
John
Vandaele (2025). Kan Congo de wereld redden? Waarom een
diepgaande samenwerking tussen Afrika en Europa een gedeeld
belang is. Uitgeverij EPO, Berchem, juni 2025. Paperback, 200
pagina’s, kaartje, foto’s, literatuur. ISBN 978-94-626-7540-7; €
24,90.
Kan
Congo de wereld redden?
De auteur is journalist bij MO (Mondiaal Nieuws). Zijn boek met uitdagende titel gaat niet over de bekende natuurlijke rijkdommen van Congo, maar over de 106 miljoen hectare tropisch regenwoud, dat veel koolstof omzet in zuurstof en als koelsysteem en waterpomp voor het klimaat nog meer onmisbaar is dan het Amazonewoud. De koolstofopname per ha is er 630 kilo tegenover 230 in het Amazonegebied. En die 230 zal in 2035 misschien 0 zijn (p. 26).
Inhoud
Kan Congo de wereld redden?
De
lokale bevolking haalt er haar voedsel, brandstof en
geneesmiddelen uit. De oorlog in Oost-Congo verergert dat nog:
vluchtelingen vestigen zich in de grote wouden en eten ze mee
op. De destabilisering van Oost-Congo door Rwanda moet door de
internationale gemeenschap gestopt worden. De bevolkingsgroei
van 3% per jaar is een ander groot probleem: nu zijn ze met ruim
100 miljoen, in 2050 wellicht met 200 en in 2100 met 400 miljoen
(p. 20).
Vele Congolezen oordelen dat God hun het bos gegeven heeft voor
landbouwgrond, voedsel, medicijnen, bouwmaterialen, houtskool om
te koken en te verwarmen. De houtskoolindustrie, de
zwerflandbouw en de bescheiden industriėle houtkap zorgden
ervoor dat het regenwoud de voorbije 30 jaar afnam met 25% (p.
24). Het woud verder kappen of verbranden kan op termijn een
ramp veroorzaken door de extra massa’s koolstof die dan de
atmosfeer ingaan.
De wereld moet de Congolezen dus motiveren om dat niet meer te
doen. Congo vraagt daarvoor 4,8 miljard $ per jaar i.p.v. de 100
ą 200 miljoen die ze nu krijgen. Bovendien wordt het geschonken
geld soms verduisterd.
De nationale parken krijgen bescherming en subsidies, maar toch
vinden er illegale ontbossing, houtskoolproductie en visvangst
plaats. Een deel van het Virungapark is in handen van M23, de
militie die door Rwanda gesteund wordt. Daardoor vallen de
inkomsten uit toerisme weg. De toestand is er zorgwekkend. Het
Garambapark wordt geconfronteerd met 400.000 goudzoekers.
Salonga, het grootste park, is nog wel rijk aan wilde dieren.
Maar in Kahuzi-Biega wordt volop gejaagd op chimpansees en
andere dieren en ook hout gekapt. Vleermuizen veroorzaken ook
infectieziektes, maar de meeste mensen beseffen dit niet. Ze
eten ook dieren die ze dood aantreffen.
Vlamingen, o.a. van Colruyt, Jurgen Heytens (Faja Lobi) en van
UGent werken er aan herbebossingsprojecten en zorgen voor
werkgelegenheid, medische posten en onderwijs. Maar dit verloopt
niet altijd rimpelloos.
De auteur legt ook uit wat koolstof-kredieten (vergoedingen voor
de opslag van koolstof in de Afrikaanse natuur) en
koolstof-markten zijn en dat de verkoop van koolstof-kredieten
Congo 70 miljoen € per jaar oplevert. Aan 70 € per ton CO² zou
dat 47 miljard mogen zijn of drie keer de Congolese begroting.
Maar de schenkers vrezen dat de Congolese politici er zich mee
zullen verrijken.
Door het beleid van Trump vermindert de steun van grote
Amerikaanse bedrijven. Vandaele pleit dan ook voor meer Europese
steun.
In 2100 zal Afrika wellicht 3,5 miljard inwoners tellen, tien
keer zoveel als in de EU dan. Elk jaar zouden er dan 23 ą 30
miljoen banen moeten bijkomen. Momenteel bedraagt het inkomen
per hoofd 800 ą 3.500 euro per jaar of 20 procent van het
wereldgemiddelde. Het aantal geboortes zou snel moeten dalen.
Veel Afrikaanse leiders zien dat niet in.
Vandaele noemt de klimaatverandering een grotere bedreiging dan
de migratiestromen en de Russen (p. 195).
Beoordeling
De schrijver is zeer goed op de hoogte van de noodsituatie, ook
door zijn bezoeken aan de genoemde streken en projecten. Met
cijfers toont hij aan dat er dringend ingegrepen moet worden.
Voor vele lezers zullen de koolstof-kredieten en de
koolstof-markten onbekend terrein zijn. En velen beseffen het
belang van het regenwoud voor ons niet.
Vandaele rekent vooral op Europese steun en laat China,
alomtegenwoordig in elk Afrikaans land, ongemoeid. Idem voor
Rusland, dat overal oprukt. Ik lees ook nergens wat Congo, het
land met de meeste grondstoffen, doet met het geld dat het
daarvoor krijgt.
Enkele details: het kaartje (p. 7) is onmisbaar, maar veel te
beknopt. Vele steden, zelfs de tweede stad Lubumbashi,
ontbreken. En ook provincies zoals Kivu en Kwilu. Isanga (p. 43
en 45) vond ik terug in Tanzania en Zuid-Afrika, niet in Congo.
Leopold II en Mobutu worden bestempeld als ‘roofkoning’ (p. 10),
Xi Jinping, Poetin, Kabila en Kagame niet. Op p. 180 beweert de
auteur dat Mao niet wist dat zijn Grote Sprong tientallen
miljoenen doden veroorzaakte: Mao wist dat perfect via zijn
medewerkers, maar hij vond dat niet erg. Het boek telt zeer veel
afkortingen: een alfabetische lijst zou welkom zijn. Groter dan
‘hem’ (p. 106) moet zijn: dan ‘hij’. En aan ‘zij’ die mag hij
veranderen in aan ‘hen’ die. Los daarvan is dit boek zeer
welgekomen.
© Jef Abbeel, juni 2025
www.jefabbeel.be