Dekolonisatie en Koude Oorlog in Vietnam

Home    |    Docent    |    Leerling    |    Historische links   |   Vietnam   |   Contact

    samenvatting  |  stofomschrijving  |  

samenvatting downloaden als wordbestand  | stofomschrijving downloaden als wordbestand

   

samenvatting Vietnam en de Koude Oorlog

   

Hoofdvragen

• Waarom gingen de VS over tot militair ingrijpen in Vietnam?

• Waarom liet deze Vietnam-oorlog diepe sporen na in de Amerikaanse samenleving en in de internationale verhoudingen? (cursief deel: alleen vwo)

Hieronder staat een samenvatting van het katern van NighVersluys

Historisch kader

V.S., S.U. en China  

De twintigste eeuw zag de opkomst van drie grote mogendheden, de V.S. aan de ene kant  en de S.U. en China, aan de andere kant.

V.S.

  • Kapitalistisch
  • Individu centraal
  • Vrijheid en democratie

S.U. en China

  • Communistisch
  • Collectief centraal
  • Gelijkheid en solidariteit

Beide wereldbeelden sloten elkaar uit en stonden lijnrecht tegen over elkaar. Beide kampen wilden de wereld hun ideeën opleggen. Hieruit ontstond de Koude Oorlog

Dekolonisatie

Vietnam

  • Lang en smal
  • Tropisch
  • Geen delfstoffen
  • Vruchtbaar voor landbouw
  • Buurland van China, dat een sterke invloed had op Vietnam. De relatie was niet altijd even gemakkelijk.

Vietnam maakte vanaf het midden van de 19e eeuw deel uit van de Franse kolonie Indochina. In de loop van de twintigste eeuw nam in veel koloniën het nationalisme toe, ook in Vietnam. Nationalisten voelden zich vaak aangetrokken tot het communisme omdat dat dat niet alleen het kapitalisme, maar ook het kolonialisme bestreed. Na de Tweede Wereldoorlog werd een deel van Vietnam (het noorden) communistisch. Toen Frankrijk niet meer in staat was het nationalisme te beteugelen en zich uit Vietnam terug trok waren de V.S. bang dat niet alleen heel Vietnam, maar ook heel Zuid-Oost-Azië communistisch zou worden. Om dat te voorkomen raakten de V.S. betrokken bij de oorlog tussen Noord- en Zuid-Vietnam. Een oorlog die de Amerikanen uiteindelijk niet hebben kunnen winnen.

Hoofdstuk 1

Koude Oorlog en dekolonisatie in Indochina

Koude Oorlog  

Toen Duitsland in 1945 capituleerde stonden de V.S. en de S.U. tegen over elkaar in Europa. De S.U. maakte de dienst uit in Oost-Europa en de Amerikanen waren zeer invloedrijk in West-Europa. Wederzijds wantrouwen en een toenemend aantal conflicten leiden tot een Koude Oorlog tussen beide staten. Een (nucleaire) wapenwedloop was het gevolg. Omdat  beide staten in staat waren elkaar te vernietigen en de Russische leider Chroestsjow vanaf eind jaren vijftig naar vreedzame coëxistentie streefde bleef het in Europa bij een koude oorlog.

1.2 Vijandbeelden

Zowel de V.S. als de S.U. hielden er een sterk vijandbeeld op na.

De V.S. waren bang dat het communisme naar een wereldrevolutie streefde. Om dat te verhinderen begonnen de V.S. een politiek van containment (indamming). In 1947 steunden zij Griekenland in hu binnenlandse strijd tegen het communisme. In hetzelfde jaar startte een economisch hulpprogramma aan Europa (Marshall-hulp) vanuit de gedachte dat armoede een goede voedingsbodem zou zijn voor het communisme. In 1949 werd de NAVO opgericht.

Met name na 1949, toen China communistisch werd, breidde de containment politiek zich ook uit tot Azië. De angst dat China en de S.U. twee handen op één buik waren bleek al spoedig ongegrond, maar had geen invloed op het Amerikaanse beleid.

De S.U. zag de V.S. als de aanvoerder van een westers imperialisme, waarbij de V.S. streefde naar politieke en economische invloed in de hele wereld.

