We gaan kijken naar
een groot gedeelte van de film ‘Daens’. Het is een spannende film met
gedeeltes waar je erg om kunt lachen, maar ook met stukken waar je over
na moet denken.
De film is te lang om alles te bekijken, daarom gebruiken we alleen de
spannende stukken en de gedeeltes waarvan je veel kunt leren.
In de film wordt
een aantal dingen uit het geschiedenisboek behandeld. Je snapt de film
beter, als je uit Sfinx VM1 het volgende leest:
Hoofdstuk 8, De
industriële revolutie.
bladzijde 118 en
119, paragraaf 8.1, Alles uit de machine
bladzijde 124 en
125, paragraaf 8.4, Welke gevolgen had de vraag naar arbeiders?
bladzijde 126 en
127, paragraaf 8.5, De vraag naar huizen.
bladzijde 128 en
129, paragraaf 8.6, De vraag naar rechtvaardigheid.
Maar als je naar de
film kijkt en de opdrachten goed maakt, dan snap je het schoolboek – en
dus de toets straks - ook beter.
Het is de bedoeling
dat we van de film wat leren, daarom moet je goed kijken en er
opdrachten bij maken. Om te zorgen dat dat goed gaat, is het volgende
belangrijk:
1)
Doe
altijd precies wat in de hokjes staat. Het vooraf lezen van de
opdrachten zorgt er voor dat je weet waar je op moet letten.
2)
Probeer
tijdens het kijken geen antwoorden op te schrijven, dan mis je misschien
andere belangrijke dingen van de film.
3)
Schrijf
de antwoorden netjes met potlood op. Eventuele fouten kun je dan later
netjes en makkelijk verbeteren.
4)
De
vragen en antwoorden met een
!
moet je leren voor
de toets.
|
LEES:
Voordat je gaat kijken naar deel 1 van de film lees je eerst hieronder tot en met vraag 6. |
|
|
Daens deel
1.
In de
Belgische stad Aalst staan grote textielfabrieken. Daar werken
veel volwassenen en kinderen. In de stad komt een nieuwe
priester werken: priester Adolf Daens. |
|
|
1.
! |
In welke
eeuw speelt de film zich af? |
|
|
|
2.
|
Waarom
krijgt het jongetje (Jefke) een boete van de fabrieksopzichter (Schmitt)? |
|
|
|
|
|
|
3.
|
Er wordt een
krantenverkoper (Jan de Meeter) gearresteerd.
Welke krant
(‘Gazet’ is het Belgische woord) verkoopt hij? |
|
|
|
|
4.
|
Wat stelen
Jefke en twee andere jongens van de vrouw op straat? |
|
|
|
5.
|
Waardoor is
het meisje gestorven? |
|
|
|
|
|
|
|
|
6.
! |
Schrijf nu - van wat je gezien hebt - een
verhaaltje van minstens drie regels over het leven van de
fabrieksarbeiders in Aalst.
Gebruik
daarbij de volgende woorden: eeuw, textielfabriek, werk,
eten, dood. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Je gaat nu
naar het begin van de film kijken.
De film is
in België gemaakt en er wordt veel Vlaams gesproken. Je moet dus
goed luisteren, anders begrijp je niet wat de mensen zeggen.
Het begin
van de film is zwart-wit, al heel snel is de film in kleur. De
film begint in de textielfabriek. Even later zien we hoe
priester Daens vertrekt uit de stad Dendermonde om in Aalst te
gaan werken.
Bekijk de film, deel 1 (vanaf 0.00.00-0.08.12
Maak dan de vragen 1 t/m 6
Lees nu het stuk Daens deel 2 t/m vraag 13 |
Daens deel
2.
