Justin Marozzi, De Arabische veroveringen. De verspreiding
van de islam en de eerste kalifaten. Vertaling van ‘The Arab
Conquests’. Uitgeverij Omniboek, Utrecht/VKB, Antwerpen, mei
2023.Paperback, 272 pagina’s, 21 x 14 cm, € 26.99. Kaarten,
foto’s, tijdlijn, noten, bibliografie, register. ISBN
978-94-019-1913-5
De Arabische veroveringen. De verspreiding van de islam en de eerste kalifaten
De auteur is historicus en reisjournalist. Hij woont en werkt in de Arabische wereld. Hij beschrijft de veroveringen van 630 tot 762, waarbij een rijk gevormd werd met de omvang van het Romeinse. De verspreiding van de islam in Indonesië in de 13de eeuw, op de Balkan door de Ottomanen in de 14-15de eeuw en de expansie in Afrika en Europa in de 20ste en 21ste eeuw staan er dus niet bij.
Inhoud
De Arabische veroveringen. De verspreiding van de islam en de eerste kalifaten
Omstreeks
622-624 lanceerde Mohammed zijn heilige oorlog, die gepaard ging
met rooftochten, o.a. tegen de Joden, die hij in 625-627 in
Medina bekampte. Hij liet al hun mannen onthoofden, de vrouwen
en kinderen tot slaaf maken en hun eigendommen verdelen onder
zijn gelovigen. Hij nam de leiding over de massa-executie, hij
doodde zelf 600 à 800 Joden en nam de mooie Rajhana, weduwe van
een gedode Jood, als bijvrouw. Hij verkondigde dat de gewapende
strijd moet doorgaan tot heel de wereld zich bekeerd heeft tot
de islam (p.33-39).
In 630 veroverde hij Mekka. Het werd de politieke hoofdstad van
de moslims. De inwoners kregen de keuze: zich bekeren of
onthoofd worden. Mohammed eigende zich de totale politieke,
militaire en religieuze macht toe. In 632 stierf hij.
Zijn opvolgers veroverden in 634-644 het christelijke Palestina
en Syrië op het Byzantijnse rijk. Het was de eerste zware
nederlaag van het Byzantijnse leger. De sterkte van de moslims
was hun bereidheid om te sneuvelen in hun Heilige Oorlog, een
eigenschap die hedendaagse jihadisten ook hebben (p. 63).
Als steden zich overgaven zonder strijd, werd de bevolking
gespaard. Ze moesten wel belastingen betalen. Velen bekeerden
zich om daaraan te ontsnappen.
In 641-642 volgde de gewelddadige verovering van Egypte op de
Byzantijnen. Tot minstens het jaar 1000 was Egypte een rijk
land. In 641 werd in Caïro de eerste moskee van Afrika gebouwd
en kwam er een einde aan duizend jaar Grieks-Romeinse hegemonie
en cultuur. De Arabische veroveraars verdrievoudigden de
belastingen en het graan ging nu naar Medina i.p.v. naar
Constantinopel.
De verovering van Irak en Iran op de Perzen verliep in 633-650
met veel onthoofdingen en grote buit. In Iran werden tussen
40.000 en 100.000 Perzen onthoofd (p. 105-118). In 651 kwam er
een einde aan het Sassanidische Rijk, dat sinds 224 bestaan had.
In 656-661 vond bij Basra de eerste slag plaats tussen moslims
onderling, het begin van de scheuring tussen soennieten en
sjiieten. Iran werd het centrum van de sjiitische islam. Slechts
2% spreekt er Arabisch.
Moe’awija, gouverneur(639-661) en vervolgens kalief (661-680),
krijgt een uitgebreid portret als stichter van de
Omajjaden-dynastie (661-750).
Afghanistan was het moeilijkst om in te nemen: het duurde van
653 tot 709. Op het einde van de 7de eeuw werd het Arabisch
ingevoerd als officiële taal in plaats van het Aramees, Grieks,
Pahlavi e.a.
Tussen 709 en 731 volgde de verovering van de ‘katoenmand’:
Turkmenistan, Oezbekistan, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan en
Pakistan. In 751 versloegen de Arabieren met de hulp van de
Tibetanen en Turken een Chinees leger van de Tang-dynastie in de
Slag bij Talas.
