François-Xavier Nérard, Marie-Pierre Rey, Cyrille Suss (cartes) (2024). Atlas historique de la Russie. D’Ivan III à Vladimir Poutine. Editions Autrement, Paris, oktober 2024. Paperback, 25 x 17 cm. 96 pagina’s, kaarten, tabellen, grafieken, statistieken. ISBN 978-20-804-3588-0; € 24.

Atlas historique de la Russie. D’Ivan III à Vladimir Poutine

Deze atlas komt op een goed moment nu de oorlog van Rusland tegen Oekraïne al bijna drie jaar bezig is en het einde nog niet in zicht is. Hij is dus nuttig om de context van de oorlog te begrijpen. In de inleiding vertellen de auteurs over het ontstaan van Kiev-Roes in de 9de eeuw en over de nederlaag van de Mongoolse bezetters in 1380 bij de slag van Koelikovo, maar hun kaarten beginnen pas in 1462 met Ivan III.

Atlas historique de la Russie. D’Ivan III à Vladimir Poutine

Jef Abbeel

Bij die kaarten zijn er enkele zeer interessante, o.a. die van p. 38-39 waar men aangeeft hoe Wit-Rusland en Oekraïne vanaf de 17de eeuw stapsgewijs aangehecht werden bij Rusland. De verklarende tekst is wel duidelijker dan de kaart. De verovering van Siberië, de migratiegolven en de deportaties daar naartoe zijn goed aangegeven met kaarten en statistieken (p. 40-43, p. 60-61 en p. 69).

Bij de Oktoberrevolutie van 1917 krijgen we ook de uitslag van de (enige) verkiezingen van 12 november 1917: de bolsjewieken behaalden 10,9 % van de stemmen of 180 van de 767 zetels, ze hadden enkel een meerderheid in Sint-Petersburg en Moskou en bij de soldaten, maar ze ontbonden het parlement en grepen de macht (p. 50-51). De hongersnoden van 1921-22, 1932-33 en 1946-47 zijn weergegeven op p. 62-63, met de sterftepercentages in de diverse regio’s. In 1932-33 stierven 6 à 8 miljoen mensen aan georganiseerde honger, van wie ongeveer 4,5 miljoen in Oekraïne. Toen was het zelfs verboden het woord hongersnood uit te spreken, zoals het in 2022 verboden was te spreken over ‘oorlog’. Sinds 2006-2022 spreekt men zelfs over ‘genocide’.

We krijgen ook een overzicht van de zeer vele plaatsen waar tijdens de perestrojka een monument gezet werd voor de slachtoffers van de Stalinistische terreur (p. 84-85). In Sint-Petersburg bestaat zelfs een project ‘Laatste Adres’ voor de arrestatie in 1937-38, met de aantallen mensen die toen op die plaatsen zijn opgepakt en verdwenen. Memorial, de organisatie die daarvoor zorgde, werd in 1987 opgericht, maar op 28 december 2021 helaas ontbonden door het Hooggerechtshof. Historicus Joeri Dmitriev werd bovendien veroordeeld tot 15 jaar concentratiekamp.
Tussen de historische kaarten krijgen we ook gegevens over de levensverwachting per regio (58 à 70 jaar), de industriële en agrarische productie, de armoedegraad per regio, de minderheden, de orthodoxe kerk, de huisvesting, de perestrojka en glasnost.

De atlas gaat tot de lente van 2023 en toont de Russische veroveringen in Oekraïne op dat moment en ook de Russische militaire aanwezigheid in minstens 13 Afrikaanse landen.
Het boek eindigt met een alfabetische woordenlijst en een chronologie van 1462 tot de invasie van 24 februari 2022. De bibliografie is uitgebreid, netjes geordend per tijdvak, maar vooral Franstalig.
Ik mis hier wel wat titels, o.a. Stéphane Courtois, ‘Lénine ou l’inventeur du totalitarisme’ (2017);
‘Le Livre noir du communisme’ van dezelfde Courtois en Nicolas Werth (1998); Oleg Chlevnjoek, ‘Stalin, de biografie’ (2015); Steven Lee Myers, ‘De nieuwe tsaar. De opkomst en heerschappij van Vladimir Poetin’.

Ontbreken ook: ‘The Routledge Atlas of Russian History’ van Martin Gilbert en de ‘Atlas géopolitique de la Russie’ van Delphine Papin en Le Monde (2022). De eerste is uitgebreider (196 p.), begint al in 800 v.C., maar hij bevat geen economische, demografische of sociale gegevens en dateert van 2002.
Die van Papin heeft evenveel kaarten als die van Nérard en biedt nog meer informatie over de economie, demografie, godsdienst, klimaat, leger, spanningen en over Oekraïne. De lezer kan dus kiezen tussen de atlas van Nérard of die van Papin.
Nog een paar details: de enige verkiezingen tussen 1917 en 1989 waren op 12 november 1917, niet ‘12 november 1918’ (p. 50). Novosibirsk schrijven we met één ‘s’ in het midden, geen twee (p. 61). Postdam (p. 65) moet natuurlijk Potsdam zijn.

© Jef Abbeel, oktober-november 2024 www.jefabbeel.be