home      de gezanten      bronnen    

De gezanten

De Franse gezanten aan het Engelse hof (klik op de afbeelding voor een vergroting)

Klik hier voor een PowerPoint presentatie over dit schilderij en hier voor een word-versie.

Veel informatie op deze pagina is afkomstig van Jos Martens.

Om het schilderij 'De Gezanten' van Hans Holbein goed te kunnen duiden is kennis over verschillende aspecten van de tijd waarin het gemaakt werd onontbeerlijk. Het schilderij is een wereldse tegenhanger van de prent van Albrecht  Dürer 'St.-Hiëronymus', de patroon van de humanisten en hun furor animi (zielsdrift). Het is een principeverklaring, een summa, een bibliotheek, zoals Het Lam Gods (1432) van Van Eyck dat was voor de theologie.

De heilige Hiëronymus

Albrecht Dürer, De H. Hiëronymus, patroon van de humanisten (ca 347-420).
Omdat Hieronymus aanvankelijk met grote intensiteit klassieke schrijvers las, was hem in een droom een engel verschenen, die hem had gevraagd: "Ben jij van God of van Cicero?' Daarop was hij naar de Syrische woestijn vertrokken om zich te oefenen in wereldverachting. Volgens de legende had Hieronymus ooit een leeuw van een doorn in zijn poot verlost, en bleef de leeuw hem daarna trouw. De heilige wordt daarom vaak afgebeeld in het gezelschap van dit dier.

Het lam Gods


Het Lam Gods van Jan van Eyck, 1432 (Op deze website kunt u extreem inzoomen)

Jan van Eyck: Verering van het Lam Gods

Van Eyck schilderde dit veelluik (polyptiek) met twaalf panelen in opdracht van Jodocus Vyd. Het magistrale altaarstuk 'Het Lam Gods' is de vertolking van het ultieme christelijke levensdoel: 'God zien van aangezicht tot aangezicht'. Dat is het uitgangspunt van de dvd die door onderzoekers van de Universiteit Gent is gemaakt. De sleutel tot die interpretatie zijn de woorden die in rode inkt in het opengeslagen boek op het middendeel van het gesloten veelluik te lezen zijn: 'De Visione Dei'. Of: 'Het zien van God'.

Gesloten luiken
Bovenste rij, vlnr: de profeet Zacharia, Sibille van Erythreia, Sibille van Cumae, de profeet Micha. Een sibille (ook: sibylle) was in de oudheid een in extase verkerende vrouw die profetiën uitsprak. In de beeldende kunst wordt de sibille van Erythreia (een plaats in Griekenland) vaak gebruikt als symbool voor Azië, en die van Cumae (bij het huidige Napels) voor Europa. De Sibyllijnse boeken zijn (o.a.) een verzameling geschriften van een joods-Egyptisch auteur waarin het monotheïsme werd gepropageerd.

Middelste rij: de aartsengel Gabriël vertelt Maria dat zij de uitverkorene is. Maria schrikt maar aanvaardt haar taak. De setting lijkt eerder op het 15e-eeuwse Gent dan op Nazareth in het jaar nul: een straat en een lavabo.

Onderste rij, vlnr: Jodocus Vyd (de opdrachtgever), Johannes de Doper, Johannes de Evangelist, Isabelle Borluut (de vrouw van Vyd).

Open luiken
bovenste rij (de hemel), vlnr: Adam; een groep zingende engelen; Maria; God uitgebeeld als Jezus op zijn hemeltroon; Johannes de Doper; een groep muziek makende engelen; Eva.

onderste rij, vlnr: de rechtvaardige rechters (replica van het in 1934 gestolen paneel); ridders van Christus (kruisvaarders); de verering van het Lam Gods; een groep kluizenaars; een kleine stoet pelgrims.

De blote Adam en Eva zijn voorzover bekend de eerste 'naakten' in de Vlaamse schilderkunst. Let op de rechtervoet van Adam: het lijkt alsof hij uit het schilderij stapt. Het trio Maria - God/Jezus - Johannes wordt aangeduid als Deesis, een oud Byzantijns thema.

De aanbidding van het lam Gods
Het uit zijn hals bloedende lam is een symbool: het stelt Jezus voor die zijn leven offert om de mensheid van zijn zonden te verlossen. Net als bij de kruisiging van Christus stromen allerlei lieden toe om het schouwspel te aanschouwen. Het bloed van het lam (=onschuld) vloeit in een wijnkelk: dit maakt duidelijk waar de wijn die tijdens kerkdiensten gedronken wordt, symbool voor staat. De term Lam Gods komt ook voor in de bijbel, Joh. 1:29: Des anderen daags zag Johannes [de Doper] Jezus tot zich komende, en zeide: Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt! Verderop, in de Openbaring van Johannes [de Evangelist], speelt het lam een centrale rol.

