inleiding opdracht werkwijze bronnen beoordeling reflectie docent


Daens
 

 
Kijkopdrachten bij de film Daens

Gemaakt door: Jan de Vries
 

We gaan kijken naar een groot gedeelte van de film ‘Daens’. Het is een spannende film met gedeeltes waar je erg om kunt lachen, maar ook met stukken waar je over na moet denken.

De film is te lang om alles te bekijken, daarom gebruiken we alleen de spannende stukken en de gedeeltes waarvan je veel kunt leren.

In de film wordt een aantal dingen uit het geschiedenisboek behandeld. Je snapt de film beter, als je uit Sfinx VM1 het volgende leest:

Hoofdstuk  8, De industriële revolutie.

bladzijde 118 en 119, paragraaf 8.1, Alles uit de machine

bladzijde 124 en 125, paragraaf 8.4, Welke gevolgen had de vraag naar arbeiders?

bladzijde 126 en 127, paragraaf 8.5, De vraag naar huizen.

bladzijde 128 en 129, paragraaf 8.6, De vraag naar rechtvaardigheid.

Maar als je naar de film kijkt en de opdrachten goed maakt, dan snap je het schoolboek – en dus de toets straks - ook beter. 

Het is de bedoeling dat we van de film wat leren, daarom moet je goed kijken en er opdrachten bij maken. Om te zorgen dat dat goed gaat, is het volgende belangrijk:

1)  Doe altijd precies wat in de hokjes staat. Het vooraf lezen van de opdrachten zorgt er voor dat je weet waar je op moet letten.

2)  Probeer tijdens het kijken geen antwoorden op te schrijven, dan mis je misschien andere belangrijke dingen van de film.

3)  Schrijf de antwoorden netjes met potlood op. Eventuele fouten kun je dan later netjes en makkelijk verbeteren.

4)  De vragen en antwoorden met een ! moet je leren voor de toets.

 

LEES:  Voordat je gaat kijken naar deel 1 van de film lees je eerst hieronder tot en met vraag 6.

 

 

Daens deel 1.

In de Belgische stad Aalst staan grote textielfabrieken. Daar werken veel volwassenen en kinderen. In de stad komt een nieuwe priester werken: priester Adolf Daens.

 

 

1.       !

In welke eeuw speelt de film zich af?

 

 

 

2.        

Waarom krijgt het jongetje (Jefke) een boete van de fabrieksopzichter (Schmitt)?

 

 

 

 

 

 

 

 

3.        

Er wordt een krantenverkoper (Jan de Meeter) gearresteerd.

Welke krant (‘Gazet’ is het Belgische woord) verkoopt hij?

 

 

 

 

 

4.        

Wat stelen Jefke en twee andere jongens van de vrouw op straat?

 

 

 

5.        

Waardoor is het meisje gestorven?

 

 

 

         

6.       !

Schrijf nu - van wat je gezien hebt - een verhaaltje van minstens drie regels over het leven van de fabrieksarbeiders in Aalst.

Gebruik daarbij de volgende woorden: eeuw, textielfabriek, werk, eten, dood.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Je gaat nu naar het begin van de film kijken.

De film is in België gemaakt en er wordt veel Vlaams gesproken. Je moet dus goed luisteren, anders begrijp je niet wat de mensen zeggen.

Het begin van de film is zwart-wit, al heel snel is de film in kleur. De film begint in de textielfabriek. Even later zien we hoe priester Daens vertrekt uit de stad Dendermonde om in Aalst te gaan werken.

Bekijk de film, deel 1 (vanaf 0.00.00-0.08.12

Maak dan de vragen 1 t/m 6

Lees nu het stuk Daens deel 2 t/m vraag 13

 

Daens deel 2.

Priester Adolf Daens is erg geschrokken van de toestanden in de textielfabrieken in Aalst. Hij schrijft erover in de krant van zijn broer Pieter. Daardoor begint de Belgische regering een onderzoek. In de textielfabriek komt een ‘Inspectiecommissie’ op bezoek.

 

 

7.        

Wat gebeurt er met de kinderen in de fabriek? Leg uit waarom

 

 

De kinderen worden

 

 

 

omdat

 

 

 

 

 

 

8.        

Waarom lukt het fabrieksmeisje (Nette) het niet om te vertellen wat er in de fabriek aan de hand is? Noem drie dingen.

 

 

1)   

 

 

 

 

2)   

 

 

 

 

3)   

 

9.       !

In de toneelvoorstelling wordt een gezin gespeeld. Wat voor soort gezin en waar kun je dat aan zien?

 

 

Een

 

gezin , omdat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10.    

Waarom stoppen de vrouwen met werken?

 

 

 

 

 

11.    

Waarom gaan de vrouwen in optocht door de stad?

 

 

 

 

 

12.   !

Hoe reageert de politie op de optocht van de vrouwen door de stad. Leg ook uit waarom ze zo reageren.

 

 

De politie

 

 

 

omdat

 

 

 

 

 

 

13.    

Denk je in: Jij bent commissaris van politie in Aalst. Zou jij de politie hetzelfde laten doen als wat in de film gebeurt? Leg je antwoord uit.

 

 

Ja  /  Nee , omdat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In het begin zien we de fabrieksdirecteur aan de telefoon. Hij hoort dat de Inspectiecommissie zijn fabriek komt controleren.

Bekijk de film, deel 2 (vanaf 0.35.43-0.52.44

Maak dan de vragen 7 t/m 13

Lees nu het stuk Daens deel 3 t/m vraag 20

 

Daens deel 3.

Na heel veel problemen mogen ook de arbeiders bij de politieke verkiezingen op iemand stemmen.

