Els Hertogen. Van liefdadig naar rechtvaardig: Stemmen over de
toekomst van internationale solidariteit Uitgeverij Lannoo
Campus, Leuven/A’dam, mei 2021 / ISBN 978-94-014-7491-7 /.
Paperback, 136 p. , 23 x 17 cm, € 25,99. .
Van liefdadig naar rechtvaardig: Stemmen over de toekomst van internationale solidariteit
De auteur is directeur van 11.11.11., een organisatie voor internationale solidariteit. Zij en twee medewerkers laten hier elf mensen aan het woord over hoe internationale solidariteit er zou moeten uitzien.
Inhoud
Van liefdadig naar rechtvaardig: Stemmen over de toekomst van internationale solidariteit
Zij
pleiten ervoor om liefdadigheid (iets doen voor een ander uit
goedheid) te vervangen door rechtvaardigheid: de grondoorzaken
van ongelijkheid aanpakken tussen het ‘Globale Noorden’ (Europa,
VSA, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Japan) en het ‘Globale
Zuiden’ (Latijns-Amerika, Afrika, Azië).
De woordvoerders komen uit alle delen van de wereld en
verkondigen dat niet het Globale Noorden het Zuiden ontwikkelde,
maar omgekeerd.
Ook het huidige economische systeem, gericht op eindeloze groei
van consumptie en productie, zien zij als een oorzaak van die
ongelijkheid en van de teloorgang van de natuur.
Andere negatieve elementen zijn: de belastingontwijking, de hoge
schulden met woekerintresten, oneerlijke handel, de
klimaatcrisis.
Sommige medewerkers pleiten voor een economie die niet louter
gericht is op de groei van het bbp, maar op het algemeen geluk
en algemeen belang.
Ontwikkelingssamenwerking moet blijven bestaan, maar niet enkel
in de vorm van 0,7% van het bnp, wel in een dialoog tussen
gelijke partners, waarbij donoren niets terugvragen voor hun
giften. Ze mogen dus ook geen eisen i.v.m. democratie,
mensenrechten etc.
Er moet ook een herverdeling van de macht komen: in de
Wereldbank en in het IMF tellen de stemmen van de arme landen
amper mee en in de WTO (Wereldhandelsorganisatie) hebben de VSA
de facto vetorecht.
Ook bedrijven moeten hun sociale verantwoordelijkheid nakomen:
niet de winst moet centraal staan, maar wel een waardig leven
voor alle werknemers.
En de natuur moet gerespecteerd worden. Kortom: het boek staat
vol goede ideeën.
Toch enkele bedenkingen
Jason Hickel beweert dat er tot 1500 geen kloof was tussen Noord
en Zuid en dat de armoede in het zuiden er pas gekomen is door
de kolonisatie (p. 18). Welnu, in 1500 had Europa al vele
welvarende steden, van Londen tot Moskou en al 40 à 50
universiteiten (F. Hayt - J. Grommen, ‘Atlas van de algemene en
Belgische geschiedenis’, kaart 60), terwijl Afrika nog
grotendeels analfabeet was. Die mooie steden en universiteiten
waren er echt niet gekomen door de ‘plundertochten van 300 jaar’
(p.18).
De slavenhandel richting Amerika krijgt terecht veel kritiek (p.
19), maar de auteur rept met geen woord over de Arabische
slavenhandelaars, die veel wreder te keer gingen in Oost-Afrika
(handen afhakken was een vondst van hen, niet van de Europeanen)
en in Zuid-Europa. Vanaf 1822 keerden een aantal slaven terug
naar Afrika en stichtten daar Liberia, dat in 1847 onafhankelijk
werd. Vanaf 1865 mochten in principe alle slaven terugkeren naar
Afrika.
Ethiopië ontsnapte op een paar jaar na (1889-1896 en 1936-1941)
aan de kolonisatie, maar is even arm als de ‘uitgebuite landen’.
Nigeria is één van de meest ontwikkelde landen van Afrika op
technologisch vlak, maar toch importeert het 90% van zijn
software. Ook dat is de ‘schuld van het Westen’ (p. 42).
Uiteraard wordt er niet verteld dat het ook kampioen is in het
bijna dagelijks ontvoeren en uitmoorden van christelijke
schoolkinderen.
Vrouwen in het Zuiden moeten meer rechten krijgen (p. 46-55).
Daar zijn we het allemaal mee eens. Ik denk dat geen enkel land
of bedrijf uit het Noorden dit tegenhoudt. Ik vrees alleen dat
lokale tradities dit proces in de weg staan. Hier uiteraard geen
woord over de dagelijkse en uiterst wrede verkrachtingen in
Oost-Congo, door zwarten. Dokter Denis Mukwege mag de
toegetakelde meisjes nadien herstellen.
De auteurs pleiten voor onbeperkte migratie (p. 78-82), maar ze
vragen zich niet af welke de gevolgen zullen zijn als straks de
helft van Afrika en van het Midden-Oosten naar Europa komen en
hier dan de meerderheid vormen.
Ze vinden ook dat de leningen kwijtgescholden moeten worden. Ik
ben benieuwd hoe China hierop zal reageren. Wellicht door een
haven of een mijn in beslag te nemen.
Er is weinig of geen kritiek op de regimes die sinds 1960 in
Afrika aan de macht zijn en die zichzelf mateloos verrijkt
hebben. Ze citeren Proudhon (“Eigendom is diefstal”), maar dan
verwijzen ze niet naar die dictators en hun entourage, wel naar
de voormalige kolonisatoren. De Congolezen waren in 1960
welvarender dan nu, de universiteiten, ziekenhuizen, scholen,
kortom de hele infrastructuur was model voor heel Afrika en in
veel betere staat dan nu, ze hadden meer welvaart dan de
Chinezen en Zuid-Koreanen, nu is er weer honger, chaos, armoede,
door de schuld van hun eigen leiders.
Black Lives Matter krijgt hier de ene pluim na de andere, maar
geen enkel woord van kritiek op de massale vernielingen en
plunderingen in de VSA en in Brussel (7 juni 2020), waar een
aantal winkeliers nog altijd niet bekomen is van de opgelopen
trauma’s en waar geen enkele plunderaar gestraft werd.
Samengevat: dit boekje is een prachtig pleidooi voor een betere
wereld, maar zeer eenzijdig: de auteurs schuiven alle schuld op
de kolonisatoren van het rijke Noorden, terwijl het Zuiden nu al
60 jaar de tijd heeft gehad om de toestand te verbeteren in
plaats van te verslechteren. Doordat elke vorm van nuance
ontbreekt, lijkt het mij een gemiste kans.
©Jef Abbeel mei-juni 2021
www.jefabbeel.be