Bron: Bijbel en kunst

De Gezanten

Hans Holbein maakte dit schilderij in 1533, het jaar waarin Hendrik VIII trouwde met Anna Boleyn. Afgebeeld zijn twee Franse gezanten aan het Engelse hof. Links Jean de Dinteville (1504-1555) in een weelderige bontmantel  en aan de andere kant van de kast Georges de Selve (1508/1509-1541), bisschop van Lavour, een ambt dat hij bekleedde sinds 1526, toen hij ongeveer 18 jaar was. Hij draagt een brokaten, maar met bont gevoerde, tabbaard.

Dinteville was door de Franse koning Frans I als gezant naar Engeland  gestuurd om toe te zien op de scheidingskwestie van Hendrik VIII. Dinteville trad in plaats van Frans I tevens op als peetoom van Elisabeth, de op 7 september 1533 geboren dochter van Hendrik en Anne Boleyn.


Eind oktober 1532 vond er een topconferentie plaats tussen de monarchen van Frankrijk en Engeland, Frans I en Hendrik VIII. Frans I verlangde de steun van Hendrik tegen zijn ergste vijand, keizer Karel V. Hendrik wenste dat Frans zijn invloed aanwendde bij paus Clemens VII om zijn scheiding erdoor te krijgen van Catharina van Aragon, de tante van Karel V. Gedurende de winter van 1533 waren Franse kardinalen betrokken in geheime onderhandelingen met de paus in verband met de "Engelse kwestie." Maar op 25 januari 1533 huwde Hendrik in het geheim de zwangere Anna Boleyn. Op 23 mei usurpeerde aartsbisschop Cranmer van Canterbury de bevoegdheid van de paus en verklaarde het huwelijk van de koning met Catharina ongeldig. Op 1 juni werd Anna Boleyn in Westminster Abbey tot koningin gekroond. Op 11 juli volgde de tegenzet van de paus: hij veroordeelde Hendriks scheiding en zijn nieuwe huwelijk en gaf hem tot september de tijd om terug te keren naar zijn 'wettige eega', zoniet zou excommunicatie volgen. Ondertussen kalfde de vriendschap van Frans voor Hendrik af, daar de paus hem wist te paaien met territoriale toegevingen in Italië.

Waarschijnlijk heeft Dinteville, die langere tijd in Londen woonde, het schilderij laten maken als aandenken aan het bezoek van zijn vriend met Pasen 1533. De datum is volgens sommigen Goede Vrijdag 11 april 1533 rond 4 uur. Dit laatste zou af te leiden zijn uit de zonnewijzer op de bovenste plank.

De vloer 

De twee gezanten staan voor een groen gordijn van damast. Ze leunen op een soort kast met twee planken, waarvan de bovenste bedekt is met een kleed. De vloer is een imitatie van een mozaïekvloer in het sanctuarium van de kathedraal van Westminster, die begin 14de eeuw gemaakt was door Italiaanse ambachtslui, een zogenaamde Cosmati vloer. Dit type mozaïekvloer is genoemd naar een Italiaanse familie van architecten en makers van mozaïekvloeren, de Cosmati.

De afbeelding op de vloer verwijst naar de macrocosmos getuige een inscriptie op de vloer in Westminster Abbey: Spericus archetypum, globus hic monstrat macrocosmum. (het archetype van de bol, de globe, toont hier de macrokosmos). Dergelijke diagrammen verbinden de microkosmos, de mens, via de leer van de elementen en temperamenten, de stadia van een mensenleven, met de planeten en de kosmische ordening . Dat is dus ook de bedoeling van Holbein: de twee individuen als microkosmos verbinden met de rest van het schilderij en met de wereld als geheel, de macrokosmos. Holbein voegde aan dit patroon nog een Davidsster toe.


De Davidsster is een hexagram (zeshoek): samengesteld uit twee driehoeken, een met de punt opwaarts, een met de punt neerwaarts gericht. Ze is in recente tijden besmet met de vloek van de holocaust, omdat de joden door de nazi's verplicht werden een gele 'jodenster' op hun kleren te dragen.

