Andrii Kobaliia & Gilles van der Loo (2024). Mens blijven aan het front. Uitgeverij Hollands Diep, Amsterdam/Overamstel, Antwerpen, november 2024. Paperback, 159 pagina’s, 13,5 x 21 cm.
ISBN 978-90-488-7248-0; € 19,99.

Mens blijven aan het front

Dit boek is het resultaat van de samenwerking tussen een Oekraïnerspatie (°1997) en een Amsterdammer (°1973). Kobaliia was historicus en journalist, maar sinds de oorlog is hij soldaat. Van der Loo is schrijver. Ze bellen mekaar elke dag. Het boek is de literaire weergave van die gesprekken.

Het begint op 24 februari 2022. Toen waren er meer vrijwilligers om te vechten en bruggen te bewaken dan beschikbare wapens. Cherson werd snel ingenomen, Marioepol en Charkiv werden omsingeld, de Russen naderden Kyiv langs drie kanten.

Mens blijven aan het front

Jef Abbeel

 

De grote uitdaging bestond erin om menselijk te blijven onder onmenselijke omstandigheden, iets wat vele Russen niet lukte. Eind maart 2022 bleek dat zij Kyiv niet konden innemen. De Oekraïners kregen toen meer vertrouwen. Tegelijk had Kobaliia het gevoel dat de oorlog nog jaren kon duren. Maar zijn inzet gaf zin aan zijn leven (p. 51). Toch vroeg hij zich na een aantal weken af wat hij deed aan het front. Hij miste zijn geliefde stad Kyiv. Tussendoor geeft Van der Loo zijn bedenkingen vanuit Amsterdam.

Na elke verlofperiode waren er soldaten die niet meer terugkeerden naar het front. Sommige compagnies van 150 telden dan nog maar 40 man. De één na de ander werd dan nog eens ziek. Paniek en wanhoop maakten zich meester van de soldaten. Ze waren doodmoe en dronken illegaal gekochte alcohol. Vaak heersten er temperaturen van -20°. Gebouwen veranderden in puin.
In februari 2023 verliet Kobaliia tijdelijk het front en ging in Kyiv aan het werk. Maar dat papierwerk en zijn seksuele avontuurtjes vond hij dan toch niet zingevend (p. 114-119). In mei 2023 belandde hij bij een drone-compagnie in Zuid-Oekraïne. Daar werd hij gedegradeerd, eerst tot commandant van automecaniciens, dan tot bewaker van een betekenisloze brug. In juli 2023 trok hij naar de Donbas, waar hij met drones vocht tegen de pro-Russische separatisten en de Russen. Daar vond hij opnieuw zijn rol als aanvoerder van een drone-eskadron. Hij constateerde dat er ook corrupte soldaten en officieren zijn die aan de oorlog verdienen. Het verhaal eindigt in december 2023.

In september 2024, toen dit boek voltooid werd in Amsterdam, zat Kobaliia in New York, een plekje in de provincie Donetsk. Hij geloofde niet langer in een Oekraïense overwinning en hoopte dat Rusland tot onderhandelingen gedwongen zal worden. Oekraïne zal dan land moeten afstaan in ruil voor vrede (p. 157).

Beoordeling
Dit boek geeft impressies van de Russisch-Oekraïense oorlog voor de periode tot december 2023 en ook even voor september 2024. Kobaliia is meestal aan het woord, zijn contactpersoon Gilles van der Loo vult aan en zorgt in Amsterdam voor de afwerking. We krijgen meer een beschrijving van gevoelens dan pure informatie over de oorlog.

Opmerkelijk is wel dat Kobaliia bijna niets vertelt over de moorden, folteringen, verkrachtingen in Boetsja, Irpin, Marioepol en vele andere plaatsen waar de Russen aan de macht waren en oorlogsmisdaden begingen. Hij beperkt zich tot één zinnetje: “In Izum, in Boetsja heeft de oorlog de bevolking keihard getroffen.” (p. 89). Zijn landgenoot Oleksandr Myched toont zijn verontwaardiging permanent in zijn boek ‘Taal van oorlog’.

Een kaart met de vele plaatsnamen ontbreekt. Iedereen weet Kyiv liggen, maar niet Krasnopillia (p. 86-88), Borova (p. 91), Dvoritsjna (p. 96,105,108,112), New York (138) etc.
Sommige begrippen zijn niet voor iedereen duidelijk, b.v. ‘Extraction Point’ (p. 69), Zero Position (p. 70 en 105), romcom (p. 113). Daarentegen legt de auteur wel goed uit hoe fosforbommen een mens kapot maken (p. 73).
De transcriptie van de Oekraïense eigennamen is niet altijd correct. De auteurs maken het zich gemakkelijk door de Engelse weergave over te nemen in plaats van te vertrekken van de Oekraïense versie. Een paar voorbeelden: Izum / Изюм (p. 89) moet Izjoem zijn, Dvorichna / Дворична (p. 96-112) moet Dvoritsjna zijn, Chevchenko/Шевченко (p. 103) is Sjevtsjenko, Bachmut/Бахмут (p. 113) is Bachmoet.

Maximilian Volosjin (p. 129) noemen zij een Russische dichter, maar hij werd geboren in Kiev (1877) en stierf in Koktebel op de Krim (1932). Hij was dus eerder een Oekraïense dichter en schilder.
Bij een volgende druk mag er dus wat aangepast worden.

Jef Abbeel, januari 2025 www.jefabbeel.be