Jonas Wagemakers (2024). Hamas. Palestijns nationalisme en
militant pragmatisme. Uitgeverij Amsterdam University Press /
Mythras, Antwerpen, oktober 2024. Paperback, 291 pagina’s, 13x21
cm; bijlagen, noten, bibliografie, index. ISBN
978-90-485-6447-7; € 24,50.
Hamas. Palestijns nationalisme en militant pragmatisme
De auteur is professor Arabisch en islam in Utrecht. N.a.v. de
terreuraanval op 7 oktober 2023, de bloedigste in de
geschiedenis van Israël en nog meer in die van Gaza, geeft hij
in deel 1 de historische achtergrond van Hamas, analyseert hij
in deel 2 waarom Hamas zich met geweld verzet tegen het
vredesproces en toont hij in deel 3 hoe Hamas in de Gazastrook
aan de macht is gekomen.
.
Inhoud
Hamas. Palestijns nationalisme en militant pragmatisme
Hij beschouwt het geweld van Hamas als nationalisme, niet als islamisme dat de vernietiging van de staat Israël beoogt. Hij ziet Hamas als een verzetsbeweging, niet als een terreurorganisatie, omdat terreur slechts één deel is van haar activiteiten (p. 15-18).
Hij spreekt vrij kort over de oorlogen van 1948, 1956, 1967,
1973, de eerste intifada van 1987-1993, de Oslo-akkoorden van
1993, de Abraham–akkoorden van 2020.
Dan volgt de geschiedenis van de Palestijnse nationale beweging
vanaf de 19de eeuw, met de opstand van 1936, de nakba
(catastrofe) van 1948, de vluchtelingenkampen, het ontstaan van
Fatah en van de PLO, het uitroepen van de Palestijnse staat door
Arafat in 1988, de Oslo-akkoorden van 1993. Wagemakers toont
zich kritisch, zowel tegenover Israël als tegenover de PLO.
Dan onderzoekt hij hoe nationalistisch en islamitisch Hamas is
en gaat hierbij terug naar de wortels, nl. de Moslimbroeders,
opgericht in Egypte in 1928 en daarna verspreid over Palestina,
Jordanië en Syrië. Het ‘militante pragmatisme’ van Hamas
verklaart hij uit haar wortels in de Moslimbroederschap en hij
beweert dat de strijd tegen Israël eerder antikoloniaal is dan
antisemitisch.
In 1959 hebben afgescheiden Moslimbroeders Fatah opgericht en
zij waren fel tegen ‘zondige praktijken’ zoals cafés, bioscopen
en vrouwen zonder hoofddoek. In 1987 ontstond Hamas uit de in
1973 opgerichte Islamitische Vereniging, het centrum van de
Moslimbroeders in Gaza. Hamas deed mee aan de Intifada van
1987-1993, o.a. door algemene stakingen te organiseren. Het
kantte zich tegen de Oslo-akkoorden wegens het verlies van
grondgebied, hoewel de meerderheid van de Palestijnen er blij
mee was. Het streed ook tegen seculiere organisaties zoals de
PLO: Hamas wou een islamitische samenleving creëren (p. 60-61).
In het Handvest van 1988, 33 pagina’s lang (p. 155-188),
portretteert het zichzelf. Het waarschuwt voor het ‘nazisme van
de joden’, verwijst naar koranverzen over de verdrijving van de
Joden en in artikel 22 beschuldigt Hamas hen van geldzucht,
beheersing van de media, het veroorzaken van revoluties en van
WO I en WO II en van pogingen tot werelddominantie. Het ziet de
Jihad als enige oplossing om heel Palestina te veroveren en te
islamiseren (p. 64-66).
Tussen de vredesakkoorden van Oslo (1993) en de 2e intifada
(2000-2005) was er vrede tussen Israël en de PLO, maar Hamas
veroorzaakte met zelfmoordaanslagen veel geweld, dat volgens
Oslo door de PA (Palestijnse Autoriteit) bestreden moest worden.
De auteur noemt de zelfmoordaanslagen “geen haat, maar militant
pragmatisme” (p. 73).
In 1986 was slechts 16,9% van de Palestijnen voor een
twee-staten-oplossing en 77,9% wou heel Palestina. Maar tijdens
de euforie van de Oslo-akkoorden waren veel meer Palestijnen
voor die twee-staten-oplossing (p. 130). De auteur zegt er niet
bij hoeveel.
