Community Geschiedenis Histoforum |
||||
recensies | deel 1 deel 2 deel 3 deel 4 deel 5 deel 6 | |||
|
Wereldgeschiedenis voor het internettijdperk
Marc Vermeersch. Geschiedenis van
de mens.
Marc Vermeersch. Geschiedenis van
de mens
“Mijns inziens zijn we nu
geestelijk beter in staat een natuurfilosofie te ontwerpen dan wanneer
ook in de laatste 300 jaar, voor het eerst sinds de renaissance in
feite. Dit omdat de recente ontdekkingen in de biologie van de mens een
nieuwe richting hebben gegeven aan het wetenschappelijk denken.”
(Jacob Bronowski, The ascent of
man, 1973, Woord vooraf.)
Het speuren naar de oorsprong van de mensheid fascineert onvermijdelijk.
Het spreekt iedereen aan, zowel beroepsonderzoekers als leken, want er
blijkt een algemene nieuwsgierigheid te bestaan naar ons verleden. Men
wil weten hoe een denkend, voelend, beschaafd wezen ontstond uit een
primitieve aap-achtige stam. Welke evolutionaire omstandigheden vormden
die prehistorische aap om tot een lang, rechtopstaand, hoog intelligent
wezen, dat door middel van technologie en besluitvaardigheid de wereld
is gaan beheersen? Dit is de vraag die wij onszelf voorleggen. En het is
niet slechts ijdele nieuwsgierigheid, want ongetwijfeld ligt de sleutel
van onze toekomst in een werkelijk begrijpen van het soort dier dat we
zijn.
(Richard Leakey, Nieuwe inzichten
in oorsprong en ontwikkeling van de mens, p. 9.)
Wereldgeschiedenissen
Voor
veel mensen, ook niet-historici, is een wereldgeschiedenis het eerste
referentiewerk om zich te oriënteren in de historische gebeurtenissen.
En eens aangeschaft, blijft het levenslang een gekoesterd bezit. Als
tiener kocht ik met mijn spaargeld de
Sesam encyclopedie van de
wereldgeschiedenis, telkens wanneer een nieuw deeltje uitkwam. Vele
jaren later deed ik ze cadeau aan een goede vriendin die er al jaren
tevergeefs naar zocht. Achterliggende gedachte was dat ik in mijn
boekenkast voldoende gespecialiseerde werken over alle mogelijke
periodes had om het vulgarisatiewerk niet meer nodig te hebben. Maar
toen, weer vele jaren later, het Vlaamse weekblad
Knack in 2004 de aloude Sesam
wereldgeschiedenis (lichtjes bijgewerkt en aangevuld) terug uitgaf in 6
delen, spaarde ik wekelijks de bonnen om de boeken tegen een zacht
prijsje opnieuw aan te schaffen (1).
En toen het dagblad De Morgen
in 2007 de stunt nog eens over deed met een vertaling van een Italiaanse
reeks, bleek dat meteen een doorslaggevend succes (2).
De Zweed Carl Grimberg schreef zijn
Sesam encyclopedie van de
wereldgeschiedenis (begonnen in 1926, + 1941) grotendeels alleen,
een titanenwerk waarvoor sinds de Tweede Wereldoorlog een plejade
specialisten wordt gerekruteerd. Summum op dit gebied blijft
vermoedelijk de Universele
Wereldgeschiedenis onder redactie van Golo Mann, in 12 kloeke,
volumineuze folianten (3). Dat is dan ook de reden waarom Golo Mann in
mijn bibliotheek ontbreekt: ik had er geen plaats voor. Bovendien kon ik
hem raadplegen in de schoolbibliotheek, wat ik in de loop der jaren ook
veelvuldig heb gedaan.
Bovenstaande om mijn verbazing te beschrijven bij het lezen van de twee
eerste delen van Geschiedenis van
de mens door Marc Vermeersch. Duidelijk een zeer ambitieuze,
eigentijdse onderneming, opgezet door één man!
