |
![]() | In kampen in Siberië te werk gesteld (Goelag-archipel) |
![]() | Stalin hield vooral huis in de Oekraïne, waar hij niet alleen een eind wilde maken aan het verzet tegen de collectivisatie, maar ook de nationale sentimenten wilde breken. |
Gevolgen voor de overgebleven boeren:
![]() | Zij werden opgejaagd en onderdrukt. |
![]() | Het loon werd uitgedrukt in arbeidsdagen, waarvan de waarde achteraf werd bepaald aan de hand van de productie |
![]() | Toen in 1932/33 het binnenlandse paspoort werd ingevoerd kregen de boeren geen paspoort zodat zij gebonden waren aan de grond waarop zij werkten. |
![]() | De kolchozen moest verplicht leveren aan staat en machine- en tractorstation. |
![]() | De landbouw was ineffectief: |
![]() | Gebrek aan zaaigoed |
![]() | Gebrek aan machines |
![]() | Tijd verkwist aan verplichte ideologische scholing |
![]() | Boeren werken niet hard (wel op hun eigen kleine stukje grond, dat boeren sinds 1935 mochten hebben)) |
![]() | Hoe versterkte Stalin zijn greep op de partij? |
![]() | Welke plaats en functies hadden partij en partijkader in de Stalinistische samenleving? |
![]() | Hoe bouwde Stalin zijn zeer grote macht in de samenleving op? |
![]() | Waarom stelde Stalin zich niet als de
almachtige leider op de voorgrond |
Alle macht in de S.U. lag in handen van de
communistische partij en binnen de partij was geen enekel discussie mogelijk.
Alles wedr van bovenaf opgelegd. In theorie was het Partijcongres het hoogste
orgaan (slechts eens in de vijf jaar bijeen) en koos dit congres het Centraal
Comité dat weer het Politburo koos, het dagelijks bestuur van de partij. In de
praktijk werd alles van bovenaf geregeld en was Stalin, als secretaris-generaal
van 1922-1953 verantwoordelijk voor alle benoeming, de absolute alleenheerser.
Zo’n systeem waarbij alles van bovenaf wordt geregeld noemen we democratisch-centralisme
In 1934 werd de staatsveiligheidsdienst, de OGPOe, onderdeel van de NKVD (het ministerie van Binnenlandse Zaken)
Van 1936-1938 was Nikolai Jezjov
hoofd van de NKVD. In deze periode vond de Grote Terreur plaats. Tijdens
deze periode van grote zuiveringen verloor de top van het leger en vele
partijfunctionarissen het leven verloren of belandden in kampen in de
Goelagarchipel. Er conden veel show (schijn) processen plaats.
Hij zelf werd op bevel van Stalin door Beria gearresteerd en geliquideerd in
1939.
In 1938 werd hij als hoofd van de NKVD opgevolgd door Lavrenti Beria. Na de dood van Stalin deelde hij met Malenkov de opperste macht, maar in 1953 werd hij onverwachts afgezet en na een kort proces gefusilleerd.
De
Stalin constitutie (1936)
In deze grondwet stond dat de partij de leidende kern van alle maatschappelijk en staatkundige organisaties was:
![]() | Alle leidende functies in de staat, de economie en het leger wasren in handen van partijfunctionarissen |
![]() | Zij genoten grote privileges (voorrechten) |
![]() | Er werd op grote schaal gebruik gemaakt van propaganda |
![]() | Angelina Praskovja ( tractorbestuurster) |
![]() | Alexej Stachanow (mijnwerker) |
![]() | Angst en terreur (velen namen zelf aan de terreur deel of meenden dat Stalin er zelf niets mee te maken had) |
![]() | Stalin verscheen zelf slechts zelden in het openbaar en hield daarmee de mythevorming rond zijn persoon in stand |
Waarom en hoe probeerde Stalin een nieuwe
sovjetmens te creëren en waarom lukte dit maar gedeeltelijk?
![]() | Een totalitaire samenleving is een samenleving waarin de machthebbers het leven van de mensen volledig in hun macht willen hebben tot en met het denken en voelen van mensen. |
![]() | Het individu speelt geen rol |
![]() | De nieuwe sovjetmens moest één zijn met de massa |
Om de nieuwe sovjetmens te scheppen
was een culturele revolutie nodig:
![]() | Onderwijs |
![]() | Bestrijding van het analfabetisme |
![]() | Grote schoonmaak onder leerlingen en studenten. Kinderen van arbeiders kregen voorrang boven kinderen van hoger opgeleiden |
![]() | Politieke vorming |
![]() | De jeugd werd beïnvloed in de jeugdbewegingen |
![]() | Pioniers (9-14) |
![]() | Komsomol (14-28) |
![]() | Jongeren trokken als onderwijzers en propagandisten het land door |
![]() | Vakbonden organiseren allerlei cursussen |
![]() | Georganiseerde sportbeoefening |
![]() | Massale sportmanifestaties |
![]() | Socialistische realisme |
![]() | Film (als propaganda middel) moest in dienst staan van de opvoeding |
![]() | Kunst moet realistisch en begrijpelijk zijn |
![]() | Kunst moet successen van de sovjet economie verheerlijken |
![]() | Jongeren waren eerder overuigd dan ouderen |
![]() | Op het plaateland waren de mensen over het algemeen mindr enthousiast voor het communisme dan in de steden |
![]() | Het geloof bleef ondergronds een grote rol spelen, ookal probeerde Stalin het geloof uit te roeien en kerken verwoesten |
![]() | Stalin was tegen het burgerlijke gezin en voor abortus, maar toen het aantal geboortes drastisch daalde werd abortus wwer verboden (1935) |
In juni 1941 viel Hitler de Sovjet Unie aan. Deze aanval kwam, althans wat het moment betrof, onverwacht en toonde zowel een zakke als een sterke kant van het systeem:
![]() |
Zwak: signalen dat Duitsland zich op een aanval voorbereidde werden niet aan Stalin doorgegeven |
![]() |
Sterk: de S.U. was in staat vervolgens snel oorlogsmaterieel te produceren. |
Stalin slaagde erin de bevolking te mobiliseren door:
![]() | In te spelen op nationalistische gevoelens onder de bevolking |
![]() | Een nieuw pratiottistisch volkslied in te voeren |
![]() | Zich te verzoenen met de kerk |
![]() | Capabele officieren uit de kampen te halen om het leger aan te voeren |
Stalin overleed in 1953. Kort na zijn dood werd de chef van de NKVD Beria opgepakt en ter dood gebracht. De naam van de geheime dienst werd veranderd in KGB en kwam onder bevel van het Centraal Comité.
