Luc & Tina Pauwels. Oekraïne, een oorlogsgeschiedenis. Het
Oekraïense standpunt. Vertaling van: Histoire d’Ukraine, le
point de vue ukrainien. Paperback, 23 x 15 cm, 362 pagina’s, €
29,95. Kaarten, tabellen, foto’s, chronologie, register,
bibliografie. ISBN 978-94-646-2422-9. Uitgeverij Aspekt,
Soersterberg, april 2022.
Oekraïne, een oorlogsgeschiedenis. Het Oekraïense standpunt
Inhoud
Oekraïne, een oorlogsgeschiedenis. Het Oekraïense standpunt
Jef Abbeel
Kiev,
de stad van de Slavische edelman Kyj in de 5de of 6de eeuw, werd
in de 9de eeuw de moederstad van wat nu Oekraïne, Wit-Rusland en
Rusland zijn. Vanaf 882 verving het Novgorod als hoofdstad van
Kiev-Roes en rond 940 telde het 40.000 inwoners, zoveel als
Parijs en méér dan Londen. Vikingen bleven een rol spelen tot in
de 11de eeuw als leraren van de prinsen/toekomstige vorsten (p.
57).
Vladimir was een onecht kind, zorgde zelf voor vele onechte
kinderen, had 800 minnaressen, maar werd na zijn bekering in 988
tot de orthodoxe godsdienst wel de grote heilige van alle
Russen.
In 1240 werd Kiev ingenomen, vernield en uitgemoord door de
Mongolen. De overlevenden werden verkocht op de slavenmarkten in
het Midden-Oosten. Het centrum verschoof naar Moskou, dat pas in
1156 was gesticht.
In de 14de eeuw werd Litouwen de baas over Oekraïne en de
grootste staat van Europa (p. 120). In 1362 verpletterde het de
Mongolen, die in 1380 ook nog eens door de Russen verslagen
werden en naar de Krim vluchtten. De Krim werd in de 14de-16de
eeuw het centrum van de slavenhandel. In 1385 werden Litouwen en
Polen een unie, die vanaf 1569 het Pools-Litouwse gemenebest
werd genoemd (p. 120-123).
Vanaf de 15de eeuw vestigden groepen vrijbuiters, vooral
ex-lijfeigenen, zich in het zuiden van Oekraïne: de Kozakken, de
‘cowboys van Oekraïne’. Ze verwierpen het Poolse gezag, kozen
vanaf de 16de eeuw hun eigen ‘hetman’ (hoofdman) en
volksvertegenwoordiging. Met hun snelle bootjes, vuurwapens en
paarden evolueerden ze van avonturiers en marginalen tot een
gevreesde militaire macht, die een groot deel van het land
controleerde. In 1648/49 kwamen ze met 80.000 onder leiding van
‘vader des vaderlands’ Bogdan Chmelnitski (1595-1657) in opstand
tegen Polen. Ze versloegen de Polen, maar in 1654 onderwierpen
ze zich aan tsaar Aleksej I. De Russen interpreteren dit verdrag
als de hereniging van Rusland en Oekraïne. In 1667 kwam de
oostelijke kant van de Dnjepr met Kiev bij Rusland, de
westelijke bij Polen, totdat Polen een ruime eeuw later door
Catharina de Grote grotendeels bij Rusland werd aangehecht.
De volgende bekende hetman was Ivan Mazepa (1639-1709), net
zoals Chmelnitski een oud-leerling van de jezuïeten. In 1708
werd zijn hoofdstad Batoerin volledig verwoest door Peter de
Grote en werden de inwoners uitgemoord. In 1709 werden de Zweden
en de Kozakken verslagen bij Poltava en werd de autonomie van de
Kozakken opgeheven. Catharina maakte van Oekraïne een gewone
provincie. En Potjomkin veroverde het zuiden, inclusief de Krim
(1783).
Tijdens Peter de Grote, Catharina en in de 19de eeuw vond in
Oekraïne een sterke russificatie plaats in onderwijs,
administratie, leger etc. Tsaar Alexander II verbood in 1876
zelfs het Oekraïens in scholen en in boeken. De nationale
dichter Taras Sjevtsjenko verzette zich, maar hij werd in 1847
veroordeeld tot 10 jaar legerdienst met schrijfverbod (p. 182).
In 1863 componeerde de Grieks-katholieke priester Michajlo
Verbitskii de nationale hymne ‘Oekraïne is nog niet dood’ , maar
ze mocht pas vanaf 1991 gezongen worden.