Wereldgeschiedenis voor het internettijdperk
Uiterlijk
Het eerste wat opvalt als je het boek opent voor een eerste
kennismaking, is de a-typische, kleurrijke typografie: een
fuchsiakleurig ‘woord vooraf’ en citaten in dezelfde kleur; (donker)rode
voetnoten en themateksten (over steenbewerking, ontwikkeling van de
hersenen en de taal enz.).
Dit zag ik nooit eerder bij een ernstig wetenschappelijk werk. Het is
een voorbeeld van nieuwe boekdrukkunst. Je voelt dat auteur en vormgever
doordacht, doch met veel plezier en met de liefde van een vroege
boekdrukker of middeleeuwse kopiist het uiterlijk van hun geesteskind
hebben verzorgd.
Dit is niet het enige onderscheid. De auteur geeft uitdrukkelijk het
recht om fragmenten gratis te kopiëren of te verspreiden in een
didactische context!Meer nog: “Wikipedia
is één van de prachtigste initiatieven die ooit door de mensheid werden
opgezet. De inhoud van dit boek mag onbeperkt gebruikt worden voor
Wikipedia. Graag met bronvermelding.”
Veel info uit deze boeken is afkomstig van artikels en andere werken op
internet. Marc Vermeersch geeft enkele tips om info van verdwenen url’s
toch terug te vinden. Uiteraard is er tevens een website over de reeks:
www.geschied.be
Voor hij het eerste hoofdstuk aanvat, verantwoordt hij zijn
methodologie.
Hier vind je tevens het Woord
vooraf door prof. dr .em. Herman Balthazar.
Prehistorie
De auteur wijst terecht het achterhaalde en onbevredigende onderscheid
tussen prehistorie en geschiedenis af: “De
prehistorie is de periode vóór de geschreven bronnen. In deze opvatting
begint geschiedenis pas van zodra er geschreven bronnen zijn. Een
dergelijke hoofdindeling is vandaag vrij zinloos. De archeologie en haar
hulpwetenschappen hebben resultaten geboekt die ons vaak meer vertellen
dan de oudste geschreven bronnen. Het genetisch onderzoek laat toe om
langs een totaal nieuwe as resultaten te bekomen. Wie had bijvoorbeeld
gedacht dat een belangrijk deel van de Europeanen via Centraal-Azië naar
Europa kwam? De oudste geschreven bronnen zijn vaak eenzijdig.
Buitengewoon veel van de oudste kleitabletten uit Mesopotamië zijn
boekhoudkundige gegevens…
Wij hebben er voor gekozen om
- De eerste periode is die van jagers en verzamelaars. De mensen leefden
van de jacht en van het plantaardig en dierlijk voedsel dat ze
verzamelden.
- In de tweede periode leven de mensen voornamelijk van de
landbouw.
- In de derde periode is de industrie de voornaamste tak van de
menselijke activiteit.”
(p. 8)
Voor de chronologie verkiest hij B(efore) P(resent) in plaats van voor
Christus. “Het begrip 'voor
Christus' heeft weinig zin als het gaat over de periodes van
BP verwijst naar 1950 toen wetenschappers het jaar 1950 vastlegden als
het referentiejaar van 'Before Present' . 12.000 BP is dus strikt
genomen12.000 jaar voor het jaar 1950 van onze tijdrekening.
Inhoud
Het
is ondoenlijk de twee boeken behoorlijk voor te stellen zoals ze
verdienen, zelfs in een ruime recensie als deze.
Sinds de vondst van ‘Lucy’, het prototype van de Austalopithecus
afarensis, in Afar (Ethiopië) in 1974, de aansluitende tentoonstelling
in het Parijse Musée de l’Homme en de versteende voetsporen van Laetoli
(Tanzania) door Mary Leakey in 1978 zijn er de laatste 35 jaar en zeker
sinds het jaar 2000 bijna elk jaar belangrijke fossielen gevonden.