Het is een oeroud symbool dat reeds terug te vinden is in vedische teksten in het oude Indië en in Egypte. Voor de joodse kabbalisten in Spanje symboliseert het de heilige vereniging van het mannelijke en vrouwelijke beginsel. Bij de middeleeuwse alchemisten is het hexagram het symbool voor water (neerwaartse driehoek: vrouwelijk) en vuur (opwaartse driehoek: mannelijk). Wij zouden nu spreken van yin en yang, twee Chinese termen voor hetzelfde principe. Voor dezelfde alchemisten gaat het hexagram de vier elementen betekenen (water, vuur, aarde en lucht) en dan, bij uitbreiding, het vijfde element: "het wezenlijke", Jahwe, God, de "onbewogen beweger."

Het microkosmos/macrokosmos concept legt de centrale plaats van de mens in de schepping vast, uitgedrukt in de versregels: "Niets is wonderbaarlijker dan de mens…", als een echo doorheen de eeuwen, van Euripides via de Middeleeuwen tot Shakespeares Hamlet. Dit schema is al terug te vinden in het Liber Floridus van 1121 dat de ideeën van voor 1100 weergeeft (zie de ppt).

In de compositie van het dubbelportret zie je die idee weergegeven in de twee hoofdpersonen: niet alleen staan ze op het kosmische diagram, ook verbinden zij als verticale pijlers de voorwerpen die tot de intellectuele wereld behoren -de aardse en de bovenaardse- op de twee horizontale leggers. De mens participeert immers zowel in de aardse als in de bovenaardse werkelijkheid. Door zijn zintuigen kan hij de fysische wereld leren kennen. (En kennis betekent voor de renaissancemens: encyclopedische kennis op alle terreinen.) Maar door de rede, door zijn intellectuele vaardigheden heeft hij toegang tot de bovenzinnelijke wereld van pure intelligentie. Dit is het conceptuele kader om het schilderij te begrijpen. Het wil in de eerste plaats -maar niet uitsluitend- een voorstelling geven van een nieuwe, eigentijdse vertaling van het Quadrivium, het wiskundig gedeelte van de aloude Zeven Vrije Kunsten. Niet voor niets spreekt men dus van symbolisch realisme (zoals men ook doet voor de Vlaamse Primitieven).

De bovenste plank



Zoals vaak bij Holbein verwijzen de voorwerpen op de planken naar de intellectuele interesses en professionele en praktische activiteiten van de geportretteerden.

De getoonde instrumenten en boeken weerspiegelen het ontwerp van de kast: de voorwerpen op de bovenste plank werden gebruikt voor het bestuderen van de hemel en de hemellichamen (hemelglobe, kompassen, zonnewijzer, cilindrische kalender, niveaulat en kwadrant). Ze hebben betrekking op het Quadrivium, de vier wiskundige wetenschappen van de zeven vrije kunsten: rekenen (arithmetica), meetkunde, muziek en astronomie. Niet het traditionele quadrivium van de middeleeuwse universiteiten, maar dat van het nieuwe leren, gebaseerd op experimenten. De andere drie vrije kunsten zijn grammatica, dialectica en, retorica.

De hemelglobe achter Dintevilles elleboog correspondeert met de aardglobe beneden. Ze lijkt als twee druppels water op een hemelglobe van Johann Schöner uit 1533, nu in het Science Museum in Londen.

Globes werden vaak in bij elkaar horende paren verkocht: telkens een aard- en een hemelglobe en waren zeer duur. (Omstreeks 1570 verkocht Plantin de globes van Mercator (zie deze website bij Humanisme) voor gemiddeld 25 carolusguldens per paar. Een carolusgulden is bij benadering 75 tot 100 euro. Het paar kostten zij dus toen 1875 tot 2500 euro! De belangstelling voor cartografie en kosmografie was algemeen verspreid onder de hogere klassen van die tijd. Zelfs iemand als Karel V was er bijzonder in geïnteresseerd: Mercator vervaardigde voor hem instrumenten en een kleine globe in kristal en hout die in een groot mechanisch uurwerk moesten worden ingewerkt.