Na enige tijd werd Nikita Chroestjov de sterke man. Op het 20e partijcongres van de communistische partij in 1956 hield zijn beroemde Destalinisatie rede waarin hij de misdaden van Stalin aan de kaak stelde.
Aanvankelijk boekt Chroestjov grote economische successen, maar rond 1960 raakte de landbouw in een diepe crisis. Deze crisis en de Cuba crisis in 1962 werden henm noodlottig en in 1964 werd hij afgezet.
![]() |
Wat waren de verschillen en overeenkomsten tussen het bewind van Stalin en het bewind van Breznjew? |
![]() |
Hoe ontwikkelde het politieke klimaat en de economie zich in de periode Brezjnew? |
Stabiliteit,
rust en orde karakterisieerde het bewind van Brezjnew. Wat bleef er tijdens zijn
bewind hetzelfde?
![]() |
De
communistische partij, waarvan de top steeds meer vergrijsde, behield haar
leidende rol (bevestigd in de grondwet van 1977). Toch was Breznjew geen
absoluut leider zoals Stalin was geweest, maar meer een primus inter pares,
de eerste onder zijns gelijken. |
![]() |
De
centraal geleide planeconomie bleef bestaan |
![]() |
De
collectivisatie bleef bestaan |
![]() |
De
persoonsverheerlijkinf bleef bestaan |
Wat
veranderde er ten tijde van Breznjew?
![]() |
De
propaganda werd minder agressief |
![]() |
Er
kwam wat meer vrijheid in het privé leven, maar dissidenten, mensen met
kritiek op het systeem, werden hard aangepakt |
![]() |
B.
voerde een voorzichtige nationaliteiten politiek |
![]() |
Godsdienst werd meer getolereerd, hoewel bepaalde godsdienstige groeperingen, zoals baptisten, wel werden vervolgd |
De
economie
Economisch
ging het aanvankelijk goed tot ongeveer 1970. Vanaf dat moment werd met name de
technologische achterstand op het westen weer groter en moest technologie zelfs
in het buitenland worden gekocht. Dit betekende een breuk met Stalin’s
politiek van autarkie. Ook de landbouw ging in de jaren zeventig
achteruit.
De tweede
economie (illegaal werken, zware handel) groeide doordat de centraal geleide
planeconomie niet goed werkte. Deze tweede economie gaf partijleiders in alle
delen van de S.U. meer macht en leidde daarmee tot een informele decentralisatie
van de macht.
Deelvraag 5
![]() |
Hoe reageerden de Sovjetburgers op de politieke en economische stagnatie |
![]() |
Hoe stonden jongeren tegenover de communistische ideologie? |
![]() |
waarom was de partij niet in staat de stagnatie (stilstand) van het systeem te doorbreken? |
De economie groeide weliswaar behoorlijk tussen 1965-1975, maar:
![]() | Veel producten waren niet of slechts mondjesmaat te krijgen |
![]() | De kwaliteit van veel producten was slecht |
![]() | In het grijze circuit moesten hoge prijzen worden betaald |
Reacties van de burgers:
![]() | De staat werd gezien als (al)machtig en dat leidde tot passiviteit en gehoorzaamheid in een periode dat de burgers in het westen juist steeds mondiger werden. |
![]() | De arbeidsmoraal was slecht (‘zij (de leiders) doen alsof ze ons betalen, wij doen alsof we werken’) |
![]() | Er was sprake van drankmisbruik (de staat deed hier weinig tegen , de drank hield de mensen rustig en het leverde geld op) |
![]() | De kloof tussen de burgers en de staat was het grootst op het platteland. Veel jongeren trokken naar de stad. |
![]() | De positie van de vrouwen was, zowel op het platteland als in de stad, niet te benijden. Zij moesten vaak zwaar werk verrichten dat ook nog eens slecht betaald werd. Daarnaast hadden de vrouwen de zorg voor het gezin (dubbele belasting) |
![]() | Jongeren geloofden steeds minder in het communisme en vergaapten zich aan de popmuziek uit het Westen. |
Waarom werd er zo weinig tegen de stagnatie ondernomen?
![]() | Veel ondergeschikten durfden aan hun superieuren niet te vertellen hoe slecht de situatie was |
![]() | Er was weinig druk vanuit de bevolking om er iets aan te doen. De bevolking was bang dat vernieuwingen alleen maar verslechteringen zouden inhouden |
![]() | Veel hoge partijfunctionarissen profiteerden van de corruptie |
![]() | De macht van de regionale partijleiders bemoeilijkte centraal geleide hervormingen |
![]() | Hervormingen konden de macht van de partij aantasten |
Toen Michael Gorbatsjow in 1985 partijleider werd begon hij met meer openheid (glasnost) en met economische en politieke hervormingen (Perestrojka). Deze vernieuwingen luidden het einde in van de Sovjetunie. (21-12-1991)