Ludo De Brabander en Soetkin Van Muylem (2024). Gaza. Een
geschiedenis van kolonisatie. Uitgeverij EPO, Berchem, februari
2024.Paperback, 248 pagina’s, 20 x 12 cm, kaarten, noten,
bronnen, € 20
ISBN 978-94-6267-472-1.
Gaza. Een geschiedenis van kolonisatie
Dit boek gaat deels over de schrijnende toestanden in Gaza en deels over de geschiedenis van Palestina sinds 1950. Het begint met de gruwelijke aanval van Hamas op Zuid-Israël op 7 oktober 2023, waarbij 1.200 Israëli’s en buitenlanders gedood en ca. 240 ontvoerd werden. Redenen voor de aanval: de hopeloze situatie van de Palestijnen, de normalisering van de relaties tussen Israël en enkele Arabische landen door de Abraham-akkoorden van 2019-2023. Israël was drie dagen vooraf vaag verwittigd door Egypte, maar het onderschatte Hamas en reageerde daarna disproportioneel met als doel Hamas helemaal uit te roeien. De auteurs noemen het een genocide en zeggen dat Israël alle Gazanen naar de Sinaï wil drijven, wat zij (en ook Egypte) niet wensen.
Inhoud
Gaza. Een geschiedenis van kolonisatie
Jef Abbeel
De
200.000 Palestijnen die in 1948/49 naar de Gazastrook vluchtten,
zijn nu met 1,7 miljoen of 80% van de bevolking. Na de annexatie
door Israël in 1967 kwamen er 21 nederzettingen met 8.000
kolonisten. In 2005 haalde Israël die kolonisten weg, maar het
behield de controle over de grenzen en over het verkeer van
mensen en goederen met een afsluiting van 60 km. Voor
elektriciteit, telecom, brandstof en medicijnen is Gaza volledig
afhankelijk van Israël. Al vóór deze oorlog leefde 81% onder de
armoedegrens en was 50% werkloos. Het bbp per inwoner bedroeg
een kwart van dat op de Westoever. Volgens de auteurs had Israël
op 4 november 2008 zes Hamas-militanten gedood voordat Hamas
zijn raketten afvuurde en zo de oorlog van 2008-2009 ontketende,
terwijl de Westerse media de schuld bij Hamas legden. Zij zeggen
ook dat Hamas, dat de vernietiging van Israël als doel heeft, in
2006 bereid was tot een wapenstilstand van 50 jaar, als Israël
alle bezette gebieden zou verlaten, wat nooit zal gebeuren. Bij
de Oslo-akkoorden van 1993 was de euforie groot, maar er kwam
weinig van terecht: Israël behield alles, het aantal kolonisten
nam nog toe, de vluchtelingen mochten niet terugkeren en in 2000
volgde een tweede intifada. De auteurs ramen het aantal
kolonisten op 700.000 (p. 86). Andere bronnen spreken van
400.000 op de Westoever en 200.000 in Oost-Jeruzalem, samen
600.000. Ca. 177 controleposten op een oppervlakte van 1/5de
België, 1/7de Nederland en een ‘apartheids-muur’ van 750 km
verhinderen de Palestijnen om in Israël te werken, zich te
verplaatsen van de ene enclave naar de andere en van de
Westoever naar Gaza. Die muur werd in 2004 afgekeurd door het
Internationaal Gerechtshof in Den Haag en door de Algemene
Vergadering van de UNO, maar Israël negeerde dit. De Israëli’s
hebben hun eigen netwerk van 980 km wegen zonder controles.
Israël heeft de facto een einde gemaakt aan een
tweestaten-oplossing. Desondanks hebben de VS in 2017 Jeruzalem
officieel erkend als hoofdstad, in 2018 hun ambassade naar daar
verplaatst en blijven ze veruit de grootste sponsor. Ook de EU
kiest telkens de kant van Israël en is de grootste
handelspartner.
De geschiedenis van Gaza en van de Palestijnen volgt vanaf p.
123 en beslaat bijna de helft van het boek. De auteur is Lucas
Catherine, die niet genoemd wordt in de titel. Hij begint rond
1850, in de Ottomaanse tijd en vertelt over de toenmalige export
van fruit en landbouwproducten. Na pogroms in Rusland volgden in
1878 e.v. de eerste Joodse nederzettingen. Herzl droomde in 1896
van een Joodse staat ‘van de Nijl tot aan de Eufraat!’ (p. 129).
