S
|
Tijd |
Beschrijving |
Opmerkingen
|
1 |
0.00.00 |
Titel. |
|
|
0.00.17 |
Jongetjes kruipen
onder machines in fabriek. |
Begin is zwart-wit,
wordt om 0.58 kleur. Benadrukt het ‘historische’ , de ‘authenticiteit’
van de film.
Dit begin van de
film (jongetjes onder weefmachine) wordt verderop het dramatische
hoogtepunt van de film als een jongetje dodelijk verongelukt onder de
machines. |
|
0.00.30 |
Tekst:
Aalst, België – eind
19e eeuw. |
|
|
0.00.53 |
Opzichter loopt
rond. |
Opzichter/atelierchef Schmitt. |
|
0.00.58 |
|
Kleur. |
|
0.00.58 |
Meisje krijgt
uitbrander van opzichter. Jongetje neemt het voor haar op. |
Jefke. |
|
|
Jongen krijgt boete,
mannen helpen jongen. |
Stilzwijgende
solidariteit. |
|
0.02.04 |
Man ‘Is het waar dat
gij weg wilt uit Dendermonde?’ |
Adolf Daens verlaat
school (college) in Dendermonde om in Aalst als priester te gaan werken. |
|
|
Daens: |
Adolf Daens,
hoofdrolspeler. |
|
0.03.14 |
Wiel draait in
fabriek. Arbeiders o.l.v. opzichter bidden. |
|
|
0.03.36 |
Fabrieksmeisje naar
huis. De smid jaagt haar weg, |
Krijgt geen kolen
van de smid. |
|
0.03.52 |
|
Titelrol over
beelden heen |
|
0.05.06 |
|
Einde titelrol |
|
0.05.07 |
Trein rijdt station
binnen. ‘Waar zijn ze nu, uw socialisten’? |
|
|
|
Adolf Daens stapt
uit. |
|
|
|
Krantenverkoper
‘Gazet der Socialisten’: ‘De Vooruit’, wordt gearresteerd. |
Jan de Meeter |
|
0.06.40 |
Straat. Jongens
stelen aardappels van een vrouw. |
o.a. Jefke. |
|
|
Daens valt, ziet
mensen bij wagen. Daar op ligt het lijk van het meisje: doodgevroren van
de kou. |
|
|
0.08.12 |
Café, dansende
vrouwen op tafel die hun rokken optillen. |
|
|
0.09.23 |
Daens bij ouders van
het dode meisje. |
|
|
|
Daens slaat
opzichter, |
|
2 |
0.12.00 |
Koets met paarden
rijdt voor een huis. |
Villa van Borremans,
eigenaar van de textielfabriek. |
|
0.15.20 |
Uitspraken in
gesprek:
“Een katholieke
krant die de arbeiders ophitst.”
Woeste komt binnen.
“Ze beledigen en
bestelen ons en belagen onze vrouwen.”
“Ze terroriseren het
land.”
“De arbeiders moeten weer respect tonen voor
degenen die hen voeden.” “Daar moet de kerk voor zorgen.”
“U ook. Als
werkgever draagt u zorg voor hun zieleheil.”
“Ze hebben dezelfde
zorgen als wij directeuren.” Als wij geen subsidie krijgen.
”Die komt er niet,
geen staatsinmenging. |
Franstalig
met Nederlandse ondertitels.
Visie gegoede
burgerij op arbeiders. Onderscheid conservatieven en liberalen. |
|
|
“De Engelse methode:
de fabricagekosten beperken.”
“Door een
loonsverlaging? Dat kan niet.”
“”Als we één lijn
trekken, kunnen we het loon wel verlagen. Het geld verzuipen ze toch.”
“Dan kunnen ze niet
leven.”
“Als we de fabrieken
sluiten, kunnen ze ook niet leven.”
“Her lijkt me
gevaarlijk nu al de lonen te verlagen. De mensen zij al opgewonden.” |
Engelse systeem:
beperken productiekosten door loonsverlaging. |
|
|
“Dan het Schotse
systeem: drie arbeiders aan vier machines.
“En als we alleen
vrouwen laten werken, besparen we de helft.”