Rechts naast de hemelglobe staat een herders- of cilinderzonnewijzer. Het is een draagbare zonnewijzer. De stijl staat horizontaal en moet ten opzichte van de aantekeningen op de cilinder ingesteld worden op de datum van het moment. Als de stijl naar de zon gericht wordt duidt de schaduw van het uiteinde van de stijl het uur aan op de gebogen lijnen op de cilinder. Die zijn berekend voor één bepaalde breedtegraad. Enkel voor die breedtegraad is de zonnewijzer te gebruiken. Omdat de lengte van de schaduw bepalend is voor de uuraflezing is dit een altitude- of hoogtezonnewijzer (in tegenstelling tot poolstijlzonnewijzers waarbij de richting van de schaduw bepalend is). Deze zonnewijzer is niet erg nauwkeurig maar draagbaar, gemakkelijk en goedkoop te vervaardigen. Men heeft berekend dat de zonnewijzer hier is ingesteld voor 11 april of 15 augustus. Het is niet zeker dat de Selve op 11 april reeds in Londen was. Maar in 1533 viel Goede Vrijdag op 11 april. Waarschijnlijk moet dit verbonden worden met de half verborgen Christus op het kruis, achter het gordijn, uiterst links en met het Luthers hymneboek en zit er dus een religieuze betekenis achter. De combinatie van schedel en kruis worden dan weer gezien als een verwijzing naar de heilige Hiëronymus, patroon van de humanisten.

De onderste plank

De aardglobe wijst op hun interesse voor de geografie, waarvoor humanisten dankzij de ontdekkingen van rond de eeuwwisseling steeds meer belangstelling kregen. Het geometrische centrum van de globe op de tweede plank is Rome, meent één schrijver, een ander wijst erop  dat de wereldbol zo gedraaid is dat Frankrijk vooraan staat met de stad Polisy in het midden, de plaats waar de ambassadeur vandaan kwam. Volgens hem gaat het hier om een grapje. Je kunt soms ook teveel in een schilderij willen zien.

De relieuze voorwerpen verwijzen volgens een auteur op internet naar de op harmonie gerichte, tolerante houding van de katholieke bisschop, die in een tijd van verbitterde geloofsstrijd een verzoenende houding ten opzichte van de geloofsrichtingen innam. Dit zou blijken uit het lied Komm, Gott Schöpfer heiliger Geist uit Johann Walthers Geystliches Gesangbüchlein (Wittenberg, 1524) met liederen van de hervormer Luther.  Ook dit is geenszins toevallig: uit die twee voorwerpen spreekt de op harmonie gerichte, tolerante houding van de jonge bisschop, een vertegenwoordiger van de gematigde fractie binnen de Franse kerk, die in een tijd van verbitterde godsdienststrijd, net als Erasmus, een verzoenende houding aannam ten opzichte van de hervormingsbewegingen, tegen de fanatici van de Sorbonne in. Dit blijkt niet alleen uit het Lutheraanse gezangboek, maar wordt ook bevestigd door zijn bewaarde brieven en gedrukte teksten.  

Maar een van de snaren van de luit is gebroken, wat meestal juist verwijst naar de disharmonie in de tijd van de Reformatie. Een gebroken snaar wordt, zo meent weer een ander, wel gezien als symbool van wanklank tussen wetenschap en religie. 


De luit is, net als de anamorfe schedel, een proeve van Holbeins meesterschap in de weergave van de wiskundige perspectief, wat in zijn tijd zeer hoog in aanzien stond. Een luit is zeer moeilijk in correct-realistische perspectief te schilderen. Dürer wijdde er in 1525 een houtsnede aan, die Holbein beslist kende.


Natuurlijk schuilt ook hier weer de nodige symboliek achter. In de kunst en de moraliteiten is de luit normaal een erotisch geladen metafoor voor ijdele genoegens, de minne. De luit wordt met dezelfde betekenis vaak afgebeeld in stillevens met het zogenaamde vanitas-motief. (Dit gaat terug op de Schrift, Prediker 1:2: "Vanitas vanitatum, omnia vanitas", "ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid." In de wijd verspreide dodendansen zie je vaak een paartje minnekozen en luit spelen, terwijl de Dood hen komt halen. Nu was Holbein zelf de auteur van de populairste Dodendans aller tijden, een reeks houtsneden (gegraveerd door de alfabetsnijder Hans Lützelberger) met als thema: de Dood roffelt de trom en voert ten dans en niemand, arm noch rijk, arbeider noch edelman ontsnapt.

