Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Opdracht 4
Opdracht 5
|
Opdracht 5
Bekijk onderstaande tabel.
- Wat valt je op als je kijkt naar het aantal werkende vrouwen in de
genoemde steden in de periode 1889-1909
- Wat valt je op als je kijkt naar het aantal werkende gehuwde
vrouwen in de genoemde steden in de periode 1889-1909
- Bedenk een of meer verklaringen voor de gevonden verschillen?
Percentages vrouwelijke arbeidskrachten op het totaal aantal arbeidskrachten in de
Twentse textielindustrie in 1889 en 1899
Plaats |
1889 |
1899 |
1909 |
|
alle vrouwen |
gehuwde vrouwen |
alle vrouwen |
gehuwde vrouwen |
alle vrouwen |
gehuwde vrouwen |
Almelo |
38,2 |
6,3 |
35,0 |
4,3 |
29,7 |
|
Enschede |
36,2 |
7,2 |
34,9 |
4,2 |
37,3 |
|
Lonneker |
43,8 |
2,5 |
37,2 |
3,3 |
35,3 |
|
Hengelo |
37,6 |
1,7 |
39,4 |
1,2 |
40,4 |
|
Overijssel |
36,5 |
5,8 |
35,5 |
3,6 |
36,0 |
3,4 |
|
Bron: Brouwer en Van Eijndhoven,
Fabrieksarbeidsters, blz. 89,91 |
|
|