“Drie arbeidsters
aan vier machines. 12, 13 of 14 uur per nacht?” |
Schotse systeem:
minder arbeiders voor hetzelfde werk. |
|
|
‘Wij liberalen komen
op voor onze arbeiders die in totale armoede leven.’’
Einde gesprek. Vrouw
Borremans en zoontje komen binnen. Woeste vraagt wie de onderwijzer is. |
Liberalen zij in de
19e eeuw de vooruitstrevende burgers. |
|
|
Vrouw Borremans:
“Men heeft ons pastoor Daens aanbevolen.”
“De broer van de
drukker. Laten we hopen dat hij anders denkt.” |
|
|
0.16.18 |
Daens als huisleraar
bij familie Borremans. |
|
|
0.16.57 |
Fabriekspoort. |
|
|
|
Nette’s vader mag
niet naar binnen. Alle mannen worden ontslagen. |
|
|
0.18.58 |
Woeste bij Daens. |
|
|
0.20.00 |
Vrouwen aan de
machines. |
|
|
0.21.56 |
Monseigneur achter
bureau. Bel rinkelt. |
|
3 |
0.23.04 |
Daens zet hoed op
het hoofd van een jongen. |
Daens is
huisleraar van de zoon van Borremans.
|
|
0.23.40 |
Steen door ruit.
Jongetje staat buiten in de tuin. Daens is gewond aan het hoofd door de
steen. De honden worden op de jongen afgestuurd. |
Jefke gooit steen. |
|
0.24.18 |
Jongen rent door
staten. Daens achter hem aan. Arbeidersbuurt.
Nette: “U zijt
gewond mijnheer pastoor.” |
|
|
0.25.59 |
Huis van Nette. |
|
|
0.29.15 |
Krant
Woeste bij
monseigneur:
Encycliek Rerum
Novarum van paus Leo XIII.
Woeste:“U kunt hem
het zwijgen opleggen.” |
|
|
0.31.42 |
Arbeiders op straat.
Krantenjongens prijzen hun kranten aan.
Katholieken: De
Werkman;
Socialisten: De
Vooruit. |
Katholieken en
socialisten voeren gescheiden arbeidersstrijd. |
|
|
Jan de Meeter leest
voor uit krant: Inspectiecommissie komt. Belangrijk is om stemrecht te
hebben. |
|
|
0.35.25 |
Knokploeg. |
Knokploeg ‘De
Bokken’. |
4 |
0.35.43 |
Man aan telefoon.
|
Borremans, directeur
textielfabriek. |
|
|
Echtpaar Borremans
in gesprek over het ontslag van Daens als huisleraar. ‘Mijn zoon zal
niet opgevoed worden door een socialist.’ |
|
|
0.36.42 |
Daens schrijft
achter bureau. |
|
|
0.37.01 |
In fabriek worden de
kinderen opgesloten in een grote kast.
Vrouwen krijgen
instructies van opzichter Schmitt voor het bezoek van de commissie: “Ge
weet wat u moet zeggen.” |
|
|
0.38.19 |
Commissie komt
fabriekszaal binnen. Borremans leidt ze rond. Commissieleden spreken
alleen Frans, arbeiders spreken alleen Vlaams.
“Ze werkt liever ’s
nachts, dan is ze overdag bij haar kind.” |
|
|
|
Commissielid zoekt
toilet. Nette neemt hem mee. Opzichter Schmitt verhindert dat Nette hem
de kinderen laat zien.
Nette in Vlaams:
“Mijnheer, verstaat ge Vlaams? Ze hebben de kinderen opgesloten daar.”
“We worden als
beesten behandeld als ge weg zijt. Wij, wij, …er gebeuren hier elk dag
ongelukken, omdat we onze ogen niet kunnen open houden van de slaap.”
Commissielid
verstaat Nette niet en wordt door de directeur weer weggeleid. |
|
|
|
Commissie weg,
Schmitt roept Nette: “Scholliers!!! Content hè, twee frank boete.”
Nette tegen
arbeidsters: ‘Stomme trutten, waarom hebt ge niks gezegd? Dat was onze
enige kans.