De eerste grote confrontatie tussen Arabieren en Joden vond
plaats in 1929. Catherine schetst een heel negatief beeld van de
‘zionistische’ kolonisatie van Palestina. In 1947 verdeelden de
VN met resolutie 181 Palestina. De Joden kregen 56% voor 650.000
mensen of 1/3de van de bevolking, de Palestijnen 42% voor 1,3
miljoen inwoners. 2% (Jeruzalem) was internationaal gebied. Daar
woonden 100.000 Joden naast 105.000 Arabieren (p. 156).
Catherine beweert dat er in de VN niet veel enthousiasme was
voor het plan, maar hij verzwijgt dat een grote meerderheid voor
stemde: 33 voor, 13 tegen, 10 onthoudingen.
In 1948 vielen de Arabische landen Israël aan, maar met vijf
landen waren ze volgens de auteur slechts met 20.000 soldaten
tegen 120.000 Joden. 418 Palestijnse dorpen werden verwoest,
2/3de van de Palestijnen verdreven, velen afgeslacht,
banktegoeden in beslag genomen (p. 162-167). De auteur vertelt
er niet bij dat de Arabische landen toen 1 miljoen Joden
verjaagd hebben. De ‘Wet op Terugkeer’ (1950) geldt niet voor de
ca. 750.000 Palestijnen, die ondertussen met vele miljoenen
zijn. Slechts 1 miljoen Palestijnen kreeg het Israëlische
staatsburgerschap. En de ‘Wet op het eigendom van afwezigen’
(1950) kent de grond en de huizen van de vluchtelingen toe aan
de Joodse staat en het Joods Nationaal Fonds, ook als ze maar 1
km ver waren gevlucht.
Het analfabetisme, de werkloosheid, armoede, kindersterfte
liggen bij de Palestijnen veel hoger dan bij de Joden. In 1945
had elke Palestijn gemiddeld 1,9 ha landbouwgrond, nu nog 0,07
ha. 2 miljoen Palestijnen wonen in Israël naast 8 miljoen Joden
(p. 187-191).
De auteur vertelt dan over de oorlogen van 1956, 1967 en 1973,
de winst die de Arabieren behaalden in 1973 en de toenemende
invloed van de VS sinds 1956. In 1964 werd de PLO opgericht in
1965 Al Fatah en in 1970/71 werden de Palestijnse terreurgroepen
verdreven uit Jordanië naar Beiroet.
In 1974 werd de PLO door de VN erkend als enige
vertegenwoordiger van het Palestijnse volk. Maar in 1982 werd de
PLO ook uit Libanon verdreven naar Tunis. Na de moord op
president Gemayel werd een slachtpartij aangericht in Sabra en
Shatila. Onder druk van de eerste Intifada (1987-1993) kwamen de
Oslo-akkoorden tot stand. In 2000 volgde een tweede opstand. Het
historisch overzicht eindigt (helaas al) in 2006 met de
overwinning van Hamas in de Palestijnse verkiezingen.
Dan volgen nog nuttige kaarten met de toestand in 1947, 1967,
1993 en 2005. Helaas in zwart-wit en dus niet al te duidelijk.
Noten en bronnen sluiten het boek af.
Beoordeling
Het boek geeft de trieste toestand van de Palestijnen in Gaza en
op de Westoever goed weer. Het taalgebruik doet soms denken aan
een pamflet en is minder neutraal dan in de boeken van Khalidi
en Diepenhorst, die hier ontbreken.
De vele begrippen worden goed uitgelegd, maar niet herhaald in
een lijst of index. De spelling wijkt soms af van de
gebruikelijke: Haim Weizmann (p.144, 151, 204) i.p.v. Chaim;
Negeb (p.180-183) i.p.v. Negev. De geschiedenis komt achteraan
i.p.v. vooraan. De auteurs zeggen dat Gaza met zijn stranden
toeristisch potentieel heeft (p. 14)), maar ze verzwijgen dat de
meisjes dan wel helemaal ingepakt moeten zijn. Ze spreken over
kwaliteitsvol onderwijs (p. 14), terwijl de universiteiten van
Gaza slecht scoren. Ze vergeten ook dat Gaza niet enkel door
Israël geblokkeerd wordt, maar ook door Egypte, dat geen Gazanen
wil toelaten.
In de bibliografie mis ik de vertaling van het boek van Ilan
Pappé, ‘De etnische zuivering van Palestina’ (2004),
heruitgegeven in 2023 als ‘De Nakba. De etnische zuivering van
Palestina’. Ontbreken ook: Rashid Khalidi, ‘De 100-jarige oorlog
tegen Palestina’ en Jan-Auwke Diepenhorst, ‘Rivalen in het
Beloofde Land. Een geschiedenis van Joden en Palestijnen’. Twee
zeer degelijke boeken.
©Jef Abbeel, februari 2024
www.jefabbeel.be