Ongetwijfeld hadden Holbein en zijn opdrachtgevers deze symboliek in gedachten. Ze correspondeert te mooi met de andere symbolen van vergankelijkheid, zoals de schedel op de vloer en het zilveren doodshoofd op de baret van Dinteville.
Maar even ongetwijfeld hebben zij en vooral dan bisschop de Selve de voorstelling omgebogen naar een tweevoudige, even belangrijke andere betekenis. In de eerste plaats staat de luit hier voor de muziek, een der disciplines van het Quadrivium, en sinds Pythagoras nauw verbonden met de wiskunde. Via de instrumenten en de wiskundig juiste tonen kan men volgens de Griekse wijsgeer de 'muziek der sferen' horen, de weergave van de kosmische harmonie, door God ingesteld. "Wiskunde is de taal waarin God het heelal geschapen heeft."
De gesprongen snaar verwijst naar de verbroken religieuze harmonie van die jaren, maar -geheel in de toonaard van het schilderij- ook naar de door de religieuze twisten verbroken kosmische harmonie.

Links op de plank, vlak bij de wereldse Dinteville, ligt een opengeslagen exemplaar van Peter Apians Kaufmanns-Rechnung (Een nieuw en betrouwbaar instructieboek voor koopmansrekenen) (Ingolstadt, 1527). Het boek ligt open op een pagina over breuken wat ook verwijst naar de verdeeldheid in de samenleving. Ook de winkelhaak als bladwijzer is niet toevallig. Een winkelhaak waarvan de lengten van de benen zich verhouden als 3:4 verwijst naar de stelling van Pythagoras, omdat men hiermee een driehoek kan construeren waarvan de zijden zich verhouden als 3:4:5 en is tevens het symbool van Gods liefde en de naastenliefde, maar verwijst ook naar de verhouding tussen God en de wiskunde als taal van de schepping. (Als dit je doet denken aan de veel latere vrijmetselaarssymbolen -winkelhaak en passer- is dit inderdaad evenmin toeval!)


In 1524 publiceerde Apianus Cosmographicus Liber, geïnspireerd op Ptolemaeus. Apianus verkondigde de opvatting dat 'kosmografie' geen specifieke discipline is, maar een overkoepelende term voor de studie van de gehele kosmos. Ze omvat astronomie, geografie, theoretische cartografie. Astronomie weerspiegelt binnen het holistische wereldbeeld, uitgedrukt in het vloermozaïek, een even holistisch wetenschapsbeeld waarin theorie, experiment en praktisch vakmanschap tot een eenheid verbonden zijn. Holbeins portret is als het ware een picturale weergave van Apianus' theorie.

 

De schedel

 

Het verlichte humanisme was de godsdienst gaan zien als een ethische leidraad in zaken van gedrag; het was essentieel om een empirisch bewustzijn te ontwikkelen van de fysieke wereld, maar aan de andere kant moest men zich bewust zijn van de tijdelijkheid van het leven en ten allen tijde rekening houden met de dood.



Dit verklaart waarom Holbein het doodshoofd in de vorm van een anamorfose heeft geschilderd: van linksonder loopt deze schuin omhoog. De werkelijke aanwezigheid ervan in de wereld van de gezanten wordt benadrukt door de sterke schaduw die het op de grond werpt. Ook andere portretschilders hadden het doodshoofd als symbool voor de ijdelheid van wereldse zaken opgenomen op de achterkant van hun schilderijen, vooruitlopend op de toekomstige staat van de geportretteerde. Deze afbeelding drukt een vanitas-symbool uit, maar  verwijst  ook naar een van de belangrijkste ontdekkingen in de alfawetenschappen: het lineair perspectief zoals beschreven door Leon Battista Alberti (1435).

Zie ook

 Hans Holbein

Hans Holbein de Jonge (Augsburg, 1497/98 – Londen, 29 november 1543) was een kunstschilder die werkte in de stijl van de Noordelijke Renaissance. Holbein werd geboren in Augsburg in Beieren, in een familie van kunstschilders.

Holbein werd aan aan het Engelse hof geintroduceerd door Thomas More. gedurende korte tijd keerde hij echter terug naar Bazel, waar hij het hervormde geloof aannam. Nadat hij was teruggekeerd naar Engeland, werd hij in 1536 aangesteld als hofschilder van Hendrik VIII,

 Petrus Apianus

Duits wiskundige, astronoom en cartograaf  in de tijd van de reanissance. Zijn 'Ein newe und wolgegründete underweisung aller Kauffmanns Rechnung' is een handboek voor handelsrekenen.

 Johann Walther

Johann Walthers Geystliches Gesangbüchlein (Wittenberg, 1524) met de Lutherliederen.

Het liedboek ligt open op Maarten Luther's hymne, Komm, Gott Schöpfer heiliger Geist  (Come Holy Ghost Our Souls Inspire) (LBW 473).

Copyright:  Albert van der Kaap, 2012