Priester
Adolf Daens is erg geschrokken van de toestanden in de
textielfabrieken in Aalst. Hij schrijft erover in de krant van
zijn broer Pieter. Daardoor begint de Belgische regering een
onderzoek. In de textielfabriek komt een ‘Inspectiecommissie’ op
bezoek. |
|
|
7.
|
Wat gebeurt
er met de kinderen in de fabriek? Leg uit waarom |
|
De kinderen worden |
|
|
omdat |
|
|
|
|
|
8.
|
Waarom lukt
het fabrieksmeisje (Nette) het niet om te vertellen wat er in de
fabriek aan de hand is? Noem drie dingen.
|
|
1)
|
|
|
|
|
2)
|
|
|
|
|
3)
|
|
9.
! |
In de
toneelvoorstelling wordt een gezin gespeeld. Wat voor soort
gezin en waar kun je dat aan zien?
|
|
Een |
|
gezin , omdat
|
|
|
|
|
|
|
|
10.
|
Waarom
stoppen de vrouwen met werken? |
|
|
|
|
11.
|
Waarom gaan
de vrouwen in optocht door de stad? |
|
|
|
|
12.
! |
Hoe reageert
de politie op de optocht van de vrouwen door de stad. Leg ook
uit waarom ze zo reageren. |
|
De politie |
|
|
omdat |
|
|
|
|
|
13.
|
Denk je in:
Jij bent commissaris van politie in Aalst. Zou jij de politie
hetzelfde laten doen als wat in de film gebeurt? Leg je antwoord
uit. |
|
Ja / Nee , omdat |
|
|
|
|
|
|
|
In het begin
zien we de fabrieksdirecteur aan de telefoon. Hij hoort dat de
Inspectiecommissie zijn fabriek komt controleren.
Bekijk de film, deel 2 (vanaf 0.35.43-0.52.44
Maak dan de vragen 7 t/m 13
Lees nu het stuk Daens deel 3 t/m vraag 20 |
|
Daens deel
3.
Na heel veel
problemen mogen ook de arbeiders bij de politieke verkiezingen
op iemand stemmen.
Daens wil in
het parlement proberen om het leven van de textielarbeiders te
verbeteren. Hij stelt zich daarom verkiesbaar. Zijn grote
tegenstander is Charles Woeste, die weinig wil veranderen.
Charles Woeste is rijk en praat vaak met de koning en de
kerkbestuurders. |
|
|
14.
! |
In het
parlement is de wet op het ‘algemeen kiesrecht’ net aangenomen.
Wat vinden de rijke mensen wat daarmee aan de macht is gekomen? |
|
|
|
|
15.
|
Welke twee
groepen steunen Daens zodat hij gekozen kan worden?
|
|
1)
|
|
|
|
|
2)
|
|
|
|
16.
|
Wat zegt
Woeste tegen de koning over Daens? |
|
|
|
|
17.
|
De arbeiders
weten niet hoe ze moeten stemmen. Hoe wordt hen dat uitgelegd? |
|
|
|
|
18.
|
Hoe probeert
Woeste zoveel mogelijk stemmen te krijgen? |
|
|
|
|
19.
|
Noem twee
manieren waarmee Woeste de uitslag van de verkiezingen probeert
te veranderen.
|
|
1)
|
|
|
|
|
2)
|
|
|
|
20.
! |
Wat hopen de
arbeiders dat Daens voor hen in het parlement zal doen? |
|
|
|
|
De film
begint in het parlement van België, waar net de wet op het
algemeen kiesrecht is aangenomen: de arbeiders mogen nu ook
stemmen.
Bekijk de film, deel 3 (vanaf 1.08.09-01.25.06
Maak dan de vragen 14 t/m 20
Lees nu het stuk Daens deel 4 t/m vraag 24 |
Daens deel
4.
Daens heeft
een uitnodiging gekregen voor een bezoek aan de paus in Rome. De
paus liet hem steeds wachten en tenslotte schreef hij in een
brief dat Daens moet stoppen met zijn werk voor de arbeiders.
Als Daens dat niet zou doen, kan hij geen priester meer zijn.
