In een artikel op internet over Albert Hahn schrijft Rob Ruggenberg:
 
'In de oorlog kiest Hahn zo min mogelijk partij voor of tegen een van de strijdende landen - al tekent hij veel vaker Duitse oorlogs(mis)daden dan Engelse of Franse. Keizer Wilhelm blijft een van de meest terugkerende boosdoeners. Maar vaker probeert Hahn de gebeurtenissen op een algemenere manier te laten zien, met meer aandacht voor de moordzucht en het menselijk lijden dan voor de identiteit van de dader.

Voor Hahn is het wezenlijke van de oorlog niet de strijd tussen de verschillende landen. Hij klaagt de oorlog zélf aan, de vernietiging en het moorden, en hij beeldt dat af als een direkt gevolg van het kapitalistische systeem. Oorlog is het ware gezicht van het kapitalisme.'

Is de analyse van Ruggenberg juist? Dat ga je onderzoeken aan de hand van een viertal opdrachten. (zie de menubalk)