Mensen hebben het grootste deel, 99,6%, van hun bestaan succesrijk
geleefd als jagers en verzamelaars. De geschiedschrijving van de
vroegste mens en zijn voorlopers heeft de afgelopen tientallen jaren het
meeste vooruitgang geboekt van alle geschiedenistakken.
“De archeologie is traditioneel de belangrijkste discipline om de
geschiedenis van de vroegste te mensen te schrijven. Een andere tak die
voor
De antropologie, de studies van antropologen die wereldwijd
volkeren zonder staat bestudeerden sedert het einde van de 19e
eeuw is een derde as.
De uitdaging was om die drie takken in één globale wereldgeschiedenis
van jagers en verzamelaars te verenigen. Een echte wereldgeschiedenis
waar Tasmanië, Australië of de Andaman-eilanden een grote rol spelen
omdat ze unieke maatschappijen hadden.”
(Marc Vermeersch
Voor zijn grandioze The Ascent of
Man (De mens in wording)
koos Jacob Bronowski nu al weer meer dan dertig jaar geleden als
uitgangspunt: de mens als werktuigmaker ("The
hand is the cutting edge of the mind").
Vermeersch breidt het spectrum van zijn onderzoek nog verder uit tot een
werkelijk holistische geschiedschrijving.
Hij ordent op een consistente manier de eindeloze stroom
Boek 1 begint met onze opmerkelijke neven: chimpansees en bonobo’s (Pan-
vandaar de titel). Ze staan genetisch dichter bij ons dan bijvoorbeeld
gorilla’s en orang-oetans.
De afgelopen decennia zijn belangrijke ontdekkingen gedaan over het
leven van chimpansees: ze leven in hechte sociale groepen waar de strijd
om macht een dagelijks gegeven is. Ze jagen en houden van vlees. Moord
komt voor binnen groepen en tussen groepen, net als kannibalisme. Ze
zijn zeer intelligent, vervaardigen werktuigen en hebben
taalcapaciteiten (maar kunnen niet echt spreken). Bij de neven van de
chimpansees, de bonobo’s hebben de vrouwen de macht. Zij leverden de
sleutel om te begrijpen waarom mannen de macht hebben bij de mens.
Het verhaal is niet alleen een aangenaam leesbare instap; het bezorgt
Vermeersch een ideaal referentiekader voor latere verwijzingen plus even
ideale archetypen en paradigmata om de samenleving van de vroegste
mensen te beschrijven. Net als Carl Grimberg, de auteur van
Sesam encyclopedie van de
wereldgeschiedenis, die zijn loopbaan eveneens begon als
geschiedenisleraar, begreep de auteur dat het de grootste van alle
pedagogische zonden is: vervelend zijn.
Zijn werkwijze roept reminiscenties op aan die van Jared Diamond
(eredoctor K.U.Leuven, november 2008) in het bejubelde
Zwaarden, paarden en ziektekiemen
(4). Ik noem het analytisch-
synthetisch. Regelmatig geeft hij een gedetailleerde lijst van
belangrijke vindplaatsen en vondsten, wat het geheel even het uiterlijk
verleent van een universiteitscursus. Dan volgt een gemakkelijk leesbare
synthese, aangeduid door een groene lijn in de marge, waarvoor het
analytische deel het bewijsmateriaal leverde. Eén opvallend verschil met
Diamond: in zijn beknopt overzicht van de menselijke
wordingsgeschiedenis simplificeerde die bijna karikaturaal de
tegenstelling neanderthaler - moderne mens. Aan dat verwijt ontsnapt
Vermeersch beslist! Je vindt hier over de neanderthaler gegevens die je
nooit eerder las, bijvoorbeeld over het spraakvermogen. Niet alleen hier
valt op hoe genuanceerd hij verschillende steekhoudende hypothesen naast
elkaar plaatst.
Voor gespecialiseerde onderwerpen schroomt de auteur zich niet om de
hulp van specialisten ter zake in te roepen. Het thema
De ontwikkeling van de hersenen
(Boek 1, p. 116 e.v.) kwam tot stand in samenwerking met prof. dr.