Hamas heeft een Politbureau, dat in Qatar verblijft, een
militaire tak: de al-Qassam Brigades, die o.a.
zelfmoordaanslagen plegen en een sociale tak voor onderwijs,
medische zorg en prediking. De zelfmoordaanslagen verstoorden
bewust het vredesproces en leidden in 1996 tot de verkiezing van
Netanyahu, ook een tegenstander van het vredesproces.
De gewelddadige Al-Aqsa-intifada van 2000-2005 toonde aan dat de
Oslo-akkoorden gefaald hadden. Hezbollah en Hamas speelden in
deze opstand een militante rol. Hamas pleegde tientallen
aanslagen, waarbij honderden Israëlische doden vielen, o.a. in
Tel Aviv in 2001 en in Netanya in 2002 (p. 91).
Daarmee protesteerde het tegen de Oslo-akkoorden, de Road Map
van 2003 en de Genève-akkoorden (p. 97). Tegelijk zegt de auteur
dat Hamas voor een wapenstilstand was in 1988, 2003 en 2005, als
Israël een Palestijnse staat gaf binnen de grenzen van 1967 en
nog aan enkele andere voorwaarden voldeed.
De aanslagen gebeurden vooral vanuit de Westoever. Daarom viel
Israël in 2002 het vluchtelingenkamp van Jenin binnen, waarbij
50 Palestijnen gedood werden en 4.000 dakloos.
In 2004 viel Israël ook de Gazastrook aan . In totaal sneuvelden
tussen 2000 en 2008 ruim 4.800 Palestijnen. Israël liquideerde
ook enkele leiders, o.a. hun stichter Ahmad Yasin.
In 2004 nam Hamas voor het eerst deel aan (lokale) verkiezingen,
waarbij het 35% van de stemmen op de Westoever haalde tegenover
38% voor Fatah en in Gaza 65% tegenover 22% voor Fatah (p. 112).
In 2006 haalde het bij de parlementsverkiezingen de absolute
meerderheid. Toen ontstond een gewapend conflict met Fatah,
waarbij tientallen doden vielen. In februari 2007 sloten ze het
Mekka-verdrag, waarbij Hamas tien regeringsposten aan Fatah gaf.
Na nieuwe gevechten in juni 2007 nam Hamas de macht in Gaza en
de PA op de Westoever, maar ze erkenden elkaars bestuur niet. De
akkoorden van 2011, 2014 en 2017 brachten de twee niet dichter
bij elkaar.
In Gaza installeerde Hamas een autoritair bestuur, met
martelingen van tegenstanders en ‘soft-islamisation’ van
vrouwen, een eufemisme voor onderdrukking, maar net geen sharia
en minder fanatiek dan al-Qaida en IS, die de sharia wereldwijd
willen invoeren. In Gaza zijn er wel kleinere groepjes die
aanslagen plegen tegen ‘on-islamitische’ personen en doelwitten.
De aanvallen van Hamas op Israël zorgden sinds 2007 voor een
internationale boycot en een afsluiting van Gaza, werkloosheid,
armoede en honger. Hamas bouwde tunnels om van alles te
smokkelen. Eind december 2008 tot 18 januari 2009 viel Israël
weer aan (Operatie Gegoten Lood), het doodde 1.200 à 1.500
Palestijnen en verwoestte duizenden gebouwen.
In 2017 publiceerde Hamas een nieuw Document, nu zonder het
antisemitisme van 1988. De vijanden zijn nu niet meer de Joden,
maar de agressieve zionisten. Hamas blijft zoals in 1988 heel
Palestina opeisen, van de Jordaan tot de Middellandse zee. Het
eist ook de terugkeer van alle vluchtelingen. In 1948 waren er
dat 750.000, nu zijn ze met 6 miljoen. Israël verwierp het
document volledig.
De impliciete acceptatie van Israël binnen de grenzen van 1967
lijkt moeilijk te rijmen met de grootschalige terreuraanval van
7 oktober 2023. Toch noemt de auteur ook die aanval een
voorbeeld van het ‘militante pragmatisme’ van Hamas. Zo bracht
Hamas de Palestijnse kwestie en zichzelf in het wereldnieuws:
75% van de Gazanen had onvoldoende te eten, 67% had weinig
vertrouwen in Hamas en 44% helemaal geen, maar 54% geloofde wel
dat de gewapende strijd de bezetting zou beëindigen.
Israël had een jaar voordien vernomen dat die aanval zou komen,
maar geloofde het niet, te meer omdat het sinds 2018 had
toegestaan dat Hamas veel geld ontving van Qatar en Iran (p.
137-138).
Onder dekking van duizenden raketten, die Hamas en de
Islamitische Jihad op Israël afvuurden, doodden de aanvallers
1.191 mensen, ze ontvoerden er 252 en ze verkrachtten een
ongekend aantal meisjes en vrouwen, wat Hamas ontkent.
