
Gilad Perez. Hummus en Hamas. Een Marokkaans-Joodse
vredesjournalist in oorlogstijd.
Uitgeverij Prometheus, Amsterdam/L&M, Antwerpen, maart 2025.
Paperback, 230 pagina’s, kaart, register. ISBN
978-90-446-5704-3; € 20,99.
.
Hummus en Hamas. Een Marokkaans-Joodse vredesjournalist in
oorlogstijd.
De auteur (°2001) is correspondent voor het Algemeen Dagblad in Israël en de Palestijnse gebieden. In 1956 verhuisde zijn familie van Casablanca naar Herzliya, een Israëlische stad genaamd naar Theodor Herzl, en later naar Nederland, waar zijn vader trouwde met een christelijke Nederlandse. Hummus is een gerecht met o.a. kikkererwten en sesamzaadpasta, dat zowel Palestijns (halal) als Joods (koosjer) is (p. 135-137).
Inhoud
Hummus en Hamas. Een Marokkaans-Joodse vredesjournalist in
oorlogstijd
Het
verhaal begint met de gruwelijke aanval van Hamas op ‘zwarte
zaterdag’ 7 oktober 2023 en de paniek die daarop volgde. In het
Midden-Oosten is de persvrijheid beperkt en is het moeilijk om
aan de juiste informatie te komen: Israël stond toen op plek 97,
nu op plek 112 van de persvrijheid-ranking, Palestina toen op
plek 156, nu op 163. Volgens het Israëlisch kanaal i24 werden er
toen 40 baby’s onthoofd door Hamas, volgens AFP (Agence France
Presse) twee (p. 49-51). Uiteindelijk werden 1.200 Israëli’s
gedood en ruim 200 gegijzeld. De auteur vermeldt zo nog enkele
gevallen van desinformatie (p. 151).
Het aantal doden in Gaza ligt boven de 50.000. Bovendien sluit
Israël de elektriciteit, de telecom, het water en het voedsel af
totdat de gijzelaars vrij zijn en Hamas verslagen is.
Perez vertoeft afwisselend in Israël en in Nederland, maar
blijft in contact met Israëlische en Palestijnse journalisten.
Ook voor hen is het gevaarlijk: nooit werden er zoveel gedood,
vooral Palestijnse, door Israëlische luchtaanvallen. In Gaza
zijn buitenlandse journalisten niet welkom, tenzij met het
Israëlische leger, maar dan mogen ze niet met de bevolking
spreken. Ze zijn dus aangewezen op hun collega’s van Al Jazeera
en die volgen vaak de versie van Hamas, dat o.a. de ontploffing
van het Al-Aliziekenhuis toeschreef aan een Israëlische
luchtaanval, terwijl het een raket van Islamitische Jihad was
(p. 98-99). Perez telefoneert met UNRWA-medewerkers in Gaza en
verneemt zo hoe erg de situatie er is.
Perez mag wel de Westoever bezoeken. Er zijn weinig toeristen in
Bethlehem, de gidsen en taxichauffeurs zitten er zonder werk.
Bethlehem telt 30.000 inwoners, vooral moslims, die door een
muur gescheiden zijn van de Israëli’s. In totaal wonen er 50.000
christenen op de Westoever en slechts 1.000 in Gaza. Arabieren
gaan om met Arabieren, Joden met Joden. Gevolg: Perez krijgt
minder interviews van Arabieren (p. 104-110).
In Nederland wordt stevig geprotesteerd tegen Israël en worden
er BDS-acties georganiseerd: Boycott-Disinvestment-Sanctions. In
Israël is er ook genoeg protest van vredesbewegingen, zijn er
soldaten die dienst weigeren en actiegroepen die voedsel naar
Gaza willen brengen, maar door het leger tegengehouden worden.
63% van de Joden is tegen de oprichting van een Palestijnse
staat en de meeste Palestijnen op de Westoever willen dat Israël
verdwijnt (p. 205). De kritische krant Haaretz verliest lezers
en wordt door de regering geboycot omdat ze het leed en de
honger in Gaza weergeeft (p.170-172 en 211).
Al Jazeera probeert ook beide kanten te tonen, maar wordt
geblokkeerd in Saoedi-Arabië, Egypte en Israël wegens kritiek op
die regimes (p. 175). Netanyahu krijgt kritiek omdat hij het
bloedbad niet heeft voorkomen en te weinig doet om de gijzelaars
vrij te krijgen (p. 192-199).
Perez ziet ook lichtpunten: Israël wordt in Den Haag ondervraagd
over een mogelijke genocide en het Internationaal Strafhof wil
Netanyahu en ex-minister van defensie Gallant arresteren en het
heeft de bezetting van de Westoever en Gaza illegaal genoemd (p.
200). Maar de meeste van de 200.000 vergunningen om in Israël te
komen werken, zijn na 7 oktober ingetrokken: die Palestijnen
zitten zonder werk. En de rechtszaak tegen Netanyahu wegens
corruptie en fraude is uitgesteld.
De auteur eindigt met een eresaluut aan de vredesbewegingen in
Israël, waarvan ook Palestijnen lid zijn (p. 214).
Beoordeling
Perez kan goed vertellen, hij geeft de feiten objectief weer,
maar hij weidt te veel uit over de principes van
onafhankelijkheid en onpartijdigheid in de journalistiek en over
de problemen die journalisten ervaren om aan objectieve
informatie te komen. Soms lijkt het meer een oefening in
correcte journalistiek en in vredesjournalistiek dan een verslag
over Gaza en de Westoever.
Hij veroordeelt terecht zijn Joodse vrienden die ziende blind
zijn voor het grote aantal burgerslachtoffers, net zoals de
Gazanen die zwijgen over 7 oktober.
Op p. 7 staat een kaartje van Israël en de Palestijnse gebieden,
maar vele plaatsnamen ontbreken, o.a. Herzliya (p. 13), Netanya
en Jaffa (p. 41), Beit Jala (p.124), Caesarea (p. 162).
Nog enkele details: ‘per voet’ (p. 57) klinkt minder goed dan
‘te voet’, Mark Rutte (p. 55 en 147) is hier nog premier (hij
was dat tot 2 juli 2024), Assad (p. 155) is nog president van
Syrië (hij was dat tot 8 december 2024). Meestal zeggen we het
‘Heilig Land’ i.p.v. het ‘Heilige Land’ (p. 173 e.a.) en ‘lijden
tot’ (p. 147) moet zijn: leiden tot. Oorlog is niet ‘het’ (p.
203), maar ‘de’. En ‘oorlog bepalen’ (p. 215) moet zijn:
bepaalt.
Te vaak ontbreken de precieze data, b.v. p. 181: Hezbollah doodt
12 Druzische kinderen of p. 182: Israël doodt Foead Shoekr en
Ismail Haniyeh. Als toekomstig journalist, moet hij daar stipter
in zijn.
En reageren op een mail met tips.
Los daarvan is het wel een knappe prestatie voor een 24-jarige.
© Jef Abbeel, mei 2025
www.jefabbeel.be