In Aalst
wachten de arbeiders op de terugkeer van Daens. Nette, het
fabrieksmeisje, is zwanger. Haar vriend weet dat nog niet. |
|
|
21.
|
Waarom wil
Daens dat de mensen op het station worden weggestuurd? |
|
|
|
|
22.
|
Waarom
verlaten de arbeiders de kerk? |
|
|
|
|
23.
|
Wat vindt
Daens nu van de socialisten? |
|
|
|
|
24.
|
Waarom wil
de knokploeg ‘De Bokken’ bij de drukkerij van Pieter Daens? |
|
|
|
|
Het
filmstukje begint met de aankomst van Daens in Aalst. Hij komt
terug uit Rome waar hij was uitgenodigd door de paus. |
|
$ |
GELEZEN?
|
|
|
BEKIJK
DE FILM deel 4
(vanaf 1.45.27 tot 2.00.03) |
|
|
FILM GEZIEN
deel 1?
MAAK DE VRAGEN 21 t/m 24.
VRAGEN
GEMAAKT? |
|
|
LEES:
het stuk Daens deel 5 t/m vraag 30. |
|
|
Daens deel
5.
Daens mag
van de kerkleiding niet meer in Aalst werken. In Aalst gebeurt
een onverwachts ongeluk. |
|
|
25.
|
Wat voor
soort werk krijgt Daens? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
26.
|
Wat roept de
priester als Daens als wegloopt? |
|
|
|
|
27.
|
Wat gebeurt
er met Jefke? |
|
|
|
|
28.
|
Waarom wil
de priester Jefke niet ‘helpen’? |
|
|
|
|
|
|
29.
|
Wat doet
Daens om Jefke te ‘helpen’? |
|
|
|
|
30.
|
Denk na:
Wat betekenen de laatste woorden van de film “Onze eerste
noemen we Jefke.” |
|
|
|
|
|
|
|
|
In het begin
van dit filmstukje zijn Jefke en twee andere jongens aan het
‘bidden’. Later zie je Daens op zijn nieuwe werkplek buiten
Aalst.
Bekijk de film, deel 5 (vanaf 2.00.03-2.08.03
Maak dan de vragen 25 t/m 30
Lees nu het stuk Daens deel 2 t/m vraag 13 |
|
|
|
|
MAAK
de slotvragen, die over de film ‘Daens’ en het schoolboek
gaan: 31 t/m 35.
|
|
|
LEES:
in het leesboek op bladzijde 119 ‘Het begon in Engeland’
|
|
|
|
31.
! |
‘Daens’
is een film over de ‘industriële revolutie’. Schrijf op
waarom. |
|
|
|
|
|
LEES:
in het leesboek op bladzijde 120-121 ‘Sla de boel kapot’ |
|
|
|
32.
|
Wat is het
verschil tussen een ‘Spinning Jenny’ en de machines uit de film? |
|
|
|
|
|
|
|
LEES:
in het leesboek op bladzijde 124 ‘Twee soorten mensen’ |
|
|
|
33.
! |
Schrijf
achter elke zin uit het schoolboek of het wel of niet in de film
voor komt. |
|
Zin
uit het schoolboek |
Wel of niet
in de film
|
|
Door het
grote aanbod van arbeiders waren de lonen dus laag. |
|
|
Arbeiders
verdienden vaak niet genoeg voor hun gezin. |
|
|
Kinderen en
vrouwen verdienden nog minder dan mannen. |
|
|
De
fabriekseigenaren wilden de arbeiders zo lang mogelijk laten
werken. |
|
|
|
$ |
BEKIJK:
in het leesboek op bladzijde 127 de bronnen 18 en 19. |
|
|
|
34.
|
Schrijf een
verhaal van minstens vijf regels hoe deze bronnen in de film
voor komen.. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
LEES:
in het leesboek op bladzijde 128 ‘Vakverenigingen’ |
|
|
|
35.
|
DENK NA
en schrijf de zin uit het leesboek over die over de knokploeg
‘De Bokken’ gaat. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De vragen en
antwoorden (met een
!)
moet je leren voor de toets:
1, 6, 9, 12,
14, 20, 31, 33. |
|