inleiding opdracht werkwijze bronnen beoordeling reflectie docent


Daens
 

 
Kijkopdrachten Tweede Fase
 

Deze 2e Fase Kijkopdrachten bij ‘Daens’ werden gemaakt door Jan de Vries in samenwerking met Paul Ophey.
 

Kijkopdrachten bij de film 'Daens'

Lees alle opdrachten voor het bekijken van de film een keer aandachtig door

Algemene doelstelling: als je deze film hebt gezien zal het thema 'industrialisatie' meer voor je gaan leven. Omdat je je zult identificeren met bepaalde personages in de film (zo werkt dat nu eenmaal bij film) krijg je meer band met de stof, hetgeen motiveert bij het volgen van volgende lessen en het maken van huiswerkopgaven. Een meer specifieke doelstelling is: het oefenen van historische vaardigheden. 

Opdracht A. Algemene vragen 

1Wanneer en waar speelt de film?

2.  Noem drie (3) elementen uit de film waaruit blijkt dat er inderdaad sprake is van arbeidsomstandigheden zoals ze in die tijd bestonden.

3.  Beschrijf drie (3) fragmenten uit de film waaruit blijkt wat de houding van de katholieke kerk was als het ging om de emancipatie van arbeiders.

4.  Noem twee (2) factoren uit de film die duidelijk maken hoe de conservatieve bazen van de bedrijven (kapitalisten) bezuinigden op hun arbeidskosten.

5.  Beschrijf twee (2) filmfragmenten die duidelijk maken hoezeer de socialisten als een bedreiging ervaren worden door de conservatieve bedrijfsdirecteuren.

6.  Waarom preekt Daens juist over het evangelie van Mattheus, over de vermenigvuldiging van het brood? 

Opdracht B. Vragen over specifieke historische vaardigheden 

1.  Beschrijf van drie filmpersonages de standplaatsgebondenheid.

2.  Beschrijf twee (2) filmfragmenten die de ontwikkeling van pastoor Daens laten zien daar waar het gaat om zijn houding tegenover het socialisme.

3.  Welke elementen in de film maken goed duidelijk dat deze film speelt ten tijde van de Industrieële Revolutie (historiciteit). Noem er zes (6).

4.  Welke elementen uit de film zijn eigenlijk een anachronisme (zie voor de uitleg van dit begrip het stencil met historische vaardigheden!).

5.  Noem twee (2) elementen van verandering en twee (2) elementen van continuïteit uit het filmverhaal.

6.  Met welke drie (3) spottende filmfragmenten aan het slot van de film benadrukt de maker van de film zijn mening (standplaatsgebondenheid) over de katholieke kerk.   

Opdracht C. Verdiepingsvragen 'beeldgrammatica' / extra training doorzien van beeldtaal 

1.   a. Beschrijf het uiterlijk en het gedrag van de twee pastoren die in de film een belangrijke rol spelen zo duidelijk mogelijk (doe alsof je beschrijving dient voor iemand die de film niet gezien heeft).
b. Vind jij de personages goed gekozen voor de functie die zij in het filmverhaal moeten vervullen? Motiveer je antwoord.
c. Denk jij dat beide personages vooral historische figuren zijn (pastoor Daens heeft immers echt bestaan) of dat hier vooral sprake is van stereotype gedrag en van stereotype persoonlijkheden?Motiveer je antwoord.
d. Vind jij dat je als filmkijker (naar een historisch waargebeurd verhaal) door de maker van de film gemanipuleerd bent? Motiveer je antwoord.  

2.  Een van de hoofdrollen in de film wordt gespeeld door het filmpersonage Nette.
a. Probeer haar als personage, met name de manier waarop zij zich in de film gedraagt (haar gedrag, haar mimiek), zo goed, zo duidelijk mogelijk te typeren (doe alsof je beschrijving dient voor iemand die de film niet gezien heeft).
b. Noem twee elementen in haar gedrag die vooral bedoeld zullen  zijn om hedendaagse kijkers aan te spreken, meer dan dat ze historisch juist zullen zijn?
c. Vind jij beide elementen goed in beeld gebracht voor het doel dat ze moeten dienen?Motiveer je antwoord.
d. Komt zij als personage overtuigend over, volgens jou, of is zij  te cliché? Motiveer je antwoord.   

3.  Aan het slot van de film worden drie spottende filmfragmenten getoond (zie opdracht 2 vr. 6)
a. Beschrijf de drie fragmenten zo duidelijk mogelijk (doe    
opnieuw alsof je beschrijving dient voor iemand die de film niet gezien heeft).
b. Wat kun je uit de drie fragmenten afleiden over hoe tegenwoordig het merendeel van de kijkers over de kerk en over godsdienst denkt.
c. Probeer zo exact mogelijk te verwoorden waarom de drie fragmenten als spottend over zullen komen op de meeste (hedendaagse) kijkers?
d. Vind jij de fragmenten goed gekozen (en gemaakt) voor het doel dat ze moeten dienen? Motiveer je antwoord.