Rond 1880 begon de industrialisatie van de grondstoffenrijke
Donbas. Oekraïense boeren werkten niet graag in de mijnen, dus
importeerde men arbeiders uit Rusland, met als gevolg dat nu 50
à 75% in het oosten Russen zijn, één van de redenen van de
huidige problemen. In Donetsk, de belangrijkste industriestad
van het land met 1,5 miljoen inwoners, vormen de Russen en de
Russischtalige Oekraïners de grote meerderheid en zij willen
geen ‘Oekraïnisatie’.
De auteur vermeldt niet dat er ook 15.000 Belgen kwamen werken
en er fabrieken oprichtten, die tijdens de Oktoberrevolutie
allemaal afgepakt werden door de bolsjewieken.
In WO I moesten Oekraïners in het Oostenrijkse leger vechten
tegen Oekraïners in de Russische leger (p. 195). In 1917-1921
werden er drie republieken uitgeroepen en werd er gevochten
tussen drie legers, met ca. 2 miljoen doden als gevolg.
Bij de Vrede van Riga in 1921 kreeg Polen Galicië en Wolynië, de
Sovjets de rest. In 1923 besloot de Russische Communistische
Partij dat de ‘superieure Russische cultuur’ opgelegd moest
worden aan de ‘achterlijke’ Oekraïners, Azeri’s, Oezbeken etc.
(p. 202-203).
Vanaf 1926 liet Stalin de Oekraïense elite systematisch
uitroeien, zowel in Oekraïne als in Parijs, Rotterdam, Mexico.
Vanaf 1929 liet hij 200.000 landbouwbedrijven onteigenen zonder
vergoeding, en 850.000 boeren, vooral van Duitse, Poolse en
Griekse afkomst, met hun gezin deporteren in afschuwelijke
omstandigheden. Daarna werd alle graan afgepakt. Gevolg: de
Holodomor, hongermoord, met ca. 7,5 miljoen doden, een schatting
die overgenomen is door de VN (p. 206-211).
De schuldigen voor de genadeloze graanopeisingen en voor de
hongerdood waren Stalin en Kaganovitsj.
In september 1939 veroverde de SU het oosten van Polen en voegde
het bij Oekraïne. 345.000 mensen werden er opgepakt en naar
Siberië gedeporteerd. Bovendien werden er 110.000 gearresteerd,
van wie er 30.000 geëxecuteerd werden: voor de helft Polen, één
derde Joden, de rest Oekraïners. Enkel de 22.000 Poolse
officieren van Katyn kregen aandacht in het Westen. Pas in 2010
erkende de Doema dat niet de Duitsers verantwoordelijk waren,
maar Stalin (p. 214-215).
In juni 1941 verdreven de Duitsers het Rode Leger uit Oekraïne.
Bandera en co riepen de onafhankelijkheid uit, maar ze werden
door de Gestapo gedeporteerd naar het concentratiekamp
Oranienburg-Sachsenhausen. De oorlog was een ramp voor Oekraïne:
700 steden en 28.000 dorpen werden verwoest, 6 miljoen doden of
1 op 5 à 6 Oekraïners (p. 230-231).
Tijdens Chroesjtsjov werd de Krim aan Oekraïne gegeven en
bezetten Oekraïners 75% van de belangrijkste functies in Moskou
(p. 233-236). Ook tijdens Brezjnev waren ze
oververtegenwoordigd. Tsjernenko was een zoon van uitgeweken
Oekraïense boeren en Gorbatsjov was half-Oekraïens, zijn vrouw
Raisa volledig.
In augustus 1991 adviseerde Bush senior het parlement in Kiev om
zich niet af te scheiden van Moskou, maar ze deden het toch (p.
241). Het Russische parlement keurde meteen de transfer van de
Krim naar Oekraïne af en noemde die ongrondwettelijk. In 1992
riep de Krim zijn onafhankelijkheid uit, maar die werd niet
erkend. Oekraïne bleef zeer afhankelijk van Russische energie.
In 1999 was het BNP gedaald tot 41% van 1991! Verlieslatende
industrieën werden overeind gehouden met subsidies. De inflatie
bedroeg duizenden procenten. Drievierde leefde onder de
armoedegrens. Oligarchen werden superrijk. En het land werd
Europees koploper in corruptie. De levensverwachting was 62 voor
de mannen en 66 voor de vrouwen. Nu is dat 64/75.
In 2004 werd Joesjtsjenko president na een vergiftiging door de
Oekraïense Veiligheidsdienst. De Oranjerevolutie was een protest
tegen de frauduleuze verkiezing van Janoekovitsj. Die werd wel
president in 2010 en kreeg de zegen, niet van de patriarch van
Kiev, maar van die van Moskou (Kirill). Premier werd Azarov, een
Rus !
In december 2013 koos Janoekovitsj voor Poetin en niet voor de
EU. Hij liet de betogers van het Maidanplein neerschieten.