Arbeidster: “We
hebben het geprobeerd, maar ze verstonden er niks van.” |
|
|
0.42.03 |
Kinderen worden weer
vrijgelaten en aan het werk gezet, |
|
|
0.42.34 |
Jongetje op toneel.
Wordt arbeidersgezin gespeeld voor gegoede burgers. |
Onder het publiek is
de inspectiecommissie.
Gegoede burgerij
heeft wel oog voor gespeeld leed, maar niet voor het echte leed. |
|
0.43.43 |
Jongetje kruipt weer
onder machines. Komt onder de machine, hij is dood. |
Zie beginscène van
de film en overeenkomst met latere dood van Jefke. |
|
|
‘Hij is dood.’ |
Klaaglijke
muziek. |
|
|
Vrouwen stoppen met
werk, gaan naar buiten. Alle arbeiders mee. |
Opzwepende
muziek. |
|
0.46.40 |
Fabrieksopzichter op
de fiets naar de toneelvoorstelling. Hij waarschuwt fabriekseigenaar
Borremans. |
|
|
0.47.24 |
Arbeidersvrouwen
leggen lijkje in dekens. Ze gaan in optocht door de stad. |
|
|
0.47.28 |
In de drukkerij
wordt Daens gewaarschuwd: ’Iedereen is de straat op.’ |
|
|
0.48.15 |
Optocht met lijkje.
Politie te paard. Nette pakt lijkje en loopt naar voren. Politie:
“Ontbloot de sabels.” |
|
|
0.49.34 |
Mensen verlaten
toneelvoorstelling. |
Burgerij komt van
gespeelde werkelijk-heid in echte werkelijkheid. Hun houding is dan
geheel anders. |
|
0.49.42 |
Politie: ‘Ten
aanval.’ |
|
0.50.25 |
Daens en zijn broer
Pieter horen het geschreeuw. |
|
|
0.50.36 |
Politieaanval. Slaan
met sabels, paarden vertrappen mensen. |
Muziek. |
|
0.51.38 |
Daens arriveert. Het
gevecht is al afgelopen. Daens gaat tekeer tegen politie. |
|
5 |
0.52.44 |
Mensen in kerk.
Gewonde arbeiders in kerk. Daens. |
|
|
0.53.32 |
Priester tegen Daens. |
|
|
0.53.57 |
Glas in lood ramen.
Kinderkoor.Mis.
Jan de Meeter
(socialistische krantenverkoper) komt binnen. |
|
|
0.55.10 |
Daens beklimt
preekstoel. |
|
|
0.55.32 |
Preek van Daens.
‘Waarom geeft gij
hen niet te eten.’
‘Zonder onderscheid
van rang en stand te delen.’
‘Is de stem van een
arme minder dan de stem van een rijke?’
‘Ongelooflijk hij
preekt voor algemeen kiesrecht.;
Gegoede burgerij
verlaat de kerk.
Daens: ik lees voor
uit encycliek. |
|
|
0.59.20 |
Tuin/Park. Auto.
‘Uw wreedheid speelt
hen in de kaart.’ Ze eisen algemeen kiesrecht.
Woeste: ‘oplossing
is om hem uit z’n ambt te laten ontzetten.’ |
|
|
1.01.09 |
Monseigneur in
koets. Kijkt naar buiten naar demonstratie voor algemeen kiesrecht.
Demonstranten zingen de ‘Internationale’. |
|
|
1.02.20 |
Daens in hal.
Monseigneur.
‘ Als er
mogelijkheid is, dan omdat God dat zo wil.’ |
|
|
1.04.50 |
Arbeidersgezin
Scholliers aan tafel. |
|
|
1.05.32 |
Fabrieksopzichter
selecteert mensen voor soep en brood. |
|
|
|
Socialisten bieden
ook soep aan voor de staking.’
Arbeiders die niet
meedoen krijgen geen soep van Borremans.
Vrouw Borremans: ‘
Die soep was toch voor iedereen?’
Arbeiders: ‘Wie
willen Daens.’ |
|
6 |
1.08.09 |
Parlementsvergadering. “Eén miljoen stemmen erbij. De domheid aan de
macht.” Algemeen kiesrecht is aangenomen. |
|
|
1.08.58 |
Daens in bijna lege
kerk. Vrouw van Borremans aanwezig. |
|
|
1.09.51 |
Villa, nacht. |
|
|
|
Daens in drukkerij. |
|
|
1.10.42 |
Aanplakbiljetten
Kiest Daens.