1.3 Dekolonisatie in Zuid-Oost-Azië

Nationalisme    

Het nationalisme in veel koloniën dat al op kwam in de jaren twintig van de 20e eeuw kreeg een sterke impuls in de Tweede Wereldoorlog. Het verzet tegen de Japanners werd gekoppeld aan verzet tegen de kolonisators. Communistische bewegingen speelden in het proces van dekolonisatie een belangrijke rol. Via deze communistische bewegingen probeerde de S.U. invloed te krijgen op de onafhankelijkheidsbewegingen. Uiteraard probeerden de V.S. dit te voorkomen omdat zij grote angst hadden voor uitbreiding van het communisme. Na 1949 geloofden zij in de domino-theorie. Zij gaven economische, politieke en militaire steun aan regeringen in Zuid-Oost Azië.

1.4. Azië raakt bij de Koude Oorlog betrokken

Vietnam  

De Fransen koloniseerden vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw Vietnam, Laos en Cambodja. Om de kolonie meer winstgevend te maakten investeerden zij in de infrastructuur en legden zij in de Mekong delta dammen en dijken aan om de landbouw te versterken. Deze inspanning leidde tot:

  • Verbetering van onderwijs en gezondheidszorg
  • Ontstaan van een kleine goed opgeleide katholieke elite in de steden
  • Ontstaan van een elite van grootgrondbezitters in de Mekong delta

Het noorden van Vietnam bleef een stuk armer. Het ware met name de kleine boeren die zich tegen de Fransen verzetten. Na de Vrede van Versailles in 1919 kreeg het communisme in de persoon van Ho Chi Minh invloed op het nationalisme. En in de loop van de jaren dertig, toen de Fransen niet gevoelig bleken voor de eisen van de nationalistische beweging, kregen de communisten de leiding van de strijd om de onafhankelijkheid. Ho Chi Minh richtte in 1941 de Vietminh op, een nationalistische organisatie onder leiding van de communisten. Na de nederlaag van japan in 1945 riep Ho Chi Minh in Hanoi de Democratische Republiek Vietnam (DRV) uit. De Fransen legden zich hier niet bij neer en probeerden hun gezag te herstellen, maar het Franse leger leed in 1954 bij Dien Bien Phoe een grote nederlaag.

De V.S, weigerden de DRV te erkennen waardoor die steun zocht bij China en de S.U. Tijdens de conferentie van Genève in 1954 werd Vietnam op de 17e breedtegraad in tweeën verdeeld, in een communistisch noorden en een kapitalistisch zuiden.

De verkiezingen die in 1956 zouden moeten plaatsvinden ter hereniging van beide delen vonden nooit plaats.

Hoofdstuk 2 Oorlog in een verdeeld Vietnam 1950-1975

Tussen 1945 en 1954 werd in Noord-Vietnam het communisme geleidelijk en voorzichtig ingevoerd om zoveel mogelijk, ook rijke, Vietnamezen aan het regime te binden. Na 1954 (toen de Fransen vertrokken) werd het communisme in Noord Vietnam versneld en met harde hand doorgevoerd (interne revolutie):

  • planeconomie/vijfjaren plannen
  • landhervormingen en vanaf 1958 een collectivisatie van de landbouw

Noord-Vietnam infiltreerde bovendien in het zuiden met het doel uiteindelijk heel Vietnam communistische te maken. (externe revolutie). De route waarlangs troepen naar Zuid-Vietnam werden vervoerd heet de Ho Chi Minh route.

In Zuid-Vietnam kwam een kapitalistisch en zeer autoritair (geen oppositie, wel censuur) bewind onder leiding van Ngo Dinh Diem, politiek en economisch gesteund door de VS. Vanaf 1956 stuurden de VS ook militaire adviseurs.

De boeren plattelands bevolking had over het algemeen weinig sympathie voor Diem. Er was nog veel grootgrondbezit en de boeren werden verplicht te verhuizen nara versterkte dorpen waar ze ook nog eens voor moesten betalen..

Ook de boeddhisten keerden zich tegen de katholieke Diem. De oppositie verenigde zich in 1960 in het Nationaal bevrijdingsfront (NLF) met als gewapende tak de Vietcong (volksbevrijdingsleger).

In 1963 lieten de VS Diem vallen, die op 1 november door een staatsgreep van generaals ten val kwam. Aan het autoritaire bewind veranderde echter niets.

Vanaf 1961 gingen de Vs steeds meer geld uitgeven aan militaire hulp aan Zuid-Vietnam. Er werden helicopters gestuurd en het aantal militaite adviseurs steeg.

Noord-Vietnam werd gesteund door de SU en (na 1949) China. Na de breuk tussen SU en China in 1960 breidde de Su de steun aan Noord-Vietnam flink uit om te verhinderen dat China teveel invloed in Noord-Vietnam zou krijgen. Een andere reden voor het opvoeren van de steun was de verslechterde relatie tussen de Su en de VS.

