home digitale didactiek lesmateriaal ict en geschiedenis contact


Animal Farm

 
 

 

 

 

 

Animal Farm was the first book in which I tried, with full consciousness of what I was doing, to fuse political purpose and artistic purpose into one whole."

"Every line of serious work that I have written since 1936 has been written, directly or indirectly, against totalitarianism and for democratic socialism as I understand it."

 -- George Orwell, "Why I Write"

 

 

 

 

 



Onderstaande opdrachten horen bij de film die in 1955 werd gemaakt van het boek Animal Farm van George Orwell.

Opdracht 1

De tien geboden

Hieronder staan de tien wetten die de varkens uitvaardigden. Licht elke wet kort ( één zin) toe: maak duidelijk wat het doel van elke wet is of waarom de wet werd gemaakt.

1. No animal is ever to live in a house.

2. No animal is ever to sleep in a bed.

3. No animal is ever to wear clothes.

4. No animal is ever to drink alcohol.

5. No animal is ever to smoke tobacco.

6. No animal is ever to touch money.

7. No animal is ever to engage in trade.

8. No animal is ever to tyrannize his own kind.

9. No animal must ever kill any other animal.

10. All animals are equal.

Opdracht 2

De hoofdpersonen in boek en film zijn dieren, met namen als Napoleon en Snowball. Al deze dieren hebben een tegenhanger in de werkelijkheid. Je kunt ze, in meer of mindere mate, vergelijken met personen uit de begin periode van de geschiedenis van de Sovjet-Unie of in een enkel geval met iemand uit de negentiende eeuw.

Schrijf zoveel mogelijk historische tegenhangers op van dieren uit boek en/of film

 

Opdracht 3

Op enig moment in de film bekennen de dieren dat zij schuldig zijn aan verraad. Waarom bekennen zij zich schuldig?

Opdracht 4

Je kunt de kritiek van Orwell op het communisme samenvatten is de beroemdste zin uit het boek:

“ALL ANIMALS ARE EQUAL BUT SOME ANIMALS ARE MORE EQUAL THAN OTHERS.”

Licht deze zin toe.

Opdracht 5

Oorzaken en gevolgen

In Animal Farm nemen de dieren op de boerderij de macht over. Schrijf een kort verslag over de oorzaken en gevolgen van deze gebeurtenis.
Als je onderzoek doet naar oorzaken en gevolgen van een bepaalde gebeurtenis moet je steeds bepaalde vragen stellen. Deze vragen staan hieronder vermeld. Gebruik voor je verslag zoveel mogelijk deze vragen.

Oorzaken

  1. Slechts zelden zal er sprake zijn van één oorzaak. Stel je dus altijd de vraag welke oorzaken kan ik ontdekken?
  2. Niet alle oorzaken die je vindt zijn waarschijnlijk even belangrijk. Stel je daarom altijd de vraag welke oorzaken zijn zeer belangrijk en welke minder belangrijk ofwel welke oorzaken zijn van doorslaggevend belang en welke van bijkomstig belang?
  3. Een oorzaak die direct een bepaalde gebeurtenis tot gevolg heeft, maar die eigenlijk geen echt diepliggende oorzaak is, noem je een aanleiding
  4. Sommige oorzaken spelen al een lange tijd een rol (oorzaken op lange termijn), andere oorzaken zijn korte termijn oorzaken. Kijk of je deze verschillen kunt ontdekken.
  5. Gebeurtenissen worden niet altijd veroorzaakt door andere gebeurtenissen, maar vaak ook door normen, waarden en belangen van mensen. Kijk dus telkens of je die kunt ontdekken.

Gevolgen

  1. Sommige gevolgen van een gebeurtenis zijn direct zichtbaar, andere openbaren zich pas veel later. Kijk of je korte en lange termijn gevolgen kunt ontdekken
  2. Welke gevolgen zijn ingrijpend en welke minder ingrijpend?
  3. Welke zijn directe en welke indirecte gevolgen? Van directe gevolgen kun je meestal veel gemakkelijker oorzaken aanwijzen dan van indirecte gevolgen.
  4. Kun je een verschil aanbrengen tussen bedoelde en onbedoelde gevolgen? Soms willen mensen dat iets een bepaald gevolg zal hebben, maar soms vindt iets ook plaats zonder dat dit echt de bedoeling was en heeft men er misschien wel spijt van.

De film

De film is, zonder ondertitels, in delen te zien op YouTube.
- Deel I
- Deel II
- Deel III
- Deel IV
- Deel V
- Deel VI
- Deel VII
- Deel VIII

Sites

Copyright © 2009 Albert van der Kaap