Jacques Caemaert (UGent)
Natuurlijk wordt het dan veel uitvoeriger dan gebruikelijk: meer dan 800
blz. voor de wordingsgeschiedenis en de samenlevingsvormen van de
vroegste mensen! Maar Vermeersch toont aan dat veel van onze huidige
gedragsvormen genetisch bepaald zijn door die lange wordingsgeschiedenis
en daarzonder niet kunnen begrepen worden.
De menselijke maatschappij zit in een ijzersterke cyclus van
zelfreproductie, niet alleen biologisch door de voortplanting, maar ook
ideologisch. Ideologie omvat dan grosso modo de
immateriële cultuur,
waaronder kennis en
religie, die beide ingebed
zijn in een allesomvattend wereldbeeld. Wereldwijd is de
vooroudercultus de oudste
vorm van religie.
Ideologie
had veel voordelen maar het had ook één groot nadeel. Het hulpmiddel
voor de menselijke reproductie ging bij tijd en wijle zelf de mens
controleren. Dit is duidelijk bij religie die tegelijk een onderdeel was
van de (re)productie van de mens en zijn voedsel, maar de mens ook een
fictief geconstrueerd wereldbeeld gaf.
De mens reproduceerde zich biologisch wat ideologisch werd vertaald in
de vooroudercultus die de oneindige keten van mensen en menselijke
kennis hielp reproduceren. Biologisch gezien wordt de menselijke soort
immers gekenmerkt door een sterk verlengde kindertijd. Die is nodig
omdat een mensenkind zo traag volwassen wordt, maar ook omdat het zo
enorm veel moet leren voor het op eigen benen kan staan: kennis en
vaardigheden om te overleven, fysiek en als sociaal wezen in een complex
maatschappelijk netwerk. Hoe leren ze dat? Uit ervaring, in de praktijk,
door telkens herhaalde oefeningen onder toezicht van oudere
familieleden.
In tegenstelling tot Richard Leakey, die
oorlogvoering ziet als
cultureel verschijnsel een pervertering van “de
diepmenselijke drang tot samenwerking (5)” poneert Vermeersch de
stelling dat het doderinstinct
ingeplant zit in de menselijke genen omdat het een noodzaak is voor de
jacht. Hij illustreert dit thema
Geweld en oorlog (Boek 1, p. 332 e.v.) met voorbeelden van mensapen
tot hedendaagse geschiedenis. En hoe graag ik Leakey zou geloven, ik
vrees toch dat Vermeersch het bij het recht eind heeft!
In Boek 2 De maatschappij van
jagers en verzamelaars worden de hoofdrichtingen van de verspreiding
van Homo sapiens over de wereld naar alle bewoonbare continenten nader
bekeken. Bij een aantal volkeren licht hij hun manier van leven nader
toe.
Uit Boek 2 licht ik nog één item: de vroege mens bouwde een
verbazingwekkende kennis op in verschillende domeinen: materiaalkennis
en materiaalbewerking, geneeskunde, astronomie, rekenkunde, kennis van
dieren en planten enzovoort. Weer bijzonder interessant.
Nog even vermelden dat de boeken ruim voorzien zijn van duidelijk
kaarten en tabellen en
tenslotte elk besluiten met een zeer degelijke
index, iets wat ik in zoveel
werken zo node mis.
Hoe kan ik beter besluiten dan met de woorden van de bekende antropoloog
Rik Pinxten (Universiteit Gent) uit het
Woord vooraf bij
Boek 2: “Marc
Vermeersch doet ons nadenken en tot een systematische zelfverkenning
besluiten. Dat is een grote verdienste… Hij verzoent wetenschappelijke
studie en diepe interesse in de mens op een unieke manier. Dit werk is
een schitterende bron
NOTEN
1. Knack Wereldgeschiedenis,
Roeselare, Roelarta, 2004. 6 delen
| |||