Noord-Vietnam speelde de SU en China tegen elkaar uit om daardoor zo zelfstandig mogelijk te blijven.

Onder president Johnson, die eind 1963 Kennedy opvolgde, werd de oorlog in Vietnam een Amerikaanse oorlog. Om voldoende geld te hebben voor zijn programma: Great Society’wilde hij de oorlog in Vietnam zo snel mogelijk beëindigen. Met conventionele (geen nucleaire) wapens.

De Amerkaanse strategie behelsde:

  • Het isoleren van Noord-Vietnam langs de 17e breedtegraad
  • Het bombarderen van doelen in Noord-Vietnam
  • Het Zuid-Vietnamese leger moest de grondoorlog voeren

Het beruchte Tonkin incident in 1964 (er zouden Noord-Vietnameze torpedo-aanvallen hebben plaatsgevonden op Amerikaanse marineschepen in de golf van Tonkin) had het bombarderen en het zenden van veel grondtroepen mogelijk gemaakt. Tussen 1965 en 1968 bombardeerden de VS Noord-Vietnam (operatie Rolling Thunder), maar deze operatie had niet het beoogde succes, het stoppen van Noord-Vietnamese steun aan de Vietcong. Redenen:

  • Johnson koos er voor om steden als Hanoi niet te bombarderen
  • De Ho Chi Minh route kon niet worden afgesloten

Ook de grondoorlog mislukte:

  • Het Zuid-Vietnamese leger deed te weinig
  • De Guerilla oorlog van de Vietcong was moeilijk te bestrijden

In Zuid-Vietnam vielen veel burger slachtoffers door:

  • Amerikaanse aanvallen op dorpen waarin zich Vietcong strijders schuil hielden
  • De napalm brandbommen en het gebruik van ontbladeringsmiddelen in de strijd tegen de guerilla’s

De VS konden de oorlog niet winnen:

  • Er was geen duidelijk slagveld, waarop terreinwinst geboekt kon worden
  • De Amerikaanse soldaten raakten gedemoraliseerd door de guerilla en de uitzichtloosheid van de oorlog

In 1968 begonnen de Noord-Vietnamezen het TET (nieuwjaars) offensief. Of dit offensief nu wel of niet een succes was, het Amerikaanse volk raakte er nu wel van overtuigd dat deze oorlog niet gewonnen kon worden. Nog in 1968 begonnen er in Parijs, onder leiding van Henry Kissinger en Le Duc Tho, onderhandelingen om de oorlog te beëindigen. De nieuwe president Nixon (1968) streefde daarbij naar een ‘eervolle vrede’. Zonder gezichtsverlies moetsen de Amerikanen zich terugtrekken, dat wil zeggen zonder dat Zuid-Vietnam communistisch zou worden. Nixon streefde nu naar een Vietnamisering van de oorlog. Hij liet zware bombardementen uitvoeren om dat mogelijk te maken en zocht ondertussen naar betere verhoudingen met de SU en China.

In 1972 bezocht Nixon zowel China als de SU. Beide landen zouden meewerken aan het beëindigen van de oorlog. De onderhandelingen verliepen moeizaam zodat Nixon de druk opvoerde door de bombardementen te intensiveren.

In 1973 bereikten Kissinger en Le Duc Tho een vredesovereenkomst, waarvoor beiden de Nobel prijs voor de vrede kregen, die overigens door Le Duc Tho werd geweigerd. Op 27 januari 1973 werden de Parijse Akkoorden getekend:

  • Via vrije verkiezingen zou er een verenigd Vietnam moeten komen
  • De Amerikaanse troepen moesten binnen 60 dagen weg zijn uit Vietnam

Noord- en Zuid-Vietnam hielden zich niet aan het akkoord en er werd nog twee jaar stevig gevochten. In 1975 tenslotte veroverde Noord-Vietnam Zuid-Vietnam en ontstond de Socialistische Republiek Vietnam.

