home tijdvak 1 tijdvak 2 tijdvak 3 tijdvak 4 tijdvak 5 tijdvak 6 tijdvak 7 tijdvak 8 tijdvak 9 tijdvak 10
Jan Pieterszoon Coen
Bijdragen van verschillende personen aan de discussie over het standboeeld van J.P. Coen
Bron 1
Het wordt tijd, dat Nederland weer zijn geschiedenis
leert kennen. Het voorstel van de Raad te Hoorn is niet
alleen wereldvreemd, maar raakt kant noch wal.
Als je de geschiedenis wilt interpreteren naar de
huidige gangbare geëvolueerde opvattingen van de mens,
dan zul je de teksten van alle standbeelden in Nederland
moeten aanpassen.
Bovendien Coen, lees het memorandum, dat hij zelf heeft
geschreven was een man die zijn tijd ver vooruit was.
Toen al veel verder dan de huidige gemeenteraad van
Hoorn
Wie brengt de gemeenteraad op andere gedachten? Wie gaat
ze een mail zenden?
Wij zullen de Staatsecretaris moeten houden aan haar
belofte vorige maand gedaan in de Tweede Kamer , de
leerlingen van nu en de toekomst het juiste verhaal te
vertellen over ons verleden, Joty
Bron 2
Coen als belichaming van de VOC-mentaliteit hoort bij
Nederland, wie zou dat willen ontkennen? Het is niet
voor niets dat hij door Jan Romein en Annie
Romein-Verschoor werd gezien als erflater van de
Nederlandse beschaving en om deze reden door hen werd
opgenomen in hun standaardwerk over de Nederlandse
geschiedenis. Dit wil niet zeggen dat zij blind waren
voor het onaangename karakter van de man en zijn
onbehouwen gewelddadige optreden in de archipel:
"Hij legde de grondvesten van een koloniaal rijk, dat de
gehele verdere politieke, maatschappelijke en culturele
geschiedenis van Nederland mede bepaald heeft en hij
werd ervoor beloond - afgezien van de omstreden ton
gouds - met de vloek van duizenden ongelukkigen. Wie het
eerste als zijn doelbewuste daad geëerd wil zien,
aanvaarde ook de last van de laatste." (http://www.dbnl.org/tekst/rome002erfl01_01/rome002erfl01_01_0012.php).
Die aanvaarding had bij de onthulling van het standbeeld
ten ene male ontbroken. Eeuwenlang had Hoorn een
eerbetoon aan de beroemde stadsgenoot ontbeert, toen in
1893 het standbeeld van Coen werd onthuld. De loftrompet
werd gestoken. “Hulde aan zijn onbaatzuchtigheid, zijn
zelfverloochening, zijn zelfopoffering. Hulde aan zijn
voortvarendheid, zijn volharding, zijn heldenmoed. Hulde
aan zijn waakzame voorzichtigheid, zijn vér ziend
beleid, zijn vorstelijke wijsheid,” aldus de katholieke
politicus Schaepman in zijn feestrede. Hij vervolgde met
de bewering dat Coen’s karakter "ongeschonden staat als
in het midden van den ver, ver zwalpenden oceaan de
krijtwitte rots, waaraan wat wier of schuim van golven
kan blijven hangen, maar die geen slijk besmeuren, geen
modder overstelpen zal". (http://www.historischnieuwsblad.nl/00/hn/nl/0/artikel/print/5854/Stille_getuigen:_Het_standbeeld_van_Jan_Pieterszoon_Coen.html).
Dat laatste was nogal voorbarig. In de laatste decennia
van de negentiende eeuw deden nieuwe inzichten opgeld,
de geest van Multatuli waaide door Nederland. Nederland
had een “eereschuld” in Indië, de roof en uitbuiting van
voorgaande tijden moesten goedgemaakt middels een nieuwe
Ethische Politiek. De aanhangers van deze nieuwe
richting konden het kritiekloze eerbetoon aan Coen niet
waarderen. Coen had weliswaar de fundamenten voor het
Nederlandse wereldrijk gevestigd, maar woog dat op tegen
de gewelddaden van de man? Zelfs het koninklijke huis
wilde zich niet aan Coen branden; regentes Emma en
prinses Wilhemina ontbraken bij de onthulling – een feit
dat niet onopgemerkt bleef.
Kortom, gemengde gevoelens omtrent Coen en zijn
standbeeld zijn niet van vandaag of gisteren. Het
Hoornse ongemak staat in een langere kritische traditie.
Daarom ben ik, met alle respect, van mening dat Joty ter
Kulve het mis heeft. Juist het verwijt dat het voorstel
van de raad wereldvreemd is en kant noch wal raakt, doet
geen recht aan het verleden van zowel Coen als het
standbeeld.
Ik waardeer het dat de gemeente heeft afgezien van het
verwijderen van Coen. Niet alleen staat het beeld er
meer dan een eeuw op een prominente plaats en is
hierdoor een markant onderdeel van het stadsbeeld, Coen
hoort, zoals betoogd, bij de geschiedenis en identiteit
van Hoorn en Nederland. De keuze voor een toegevoegde
tekst is echter zeer goed verdedigbaar. Wie Coen wil
eren, dient ook de zwarte kant van hem te aanvaarden.
P.S. De tekst luidt: "Zowel tijdgenoten als historici
uitten kritiek op Coens bijzonder harde handelspolitiek.
