Het lot van Balthasar Gérard
Balthasar Gérard werd vlak na de moord tijdens
zijn vlucht gevangen genomen en op 13 juli 1584 berecht
en tot een wrede dood veroordeeld. Op 14 juli werd hij
naar het schavot gebracht:
'omme aldaer eerst zijn rechterhant, daer hy het
voorsz. verradisch moordadighe feyt mede bedreven heeft,
met een gloeyende toesluytende yzer geschroyet ende
afghebrant te worden, ende dat daer naer met gloeyende
tanghen tot ses reysen ende verscheyden plaetsen so aen
aermen, beenen, en t'gheen daer sijn lichaem meest met
vleesch becleedt is, het vleesch uutgebrant en
afghenepen sal worden, ende dat hij daer nae levendich
aen vier quartieren ghehouden sal worden, beghinnende
van onderen.'
Bron 1
Na deze wrede geseling en andere martelingen is hij
tenslotte de rest van de nacht met handen en voeten aan
elkaar gebonden, als een bal, zodat hij niet zou kunnen
slapen. De volgende drie dagen en nachten is hij, na
veel bespottingen, opnieuw aan de paal gehangen, met
zijn handen op zijn rug gebonden. Gedurende een half uur
werd aan elk van zijn grote tenen een gewicht bevestigd
van driehonderd pond. Na dit half uur werden hem
schoenen aangetrokken van ruw hondenleer, goed gesmeerd,
en twee vingers korter dan zijn voeten. Zo werd hij voor
een vuur gezet. Zodra de schoenen de brand voelden zijn
ze, samen met de voeten, geheel stomp geworden en
ineengekrompen. Bij het uittrekken van de schoenen werd
op een afgrijselijke manier het half gebraden vel mee
afgetrokken. Nadat zijn voeten zo beschadigd waren
hebben ze zijn oksels met brandmerken gebrand en, nog
niet tevreden gesteld, hebben ze een hemd natgemaakt met
alcohol ("levende water") aangetrokken en het hemd
aangestoken. Hij werd met brandend spekvet overgoten en
tussen het vlees en de nagels van handen en voeten
werden scherpe naalden diep ingestoken. Niettemin is
onze Balthasar tijdens al deze gruwelijke pijnigingen
kalm gebleven. Hij heeft alles zonder kreunen en zonder
enig teken van smart met een wonderlijk geduld gedragen.
Zo dat die wrede wetsdienaren en beulen, in hun boosheid
nog wreder te werk gingen en hem met oude stinkende pis
overgoten."
Bron:
De eerste politieke moord
Bron 2
Het schijnt dat
Sasbout Vosmeer en enkele andere
kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders moeite hebben
gedaan om Balthasar Gerards heilig verklaard te krijgen.
Deze Fransman had op 10 juli 1584 Prins Willem van
Oranje in het Delftse Prinsenhof gedood en was op 14
juli op het Marktveld terechtgesteld. De Prins werd door
de katholieken als een monster beschouwd, omdat hij niet
optrad tegen de
geuzen
en waarschijnlijk zelfs sympathiseerde met de leer van
Calvijn. Balthasar had de gelovigen van dat monster
verlost en deze heldendaad met de dood moeten bekopen.
Zijn bevorderaars hadden zelfs al de liturgische teksten
samengesteld voor zijn beoogde feestdag. Het is er -
gelukkig - nooit van gekomen, maar het zegt iets over de
gevoelens van de gelovigen in die tijd.
Bron:
Heiligen-3s
Bron 3
De katholieken hadden meer moeite met de straf voor
Balthasar Gérard, zeker de Franse inwoners van
Vuillafans in de streek van Fransche-Comté.
Voor hen was Balthasar Gérard een held en martelaar, hij
geboren in Vuillafans, en katholiek, had tenslotte de
wereld verlost van de protestante duivel uit de
Noordelijke Nederlanden, die de eenwording van het
grote katholieke Spaanse rijk onder Philips II in de weg
stond.
De Nederlandse apostolisch vicaris Sasbout Vosmeer
probeerde Balthasar Gerards zelfs heilig te laten
verklaren. Met het hoofd van Balthasar, die hij in Delft
had gestolen, reisde hij in Rome de kerkelijke
instanties af.
De kerk ging er niet in mee, maar als genoegdoening,
benoemden zij de familie van Balthasar Gérard wel in de
adelstand, en verkregen zij ondermeer drie landgoederen
in de Fransch-Comté, die nota bene eigendom waren van
Willem van Oranje, en die allerlei rechten en geld
opleverden.
Bron:
Balthasar Gérard
Bron 4
Balthasar Gerards werd in Frankrijk als held
gezien en er is in zijn oude woonplaats in Frankrijk een
straat naar hem vernoemd. Dat is de Rue Gérard.
Bron:
Prinsenhof
|