Hoofdstuk 3

De oorlog, de Vietnamezen en de Amerikaanse militairen

Gevolgen van de oorlog voor Noord-Vietnam en de door de Viietcong beheerste gebieden:

  • fabrieken, scholen dorpen onder de grond
  • evacuaties
  • schuilplaatsen
  • landbouw werd in de nacht bedreven
  • sterke samenwerking van de Noord-Vietnameze burgers om de schade te herstellen
  • Vrouwen werden ingezet in fabrieken en bij openbare bedrijven
  • Veel oorlogsmisdaden
Gevolgen van de oorlog voor Zuid-Vietnam:

  • Veel mannen in het leger
  • Ontvolking van het platteland, veel mensen trokken naar de steden
  • Veel vluchtelingen
  • Veel oorlogsmisdaden
Gevolgen voor de Amerikaanse soldaten:

  • Jonge (19) soldaten wisten nauwelijks wat hen te wachten stond
  • Zij waren niet voorbereid op de aanblik van slachtoffers
  • Zij waren niet voorbereid op een guerilla oorlog
  • Zij hadden te leiden onder het tropische klimaat
  • Soldaten raakten gedesillusioneerd (waarvoor vechten we eigenlijk? Dit leidde tot drugsgebruik, rassenhaat, oorlogsmisdaden en desertie

Hoofdstuk 4

Het 'thuisfront' en de oorlog 

De Vietnam oorlog was een media oorlog, tv en kranten berichtten dagelijks over de oorlog. Aanvankelijk waren de media weinig kritisch, maar na het inzetten van Amerikaanse grondtroepen berichtte men steeds kritischer, vooral na het TET offensief (1968). Men geloofde steeds minder dat de oorlog gewonnen zou kunnen worden. Deze kritische geluiden riepen ook weerstanden op; de criticasters zouden niet vaderlandslievend zijn of zelfs landverraders.

Protesten

De jongeren (de babyboomers) die zelf de tweede wereldoorlog niet hadden meegemaakt, werden de protestgeneratie genoemd. Zij zetten zich niet alleen af tegen de gevestigde orde, maar ook tegen de oorlog. De jongeren zagen minder gevaar in het communisme dan de ouderen en het waaren vooral de jonngeren die getroffen werden door de herinvoering van de dienstplicht. Maar er waren ook diverse opinieleiders (vooral democraten) tegen de oorlog (King,Spock). Het protest uitte zich op verschillende manieren:

  • teach-ins
  • petities (verzoekschriften) aan de regering
  • anti-oorlogsdemonstraties
  • protestliederen
  • dienstweigering
De politiek

Aanvankelijk had de politiek nauwelijks oog voor de oorlog in Vietnam. De meeste aandacht ging uit naar de binnenlandse problemen (rassentegenstellingen). Het parlement had in het begin weinig controle op het beleid en gaf de president veel macht, bijvoorbeeld via de Tonkin resolutie. Het Congres stemde in met de begroting uit loyaliteit met president en soldaten en uit angst voor het communisme.

De democraten in het Congres waren verdeeld over de oorlog in Vietnam. Je had haviken en duiven (Fulbright).

De regering zag geen alternatief voor de oorlog. Terugtrekken betekende vrij baan voor het communisme en zou leidden tot gezichtsverlies voor Amerika.

De oorlog had grote negatieve gevolgen voor de Amerikaanse economie.

In 1968 kwamen er veranderingen in het beleid:

  • er kwam een einde aan de bombardementen en er begonnen besprekingen met Noord-Vietnam
  • Nixon, de nieuwe president in 1968, beloofde dat de Amerikanen zich uit Vietnam zouden terugtrekken.

De redenen voor deze verandering waren:

  • de successen van de Vietcong
  • de verdeelde samenleving in de V.S.

De media in de V.S. maakten duidelijk dat:

  • verkiezingsresultaten invloed hadden op de besluitvorming met betrekking tot Vietnam (de overwinning in 1964 gaf Johnson zelfvertrouwen)
  • politici namen besluiten op basis van selectieve waarneming en onvolledige informatie
  • de regering het Amerikaanse volk misleidde (Pentagon Papers)

Gevolgen hiervan waren dat het vertrouwen in de politiek geschokt was en dat de bevoegdheden van de president t.a.v. de oorlogvoering werden ingeperkt (War Powers Act)

  • De Vietnam oorlog was een echte 'working class war', het waren vooral jongeren uit de lagere milieus die in Vietnam streden. Onder hen waren vooral veel zware jongeren
  • Blank en zwart was in het leger geïntegreerd
  • Na de oorlog waren er studiebeurzen voor Vietnam veteranen
  • Dienstweigeraars kregen moeilijk politieke functies

Trauma

De oorlog in Vietnam was voor veel Amerikanen een traumatische ervaring:

  • Voor het eerst hadden de Amerikanen een oorlog verloren
  • Oorlogsmisdaden waren schadelijk voor het beeld van een gerechtvaardigde oorlog
  • De oorlog bleek achteraf zinloos
  • Veel veteranen leden aan een Vietnam syndroom

Het maken van films over de oorlog en het stichten van een groot monument droegen bij tot het verwerken van het trauma.