Ondertussen werden Spanje en Portugal ingepalmd vanaf 711.
Cordoba werd de schitterende hoofdstad van Al Andalus. Dan
volgde Toledo, de hoofdstad van de Visigoten en andere steden.
Velen werden onthoofd, ook kinderen. Vanaf 720 hielden de
Arabieren ook rooftochten over de Pyreneeën en in het dal van de
Rhône, maar in 732 werd hun westelijke opmars definitief
tegengehouden door Karel Martel in de Slag bij Poitiers/Tours.
In 717-718 was ook het beleg van Constantinopel mislukt.
In Spanje zorgden de Arabieren wel voor een hoogstaande cultuur,
waar pas in 1492 een einde aan kwam.
Vanaf de 8ste eeuw trad decadentie in bij de kaliefen en vanaf
740 braken er ook opstanden uit, o.a. van Berbers en christenen
in Noord-Afrika (p. 194-196). Die opstanden werden bloedig
onderdrukt. Rond 747 vond ook een burgeroorlog plaats, met veel
slachtpartijen, waarbij de Omajjadische dynastie werd uitgeroeid
door de Abbasiden, die de volgende 500 jaar regeerden.
Al-Abbas kreeg de bijnaam ‘Al-Saffa, de Bloedvergieter, omdat
hij 60.000 moslims, joden en christenen liet onthoofden (p.
198). De erfenis van deze veroveringen treft volgens Marozzi
bijna 2 miljard mensen of een kwart van de wereldbevolking (p.
200).
Arabieren beginnen de dag en elke activiteit met een gebed tot
Allah: ‘Bismillah’ (In de naam van God) en ze bedanken hem met
‘Albamdulillab’ (Dank aan God) (p. 200).
Dank zij de Arabieren werden de Griekse schrijvers vertaald en
bewaard. Bagdad was van 762 tot 1258 de culturele hoofdstad van
de wereld en de grootste stad op aarde. Het eerste handboek voor
oogheelkunde kwam daar tot stand in de 9de eeuw en ook andere
wetenschappen kwamen er tot bloei.
De bijlagen bevatten een nuttige en uitgebreide tijdlijn van 570
tot 762 (p. 210-221) en passages uit primaire bronnen over de
veroveringen (p. 222-242). Vier Arabische geschiedschrijvers en
één christelijke vertellen hoe de mensen toen dachten over de
veroveringen en de wreedheden waarmee ze verliepen.
Beoordeling
De auteur is goed thuis in de Arabische wereld, taal en cultuur
en gebruikt ook veel Arabische schrijvers als bron. Dit boek
leest zeer vlot en is boeiend van begin tot einde. Het geeft een
goed beeld van de gedrevenheid der veroveraars: godsdienst en
buit speelden een grote rol in hun motivatie. Hun wrede wandaden
worden niet verzwegen. Tegelijk tonen zowel de tekst als de vele
mooie prenten de culturele verwezenlijkingen.
Bij de veroveringen komt Noord-Afrika (rond 698 - 708) maar
beperkt aan bod: het lijkt alsof ze van Egypte rechtstreeks naar
Spanje trokken. Maar die expansie staat wel in de tijdlijn
achteraan (p. 217).
Het aantal moslims is momenteel eerder 1,6 miljard dan 2
miljard, maar hun bevolkingsgroei is wereldwijd zo sterk dat ze
die 2 miljard wel zullen halen tegen 2050 of eerder.
De drie kaarten zijn onmisbaar, maar tegelijk onvolledig: nogal
wat plaatsnamen ontbreken, b.v. Chalcedon, Poitiers, Talas,
Bagdad. En de kaart van 750 staat voor die van 634-661.
Soms is de auteur er een paar eeuwen naast: Carthago werd
gesticht in de 9de eeuw v.C., niet rond 1300 v.C. En Cordoba
werd Romeins in 152 v.C., niet in de 3de eeuw v.C. (p. 182).
Een woordenlijst met de vele islamitische begrippen zou zeer
welkom zijn: op bijna elke pagina staat er een Arabisch woord.
©Jef Abbeel, Turnhout, mei 2023