In 1621 nam hij met veel geweld de Banda-eilanden in,
omdat de bewoners weigerden hun muskaatnoten uitsluitend
aan de VOC te verkopen. Hierbij vielen duizenden
slachtoffers"
Bron 3
Het ligt toch simpel ?
Het is hardstikke fout een massamoordenaar te
verheerlijken en in concreto op een voetstuk te zetten.
En natuurlijk moet je een butcher beoordelen vanuit je
eigen normen over goed en kwaad, en je kunt de
tijdsgeest in je beoordeling laten meewegen.
Maar de tijdsgeest toen, zoals de Bandanezen dachten was
ook al dat Coen en zijn troepen afschuwelijke
moordenaars waren.
En zoals ook andere VOC-heren dachten was: die man was
inderdaad te bruut.
Dat standbeeld had er nooit mogen komen. Het hoort thuis
in een VOC-museum als voorbeeld van chauvinistische
dwaasheid.
Bron 4
De handelswijze van J.P.Coen was natuurlijk zeer
laakbaar, maar word helaas wederom door hedendaagse
generaals en wereld machtsdragers op grote schaal
toegepast in bijvoorbeeld Afrika en andere ontwikkelings
gebieden waar ook maar iets te halen is waarmee de
enorme egoistische hebzucht van een mens bevredigd kan
worden, hetgeen overigens nooit en te nimmer het geval
zal zijn omdat de geschiedenis, zij het dan in iets
andere vorm en met andere middelen zich steeds herhaald.
Misschien als men tot het inzicht komt dat er geen goden
zijn of een herkansing van het leven, en dat ook
onderwijst aan de jonge mens, dat men dan al wat is,
beter kunnen delen en doorgeven aan volgede generaties
zonder elkaar de hersens in te slaan.
Bron 5
Berouw komt altijd na de zonde. Maar als we in de tijd terug konden reizen en Coen hebben kunnen tegenhouden....hoe zou Nederland er dan voorstaan? Cultureel en economisch in ieder geval als de bekende Calimero. In dit geval schiet je met het voortschrijdend inzicht in de eigen voet.Overste Karremans (Sbrenica) kon bv z'n 'daden' ook niet overzien en was ook maar een speelbal van z'n superieuren.
Deze bronnen zijn afkomstig van deze website.
Bron 6
Iemand als Coen hoor je niet te eren
Rellen
Het beeld was al omstreden voordat het er stond. In 1887
schreef historicus J. A. Van der Chijs over de
mogelijkheid dat in Nederland Coen geëerd werd met een
standbeeld: 'Ik betwijfel of zulks nog zou verrijzen.
Aan zijn naam kleeft bloed.' Zes jaar later kwam het
beeld er alsnog. Het koningshuis dat was uitgenodigd om
bij de onthulling aanwezig te zijn, bedankte voor de eer
uit vrees voor het uitbreken van rellen.
Op de sokkel staat nu:
'Jan Pieterszoon Coen (1587-1629). Geboren te Hoorn. Gouverneur-generaal van de VOC en grondlegger van Batavia, het huidige Jakarta. Standbeeld geplaatst in 1893.'
Een deel van de door het stadsbestuur voorgestelde nieuwe tekst luidt: 'Zowel tijdgenoten als historici uitten kritiek op Coens bijzonder harde handelspolitiek. In 1621 nam hij met veel geweld de Banda-eilanden in, omdat de bewoners weigerden hun muskaatnoten uitsluitend aan de VOC te verkopen. Hierbij vielen duizenden slachtoffers.'
Onze vaderlandse geschiedenis kent geen grotere schurk
dan Coen. Hij stichtte Batavia door de stad eerst
volledig plat te branden. Hij pleegde volkerenmoord op
de Banda-eilanden door de 15 duizend inwoners bijna
allen de dood in te jagen. Coen schreef zelf over het
resultaat van zijn optreden: 'De inboorlingen sijn meest
allen door den oorloch, armoede ende gebreck vergaen.
Zeer weynich isse op de omliggende eilanden ontcomen.'
Kracht
Een massamoordenaar hoor je niet te eren met een
standbeeld in het hart van je stad. Het komt bevreemdend
over dit te moeten uitleggen. De voorstanders van de
status quo wringen zich in de vreemdste bochten om hun
standpunt kracht bij te zetten.
Het is merkwaardig het moorddadige optreden van Coen te
relativeren door te verwijzen naar tijdgenoten die zich
ook te buiten zijn gegaan aan geweld. Dan kun je met
dezelfde kracht van argumenten beweren dat er niks tegen
is op een standbeeld voor Ratko Mladic omdat kort
voordat hij huishield in Srebrenica, in Rwanda hetzelfde
gebeurde.
En als we Coen dan toch in een historische context
plaatsen: ook in de Gouden Eeuw was het bepaald
ongebruikelijk genocide te plegen. Historici zijn daarom
ook nooit dol geweest op Coen. De zelfverklaarde fascist
F.C. Gerretson daargelaten. Hij publiceerde in 1943
Coens Eerherstel, met goedkeurend stempel van de
Kultuurkamer. Het is verplicht leesvoer voor iedereen
die Coen op zijn sokkel wil houden.
Bron: Eric van de Beek in de Volkskrant 12 juli 2011
Copyright: Albert van der Kaap, 2011