Anne Applebaum (2024). Autocratie bv. Over dictators en de
redding van de democratie. Uitgeverij Ambo/Anthos, Amsterdam/
VBK, Antwerpen, september 2024. Paperback,206 pagina’s, noten,
20 x 12 cm. ISBN 978-90-263-6272-9; € 23,99.
Autocratie bv. Over dictators en de redding van de democratie
De titel is ontleend aan een gesprek van de schrijfster met Srda Popovic, Servisch democratie-activist en schrijver. Dit sober boekje zonder enige foto, kaart, grafiek of tabel is een hevig pamflet tegen de autocraten, die sinds de globalisering in aantal en macht toegenomen zijn en elkaar wereldwijd steunen in hun verovering van macht en rijkdom.
Inhoud
Autocratie bv. Over dictators en de redding van de democratie
Jef Abbeel
Ze
vertonen allemaal een grote hebzucht en ze slagen erin de vrije
media lam te leggen, de rechterlijke macht uit te schakelen of
te doen oordelen zoals zij het willen. Ze controleren de grote
bedrijven, de politie, het leger, de geheime diensten. Poetin
geldt als voorbeeld, maar een lange stoet volgt hem:
Wit-Rusland, Syrië, Azerbeidzjan, Iran, Myanmar, China,
Noord-Korea, Soedan, Mali, Angola, Zimbabwe, Nicaragua,
Venezuela en nog 30 andere landen. Helaas geeft ze hier geen
lijstje van.
In tegenstelling met vroegere dictators tonen de huidige hun
hebzucht en hun peperdure residenties. Samen spreken ze af om
sancties te omzeilen, elkaar zo rijk mogelijk te maken en mekaar
aan de macht te houden. Wit-Rusland krijgt daarbij niet enkel de
steun van Poetin, maar ook van Xi Jinping en van grote Chinese
bedrijven. En ook van Iran en Cuba. Protesten tegen vervalste
verkiezingen halen niets uit. Internationale kritiek wordt
afgedaan als ‘westers imperialisme’. De vijand is de westerse
democratische wereld, de EU, de NAVO en hun eigen binnenlandse
oppositie.
In 2013 somde Xi Jinping in zijn ‘Document Nummer Negen’ de
zeven gevaren op waarmee de CCP geconfronteerd werd. Gevaar
nummer één was de westerse democratie, dan volgden o.a. de
universele waarden, de onafhankelijke media, burgerparticipatie
en ‘nihilistische kritiek op de CCP’. De partijleiders moesten
deze ideeën bestrijden, zeker op het internet (p. 19).
Vanaf 2004 nam Poetin deze ideeën over. Hij beschouwde de
kleurenrevoluties in Georgië (2003) en Oekraïne (2004) als de
grootste gevaren voor zijn macht (p. 20). Op 24 februari 2022
begon hij zijn oorlog tegen Oekraïne, de eerste grote oorlog
tussen Autocratie bv en de democratische wereld. Hij toonde
minachting voor mensenrechten, oorlogsrecht en internationaal
recht: de Russen bouwden martelkamers in de bezette gebieden, ze
ontvoerden duizenden kinderen, ze namen graan en fabrieken in
beslag (p. 21). Lavrov zei zelf: “Dit gaat helemaal niet over
Oekraïne, maar over de wereldorde.” (p. 22).
Xi Jinping had al op 4 februari 2022 zijn steun aan de invasie
beloofd in een gezamenlijke verklaring met Poetin. Hij kocht
massaal Russische olie en aardgas en leverde militaire
technologie en alles wat Rusland miste door de westerse
sancties. Wit-Rusland, Iran, Noord-Korea, Afrikaanse dictators,
Turkije, Georgië, Kirgizië, Kazachstan en India hielpen ook bij
de vernietiging van Oekraïne en van de bestaande wereldorde (p.
24-25). De autocratieën geloven dat ze gaan winnen. Dat geloof
is ook een onderwerp van dit boek.
De auteur gaat daarna over naar iets anders: de eerste
gascontracten van februari 1970 en pijpleidingen tussen de SU en
de BRD. Amerikaanse presidenten waarschuwden toen dat Europa
afhankelijk zou worden van de SU, die toen al democratieën
ondermijnde door steun aan terroristen in West-Duitsland (Rote
Armee Fraktion, 1970-1998) en Italië (Brigate Rosse, Rode
Brigades, 1970-begin jaren 2000).
In de jaren 1990-2014 leek de liberale democratie te zullen
winnen, samen met de ‘Wandel durch Handel’ (verandering door
handel) met Rusland en China. In 2008 schreef Gerhard Schröder
zelfs dat China op weg was naar een vrije, democratische
rechtsstaat, nadat het in 2001 toegelaten was tot de
Wereldhandelsorganisatie (p. 34). Dat was naïef, want Deng
Xaoping had al verkondigd dat er enkel economische
liberalisering kwam, geen politieke. Ook vele Russen dachten in
de jaren 80-90 dat hun land eindelijk een democratie zou worden,
maar Poetin besliste daar anders over.
