Staatsinrichting 3

Voor wie is de mening in dit artikel kenmerkend?
1. voor een confessioneel
2. voor een feministe
3. voor een liberaal
4. voor een socialist
Bron A

Bron B

Bron C

Welke tekening is gemaakt door iemand die vindt dat het algemeen kiesrecht de arbeiders weinig voordeel oplevert?
1. Bron A
2. Bron B
3. Bron C
Bron A

Bron B

Bron C

Bron D

In de huidige Nederlandse grondwet staan klassieke en sociale grondrechten. Maar die grondrechten hebben er niet altijd in gestaan.
Welke twee bronnen laten situaties zien die later geleid hebben tot het invoeren van sociale grondrechten?
1. A en B
2. B en C
3. C en D
4. A en C
5. B en C
6. C en D
Wat zijn de twee hoofdtaken van de Tweede Kamer?
1. beslissen over wetsvoorstellen en controleren van de regering
2. controleren van de regering en leidinggeven aan ministeries
3. leidinggeven aan ministeries en rechtspreken
4. rechtspreken en beslissen over wetsvoorstellen
Welke omschrijving past bij het stelsel van evenredige vertegenwoordiging?
1. De kiezer mag een stem uitbrengen op één persoon van elke deelnemende partij.
2. De zetels worden verdeeld volgens het aantal stemmen dat elk van de partijen heeft
  behaald.
3. Elke partij heeft in de Tweede Kamer evenveel te vertellen.
4. Per kiesdistrict krijgt degene die de meeste stemmen heeft behaald een zetel.
Hier onder staat een parlementair recht:
budgetrecht

Welke omschrijving past het beste bij dit recht?
1. het recht om een onderzoek in te stellen naar het optreden van de overheid in een
  bepaalde zaak
2. het recht om een minister of staatssecretaris ter verantwoording te roepen
3. het recht om te bepalen hoe hoog de uitgaven van de regering mogen zijn en waaraan
  het geld besteed mag worden
4. het recht om een wetsvoorstel in te dienen
Hier onder staat een parlementair recht:
recht van enquête

Welke omschrijving past het beste bij dit recht?
1. het recht om een onderzoek in te stellen naar het optreden van de overheid in een
  bepaalde zaak
2. het recht om een minister of staatssecretaris ter verantwoording te roepen
3. het recht om te bepalen hoe hoog de uitgaven van de regering mogen zijn en waaraan
  het geld besteed mag worden
4. het recht om een wetsvoorstel in te dienen
Hier onder staat een parlementair recht:
recht van initiatief

Welke omschrijving past het beste bij dit recht?
1. het recht om een onderzoek in te stellen naar het optreden van de overheid in een
  bepaalde zaak
2. het recht om een minister of staatssecretaris ter verantwoording te roepen
3. het recht om te bepalen hoe hoog de uitgaven van de regering mogen zijn en waaraan
  het geld besteed mag worden
4. het recht om een wetsvoorstel in te dienen
Hier onder staat een parlementair recht:
recht van interpellatie

Welke omschrijving past het beste bij dit recht?
1. het recht om een onderzoek in te stellen naar het optreden van de overheid in een
  bepaalde zaak
2. het recht om een minister of staatssecretaris ter verantwoording te roepen
3. het recht om te bepalen hoe hoog de uitgaven van de regering mogen zijn en waaraan
  het geld besteed mag worden
4. het recht om een wetsvoorstel in te dienen
Een omschrijving van een persoon die met justitie te maken heeft:
het berechten van misdadigers

Welke persoon hoort bij deze beschrijving?
1. minister en kamerlid
2. officier van justitie
3. politieagent
4. rechter
Een omschrijving van een persoon die met justitie te maken heeft:
het maken en goedkeuren van het Wetboek van Strafrecht

Welke persoon hoort bij deze beschrijving?
1. minister en kamerlid
2. officier van justitie
3. politieagent
4. rechter
Een omschrijving van een persoon die met justitie te maken heeft:
het opsporen van misdadigers

Welke persoon hoort bij deze beschrijving?
1. minister en kamerlid
2. officier van justitie
3. politieagent
4. rechter
Een omschrijving van een persoon die met justitie te maken heeft:
het opstellen van de aanklacht en vervolging

Welke persoon hoort bij deze beschrijving?
1. minister en kamerlid
2. officier van justitie
3. politieagent
4. rechter
Wanneer vervalt volgens dit artikel uit de grondwet het recht om je godsdienst in alle vrijheid te belijden?
1. als je aanhanger bent van een godsdienst die in Nederland door maar weinig mensen
  wordt beleden
2. als je een godsdienst aanhangt die niet wordt genoemd in de Nederlandse grondwet
3. als je geloof niet past bij de christelijke tradities in Nederland
4. als je vanuit je geloofsopvatting oproept om mensen met andere denkbeelden te
  vervolgen
Wat maakt Nederland tot een rechtsstaat?
1. Alle burgers zijn gelijk voor de wet en de overheid maakt zich nooit schuldig aan onrechtmatig handelen.
2. De overheid maakt zich nooit schuldig aan onrechtmatig handelen en door deskundige rechters is het Wetboek van Strafrecht vastgesteld.
3. Door deskundige rechters is het Wetboek van Strafrecht vastgesteld en er is onafhankelijke rechtspraak.
4. Er is onafhankelijke rechtspraak en alle burgers zijn gelijk voor de wet.

Staatsinrichting 3

Quiz