Gevolg: ca. 100 doden en de vlucht van de president en de
premier naar Rusland. Poetin reageerde met de annexatie van de
Krim en steun aan de separatisten in de Donbas. In de oorlog die
volgde vielen 14.000 doden plus 298 slachtoffers in een
vliegtuig dat door de opstandelingen was neergeschoten.
Merkel zorgde voor de akkoorden van Minsk, waarbij Kiev meer
autonomie moest geven aan de oostelijke regio’s. Maar daar kwam
niets van terecht.
Op 6 april 2016 stemde 61% van de Nederlanders tegen een
associatie van de EU en Oekraïne.
In maart 2019 werd Zelenski met een ongeziene 73% tot president
gekozen. Hij speelde die rol al als komiek in de tv-serie
‘Dienaar van het Volk’. Hij was ook bekend uit de Oekraïense
versie van ‘Dancing with the Stars’. Op 24 februari 2022 begon
de vreselijke oorlog. Hiermee eindigt het boek.
In de bijlagen krijgen we uitleg over de verschillen tussen
Oekraïners en Russen in klederdracht, dorpen, huizen, talen,
cultuur, literatuur, economie, nationaal gevoel en volkslied.
Een tabel vergelijkt het inkomen met dat van Nederland en
België: Oekraïners verdienen 7% van het onze.
Het boek eindigt met een chronologie van 482 n.C. tot 2022, een
personenregister en een veeltalige bibliografie.
Beoordeling
Historicus Luc Pauwels en polyglot Tina van der Heyden hebben
een zeer boeiende geschiedenis van Oekraïne geschreven. Ze
kennen het land en de twee talen, Oekraïens en Russisch. Ze
kunnen aangenaam vertellen en ze hanteren een taal die voor
iedereen begrijpelijk is. Ze leven mee met de Oekraïners, maar
tegelijk tonen ze dat het onafhankelijke Oekraïne sinds 1991
onvoldoende presteerde en te weinig luisterde naar de wensen van
de Russischtalige bevolking op de Krim en in de Donbas. Bij de
annexatie van de Krim in 2014 vermelden ze niet dat Poetin er
soldaten naartoe gestuurd had.
De verhalen over de oudste periode tot ca. 1.000 n.C. lijken
soms meer op fictie dan op geschiedenis.
Bij het begin van elk hoofdstuk geven ze enkele data en
gebeurtenissen in de rest van Europa of van de wereld.
Er staan wel wat slordigheden in die er bij een volgende druk
uit mogen:
p. 11: dit oorlog;
p. 16, 67, 72: van zodra i.p.v. zodra;
p. 21 etc. : v.o.j. i.p.v. v.C.
p. 31 etc. : n.o.j. i.p.v. n.C.
p. 21: Cimmeriërs leiden zij af van ‘kime, Grieks voor boord of
rand’. Maar in Liddell-Scott, Greek-English Lexicon en in
Bailly, Grec-Français staat nergens dat woord kime.
p. 44 etc.: Porosjenko is al sinds 2019 niet meer ‘de huidige
president’;
p. 70: zich interesseren aan: zich interesseren voor;
p. 110: bij de reizigers naar Mongolië ontbreekt de Vlaming
Willem van Rubroeck en zijn knap reisverslag;
p. 189: Prosvita is gesticht in ‘1868’, maar op p. 300 staat dat
het in ‘1905’ gesticht is;
p. 191: het objectief moet zijn: het doel;
p. 288: degradaties is daar enkelvoud;
p. 303: rijddommen moet rijkdommen zijn;
p. 308: Mazepa leefde niet in het begin van de 16de eeuw, maar
van 1639 tot 1709;
p. 310: Sjevtsjenko leefde niet op het einde van de 19de eeuw,
maar in het midden: 1814-1861.
De kaarten zijn zeer welkom, maar vele plaatsnamen staan er niet
op; b.v. Polotsk, Kalka, Saraj, Syni Vodi, Koelikovo.
In de veeltalige bibliografie staan enkele boeken in een oude
editie, b.v. Marc Jansen: 2014 i.p.v. 2023; Yaroslav Lebedynsky:
2008 i.p.v. 2022.
Het register is nuttig, maar de pagina’s kloppen zelden. Meestal
moet je er 2 of meer bijtellen; b.v. Verbitskij: ‘182’ moet 184
zijn en ‘315’ moet 325 zijn.
De begrippen zoals Verchovna Rada, Vetsje, Zemstvo worden goed
uitgelegd, maar een alfabetische lijst zou welkom zijn.
Kortom: een degelijk boek, waarvan de afwerking beter kan.
Jef Abbeel, Turnhout maart 2023
www.jefabbeel.be