Daens houdt
verkiezingstoespraak. De socialisten komen, Daens gaat verder met
toespraak. |
|
|
|
‘Wij liberalen ..’
socialisten en
liberalen steunen Daens.
Het begint te
regenen. |
|
|
1.13.15 |
Paleis in renovatie.
Woeste bij koning.
‘Het socialisme kan
gevaarlijk worden voor de troon.’
Kardinaal komt
binnen. Beslissing is aan de bisschop. |
|
|
1.15.34 |
Aanplakken
verkiezingsbiljetten. |
|
|
|
Arbeiders krijgen
instructie hoe ze moeten stemmen: Daens of Woeste. Moeten letters tellen
van de naam. |
Analfabetisme. |
|
|
Woeste komt binnen
met worsten. |
Omkopen/gunstig
stemmen. |
|
1.16.43 |
Lamp. Jan de Meeter
leest voor aan Nette. Vallen samen in slaap. |
|
|
1.17.54 |
Plein, vandaag
verkiezingen, ouder dan 25 jaar.
Priester langs
huizen voor stemadvies: voor Daens stemmen is doodzonde.’ |
|
|
1.20.00 |
Tellen van stemmen
Daens/Woeste. Veel stemmen op Daens worden ongeldig verklaard. |
|
|
1.21.50 |
Daens op bed. Woeste
heeft alle doden van de stad mee laten tellen. |
|
|
1.22.10 |
Tegen Woeste: ‘u
hebt teveel stemmen.’ Er moet opnieuw gestemd worden. |
|
7 |
1.22.58 |
Vrouwen doen was in
de rivier. Man zet fiets neer en roept: “Daens is verkozen.”
|
|
|
1.24.90 |
Daens krijgt
bloemen.
Arbeiders: ‘Laat het
ze nu horen in het parlement, mijnheer pastoor.’ |
|
|
1.25.06 |
Parlement. Daens
komt binnen. |
|
|
|
Toespraak Daens:
armoede in Aalst. |
|
|
1.29.30 |
Krijten biljartkeu.
Kardinaal,
bisschoppen en nuntius. |
|
|
|
Rerum Novarum.
Besluit is aan de
paus. |
|
|
1.32.07 |
Woeste bij
kardinaal. |
|
|
1.32.22 |
Brief voor Daens in
de drukkerij. Daens moet naar Rome komen. |
|
|
1.32.58 |
Café.
Jan de Meeter en
Nette. |
|
8 |
1.35.30 |
Daens loopt door
zuilenrij. |
Daens in
Rome/Vaticaan. |
|
1.35.50 |
Daens in wachtzaal.
‘De Heilige Vader kan u vandaag niet ontvangen.’ |
|
|
1.37.16 |
Arbeiders op
gezamenlijke wc.
Opzichter komt
binnen: ‘ontslagen’. |
|
|
1.38.03 |
Wachtzaal Rome. ‘Ik
moet u weer teleurstellen.’
Daens: ‘maar er is
niemand.’ |
|
|
1.38.41 |
Honden, fabriek,
opzichter.
Nette zoekt Jefke.
Opzichter verkracht
Nette. |
|
|
1.40.48 |
Daens in wachtzaal. |
|
|
1.41.00 |
Arbeiderswoning van
familie Scholliers. ‘Vrij’geluiden, vader en moeder vrijen. |
|
|
|
Ruzie van Nette met
broer Robbie. |
|
|
1.43.32 |
Daens in Rome.
‘De Heilige Vader
schrijft u dit: veroorzaak geen tweedracht binnen de Katholieke Kerk.
‘Laat u niet in met
socialisten anders wordt u uit de kerk verstoten.’ |
|
9 |
1.45.27 |
Kinderen zwaaien
naar de binnenkomst van een trein met Daens. |
|
|
|
Daens zegt in trein
tegen broer Pieter: ‘Stuur ze naar huis. De Paus heeft mij niet
ontvangen.