Daens wil in het parlement proberen om het leven van de textielarbeiders te verbeteren. Hij stelt zich daarom verkiesbaar. Zijn grote tegenstander is Charles Woeste, die weinig wil veranderen. Charles Woeste is rijk en praat vaak met de koning en de kerkbestuurders.

 

 

14.   !

In het parlement is de wet op het ‘algemeen kiesrecht’ net aangenomen. Wat vinden de rijke mensen wat daarmee aan de macht is gekomen?

 

 

 

 

 

15.    

Welke twee groepen steunen Daens zodat hij gekozen kan worden?

 

 

1)   

 

 

 

 

2)   

 

 

 

16.    

Wat zegt Woeste tegen de koning over Daens?

 

 

 

 

 

17.    

De arbeiders weten niet hoe ze moeten stemmen. Hoe wordt hen dat uitgelegd?

 

 

 

 

 

18.    

Hoe probeert Woeste zoveel mogelijk stemmen te krijgen?

 

 

 

 

 

19.    

Noem twee manieren waarmee Woeste de uitslag van de verkiezingen probeert te veranderen.

 

 

1)   

 

 

 

 

2)   

 

 

 

20.   !

Wat hopen de arbeiders dat Daens voor hen in het parlement zal doen?

 

 

 

 

 

De film begint in het parlement van België, waar net de wet op het algemeen kiesrecht is aangenomen: de arbeiders mogen nu ook stemmen.

Bekijk de film, deel 3 (vanaf 1.08.09-01.25.06

Maak dan de vragen 14 t/m 20

Lees nu het stuk Daens deel 4 t/m vraag 24 

 

Daens deel 4.

Daens heeft een uitnodiging gekregen voor een bezoek aan de paus in Rome. De paus liet hem steeds wachten en tenslotte schreef hij in een brief dat Daens moet stoppen met zijn werk voor de arbeiders. Als Daens dat niet zou doen, kan hij geen priester meer zijn.

In Aalst wachten de arbeiders op de terugkeer van Daens. Nette, het fabrieksmeisje, is zwanger. Haar vriend weet dat nog niet.

 

 

21.    

Waarom wil Daens dat de mensen op het station worden weggestuurd?

 

 

 

 

 

22.    

Waarom verlaten de arbeiders de kerk?

 

 

 

 

 

23.    

Wat vindt Daens nu van de socialisten?

 

 

 

 

 

24.    

Waarom wil de knokploeg ‘De Bokken’ bij de drukkerij van Pieter Daens?

 

 

 

 

 

Het filmstukje begint met de aankomst van Daens in Aalst. Hij komt terug uit Rome waar hij was uitgenodigd door de paus.

 

$

GELEZEN? 

 

 

 

 

BEKIJK DE FILM deel 4
(vanaf 1.45.27 tot 2.00.03)

 

FILM GEZIEN deel 1?

MAAK DE VRAGEN 21 t/m 24.

VRAGEN GEMAAKT?

 

LEES:  het stuk Daens deel 5 t/m vraag 30.

 

 

Daens deel 5.

Daens mag van de kerkleiding niet meer in Aalst werken. In Aalst gebeurt een onverwachts ongeluk.

 

 

25.    

Wat voor soort werk krijgt Daens?

 

 

 

 

 

                       

 


 

 

26.    

Wat roept de priester als Daens als wegloopt?

 

 

 

 

 

27.    

Wat gebeurt er met Jefke?

 

 

 

 

 

28.    

Waarom wil de priester Jefke niet ‘helpen’?

 

 

 

 

 

 

 

29.    

Wat doet Daens om Jefke te ‘helpen’?

 

 

 

 

 

30.    

Denk na: Wat betekenen de laatste woorden van de film “Onze eerste noemen we Jefke.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In het begin van dit filmstukje zijn Jefke en twee andere jongens aan het ‘bidden’. Later zie je Daens op zijn nieuwe werkplek buiten Aalst.

Bekijk de film, deel 5 (vanaf 2.00.03-2.08.03

Maak dan de vragen 25 t/m 30

Lees nu het stuk Daens deel 2 t/m vraag 13

 

 


 

 

MAAK de slotvragen, die over de film ‘Daens’ en het schoolboek gaan: 31 t/m 35.

 

 

LEES:  in het leesboek op bladzijde 119 ‘Het begon in Engeland’

 

 

 

31.   !

 ‘Daens’ is een film over de ‘industriële revolutie’. Schrijf op waarom.

 

 

 

 

 

LEES:  in het leesboek op bladzijde 120-121 ‘Sla de boel kapot

 

 

 

32.    

Wat is het verschil tussen een ‘Spinning Jenny’ en de machines uit de film?

 

 

 

 

 

 

 

 

LEES:  in het leesboek op bladzijde 124 ‘Twee soorten mensen’

 

 

 

33.   !

Schrijf achter elke zin uit het schoolboek of het wel of niet in de film voor komt.

 

Zin uit het schoolboek

Wel of niet

in de film

 

Door het grote aanbod van arbeiders waren de lonen dus laag.

 

 

Arbeiders verdienden vaak niet genoeg voor hun gezin.

 

 

Kinderen en vrouwen verdienden nog minder dan mannen.

 

 

De fabriekseigenaren wilden de arbeiders zo lang mogelijk laten werken.

 

 

 

$

BEKIJK:  in het leesboek op bladzijde 127 de bronnen 18 en 19.

 

 

 

34.    

Schrijf een verhaal van minstens vijf regels hoe deze bronnen in de film voor komen..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

       

 

 

LEES:  in het leesboek op bladzijde 128 ‘Vakverenigingen’

 

 

 

35.    

DENK NA en schrijf de zin uit het leesboek over die over de knokploeg ‘De Bokken’ gaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

       

 

De vragen en antwoorden (met een !) moet je leren voor de toets:

1, 6, 9, 12, 14, 20, 31, 33.