Zijn kleptocratie begon al in 1992, toen hij als
locoburgemeester vergunningen gaf aan westerse bedrijven voor de
export van diesel, cement en kunstmest. Het geld kwam terecht
bij hem en zijn vrienden. Verduisteringen gebeurden telkens met
westerse samenwerking, o.a. van Schröder (p. 40). Tegelijk deed
Poetin alsof er in Rusland een democratie was, terwijl enkel
door het regime goedgekeurde kandidaten mochten deelnemen aan de
verkiezingen (p. 41-42).
Rosneft, dat Yukos van de veroordeelde Chodorkovski overnam voor
een prikje, werd met medewerking van westerse banken en
adviseurs naar de beurs van Londen gebracht, hoewel men goed
wist dat dit voor 80 miljard dollar gestolen activa waren (p.
42-43).
Applebaum toont ook aan hoe Hugo Chavez tussen 1999 en 2013
Venezuela veranderde van een democratie in een kleptocratie en
daarbij alle critici uitschakelde. Honderden miljarden
oliedollars liet hij verdwijnen naar bankrekeningen in Portugal,
Andorra en Zwitserland. In 2020, tijdens zijn opvolger Maduro,
leed 41 % van de bevolking honger. De Russische bedrijven
Rosneft, Gazprom en Lukoil schoten de regering ter hulp.
Russische wapens gingen naar Venezuela om de bevolking onder
controle te houden. Cuba leverde soldaten en politieagenten,
China verstrekte leningen voor 30 miljard dollar. Zo kon de
dictatuur overeind blijven.
In Zimbabwe zijn gelijkaardige kleptocratische dictators al
decennia met geweld aan de macht: eerst ‘bevrijder’ Mugabe
(1980-2017), dan Mnangagwa (2017-nu). China helpt hen met
gezichtsherkenningstechnologie, in ruil voor de export van
mineralen. Ook Poetin steunt hen in ruil voor platina en diamant
(p. 70-72).
De Russische en Chinese propaganda in Afrika, Latijns-Amerika,
Azië en Europa werkt zo efficiënt dat velen de leugens van
Poetin over Oekraïne geloven. Diverse instellingen zoals de SCO
(Shanghai Cooperation Organization) en de BRICS (Brazilië,
Rusland, India, China en Zuid (South)-Afrika) promoten een
multipolaire wereldorde op maat van en met de autoritaire normen
van Moskou en Peking.
De auteur toont ook aan dat vreedzaam democratisch verzet tegen
dictators kan lonen, maar in Wit-Rusland, Iran, Hongkong,
Zimbabwe en Venezuela is het helaas mislukt. Geraffineerde
lastercampagnes van het regime werken dikwijls wel en ook het
vermoorden van critici, waarin Poetin het voorbeeld geeft (p.
136-148).
In haar epiloog toont Applebaum nog eens aan hoe autocraten
wereldwijd samenwerken en dat er in diverse landen gelijkgezinde
politici actief zijn: in de VS, Nederland, Duitsland, Polen,
Frankrijk, Italië. Ze had Hongarije en Slovakije ook mogen
noemen. En straks misschien ook Oostenrijk.
Ze roept op om de transnationale kleptocratie te beëindigen. Nu
kan volgens haar een Russische oligarch onroerend goed kopen in
westerse landen zonder dat hij zijn eigendom aan de belastingen
moet melden. Amerikaanse en Europese tussenpersonen maken dat
mogelijk (p. 166-170).
Zij besluit: democraten uit heel de wereld moeten zich verenigen
om sterker te staan tegenover de samenwerkende autocratieën.
Beoordeling
De schrijfster geeft een goede en kritische analyse van wat er
momenteel gaande is in Oekraïne en in de wereld. Ze is zeer
belezen en ze heeft een wereldwijd netwerk van belangrijke
informanten.
In sommige opzichten lijkt ze mij erg optimistisch. In het
verleden werden linkse democraten zoals Mossadeq in Iran en
Allende in Chili door democratische landen verwisseld in rechtse
dictaturen.
Ze legt ook veel nadruk op kleptocratie als bindmiddel tussen de
vele dictators. Ik vermoed dat machtsbehoud een nog groter
bindmiddel is.
Het is geen gemakkelijk boek. De lezer moet op de hoogte zijn
van wat er zich afspeelt in de wereld, niet enkel politiek, maar
ook economisch, financieel en in de media.
©Jef Abbeel, september 2024
www.jefabbeel.be