Toespraak Daens:
Eendracht en rechtvaardigheid. |
|
|
1.47.49 |
Woeste in parlement.
Arbeiders willen onderwijs. |
Analfabetisme |
|
1.48.54 |
Priester in kerk:
‘wij verbieden de geschriften van Daens.’Arbeiders verlaten de kerk. |
|
|
|
Jan de Meeter zoekt
Nette, die ‘is ziek’. |
Zwanger van
fabrieksopzichter. |
|
1.49.43 |
Drukkerij. Pieter en
Adolf Daens. ‘Het geld is op, we moeten ons organiseren.’ |
Begin Daensisme. |
|
1.50.28 |
Meisjes naaien
vlaggen.
“Bij de socialisten
krijgt u soep.” |
|
|
|
Daens: “Wij mogen
niet vergeten dat de socialisten onze vijanden zijn.’
Nette: “Hoe kunt u
dat zeggen?” |
|
|
1.52.44 |
Nette loopt weg. Jan
de Meeter gaat achter haar aan. |
|
|
1.53.18 |
Rijk diner met de
koning: ‘Is dat schandaal in Aalst opgelost?”
Woeste: “Hij moet
z’n zetel zonder voorwaarden opgeven.’ |
|
|
|
Daens wil alleen
aftreden voor een andere christen-democraat. |
Verschil tussen
conservatieve christenen en christen-democraten. |
|
1.54.38 |
Maskers, kaarsen.
Knokploegen voor drukkerij. |
Knokploeg ‘De
Bokken’ |
|
|
‘Kom naar buiten.’
Vuur en steen door de ruiten.
‘Kom naar buiten,
dan kunnen we u ophangen.’
Vernielingen. |
|
|
1.56.29 |
Peer waarschuwt
Adolf Daens in de trein: “De Bokken zitten overal.” |
|
|
1.57.50 |
Blussen van het vuur
bij de drukkerij. Daens arriveert.
Broer Pieter leeft
nog. |
|
10 |
2.00.03 |
Jefke en andere
jongens bij steen buiten. Jefke bidt. |
|
|
2.00.48 |
Daens in kerk. |
Nieuwe werkplek van
Daens. |
|
2.01.20 |
Grote eetzaal met
‘psychiatrische patiënten’. Daens moet aan hen voorlezen. |
|
|
|
Jefke bidt bij
steen. Op achtergrond circuswagen. |
Circuswagen is van
belang i.v.m. dood Jefke. |
|
2.02.21 |
Daens: “Het is mijn
taak het woord van God te verkondigen.’ Loopt weg.
‘Gij zijt geen
priester meer.’ |
Daens zegt niet:
arbeiders helpen of om armoede te bestrijden. |
|
2.02.50 |
Jefke bij
circuswagen. Tijger valt uit. |
Echte doodsklap van
tijger zie je niet. Zelfde filmtechniek als jongen die onder de
weefmachine komt. |
|
2.03.18 |
Jefke is dood. |
Zelfde scène als in
het begin van de film. |
|
|
Priester: “Hij heeft
niet gebiecht en kan hem dus niet begraven.”
Daens wil Jefke wel
begraven. Priester: “Gij moogt hem niet begraven.”
Daens en omstanders
rijden wagen met het lijk van Jefke weg. |
|
|
2.05.21 |
Daens houdt
toespraak bij de begrafenis van Jefke.
Kist wordt gezakt. |
|
|
2.06.47 |
Nette tussen
grafkruisen. Jan de Meeter komt bij haar. Omarming.
Jan: ‘Onze eerste
noemen we Jefke.”
Nette en Jan lopen
samen weg. |
Zwart/wit van het
begin van de film is bijna weer terug: grauw/grijs. |
11 |
2.07.45 |
Tekst:
Adolf Daens overleed
in 1907, na een tweede ambtstermijn als volksvertegenwoordiger.
‘Op maandag, te 9
uur, werd hij begraven. Daar waren alleen de armen, volksvrouwen met een
zwarte doek over de schouders, arbeiders, stakers en een zwijgende
menigte …” |
|
|
2.08.03 |
Aftiteling. |
|
Nijmegen: ILS/RUN, 2004.