De oorzaken waren divers: de armoede, de isolatie door Israël om
de raketbeschietingen te doen stoppen, het achterhouden van
belastinggeld door Israël, de collectieve bestraffing van de
inwoners door tekorten in voedsel, elektriciteit en brandstof,
de keuze van de internationale gemeenschap (EU, VN, VS, zelfs
Rusland) voor Fatah en tegen Hamas sinds 2007, het afsluiten van
tunnels door Egypte, de Abrahamakkoorden van 2020-2021 tussen
Israël en de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein, Marokko en
Soedan, waardoor de helft van de Arabische bevolking
diplomatieke banden had met Israël. De auteur vergeet hier dat
de onderhandelingen met Saoedi-Arabië ver gevorderd waren en dat
Hamas dit akkoord wou voorkomen.
Op 22 november 2023 ging Hamas akkoord met een wapenstilstand,
op voorwaarde dat de Palestijnse gevangenen dan vrijgelaten
werden in ruil voor de gijzelaars. Hamas zal Israël opnieuw
aanvallen als het niet toegeeft (p. 145).
Conclusie
De auteur concludeert dat Hamas sterk verschilt van Al-Qaida en
zeker van IS, dat met trots (en met videobeelden) zijn vijanden
onthoofdt (p. 153). Volgens Wagemakers is de combinatie van
Palestijns nationalisme en militant pragmatisme de reden waarom
Hamas geweld gebruikt tegen Israël. Met Hamas valt er volgens
hem wel te praten (p. 154).
Dan volgen de volledige tekst (33 pagina’s) van het Handvest uit
1988, vertaald uit het Arabisch door de auteur, de tekst van het
‘Document van Algemene Principes en Beleid’ uit 2017 (11 p.),
vele noten (55 p.), een indrukwekkende bibliografie (29 p.), en
de index (5 p.).
De lectuur van het Handvest vergt geduld en vertrouwdheid met de
koran, de ‘grondwet van Hamas’ (p. 162). Geduld bij zinnen
zoals: “De moslimvrouw is de producent van mannen” (p. 170). En
ze moet haar kinderen voorbereiden op de Jihad (p. 171). Of: “De
Vrijmetselarij en de Rotaryclubs zijn nesten van verwoesting en
verwoesters en zij steunen zionistische organisaties” (p. 172).
Op p. 175 en 180 worden de Lionsclubs toegevoegd aan deze
‘verwoestende spionnenorganisaties’! De clubs die ik ken,
steunen veel goede doelen, maar niet het zionisme. En ook in dit
Document beweren ze dat de Joden achter WO I en WO II zaten en
er enorme winsten uit haalden (p. 175).
Beoordeling
Wagemakers is werkelijk een Hamas-specialist. Hij heeft enorm
veel bronnen geraadpleegd, zowel primaire als secundaire, zowel
Arabische als Engelstalige. Daardoor krijgen we ook de
Arabische/Palestijnse opinie te lezen. Een gemakkelijk boek is
het niet.
De auteur oordeelt zeer genuanceerd over Hamas en over de
Moslimbroeders, vaak te mild. Menig lezer zal twijfelen aan zijn
herhaalde uitspraak dat Hamas en de Moslimbroeders pragmatisch
zijn. Ze lijken mij heel fanatiek met hun zelfmoordaanslagen of
‘martelaarschaps-operaties’ en met het principieel opeisen van
heel Palestina. De woorden die het meest voorkomen, zijn
pragmatisch en militant pragmatisme.
De auteur zegt dat honderdduizenden Joden na de oorlog van 1948
naar Israël kwamen. Hij zegt er niet bij dat er 1 miljoen
verdreven werden uit de Arabische landen van Marokko tot Irak.
En bij de oorlog van 1956 vergeet hij dat Nasser de oorzaak was
door het Suezkanaal te nationaliseren en Israël te verhinderen
nog door Suez of door de Golf van Akaba naar Perzië/Iran te
varen.
In de bibliografie mis ik: a)Ludo De Brabander, Gaza. Een
geschiedenis van kolonisatie (2024); b)Rashid Khalidi, De
honderdjarige oorlog tegen Palestina (2023); c)Jamie
Stern-Weiner, Deluge, Gaza and Israël from Crisis tot Cataclysm
(2024); d) Derk Walters, Israël-Palestina (2024).
Maar ik ken geen beter boek over Hamas dan dit.
©Jef Abbeel, november 2024
www.jefabbeel.be