Steven Lee Myers, De nieuwe tsaar. De opkomst en heerschappij
van Vladimir Poetin.
Uitgeverij Prometheus, A’dam/ WPG, Antwerpen, 2015/2016.
607 p., kaart, foto’s, noten, bibliografie, register.
ISBN 978 90 351 4384 5; € 35..
Poetin
Er is geen gebrek aan boeken over Poetin en ze worden telkens nog omvangrijker ook: Hubert Smeets vertelde zijn verhaal (“De wraak van Poetin”) op 360 pagina’s, Hutchins en Korobko hadden 437 pagina’s nodig en bij Myers (1) zijn het er 607 geworden. En op korte tijd is de Nederlandse vertaling al aan zijn vijfde druk toe.
Inhoud
Poetin
Myers was acht jaar (2001-2008) correspondent voor The New York
Times in Moskou en verbleef er nog eens anderhalf jaar om dit
boek te schrijven. Het begint met een kaart van Rusland en zijn
buurlanden, waar ook de vroegere namen op staan (Gorki,
Stalingrad, Sverdlovsk) en ook de opstandige gebieden van
Oekraïne. De auteur begint met Poetins vader, die in november
1941 dertig jaar was en gewond raakte in de 872 dagen durende
slag om Leningrad. Vader Vladimir Poetin was een ongeschoolde
arbeider, zoon van Spiridon, die voor de Russische Revolutie
chef-kok was in het Astoria hotel van Sint-Petersburg en later
als kok fungeerde voor Stalin, iets wat Myers niet vermeldt,
maar Chlevnjoek wel (2).
Vader Vladimir en moeder Maria, beide geboren in 1911, waren
getrouwd in 1928, op hun 17°. Ze hadden drie zonen : Oleg
(°1932), Viktor (°1939) en Vladimir Vladimirovitsj, geboren op 7
oktober 1952, een nakomer dus. De eerste twee zonen leefden niet
lang.
De jonge Vladimir was geboren in Leningrad, waar Stalin op het
einde van de jaren ’40 een tweede grote zuiveringsactie had
gehouden, na die van 1936-1938 : tientallen partijbonzen en hun
familie werden gearresteerd, verbannen of doodgeschoten.
Hoewel de Poetins partijleden waren, kregen ze van 1944 tot 1964
slechts een afschuwelijk flatje van één kamer, hoop en al 17 m²,
in een vervallen gemeenschappelijk gebouw(kommunalka), zonder
warm water of bad, met gemeenschappelijke keuken, toilet etc. De
kleine Poetin groeide dus op in armoede, een groot contrast met
de 40 miljard dollar die hij nu zou bezitten, in Rusland, Panama
en elders. De vader was arbeider, de moeder had allerlei
overlevingsbaantjes. Ze was diepgelovig en liet de kleine
Vladimir in het geheim dopen. Door de kerkvervolging kon dat
niet openlijk.
Ze woonden wel in de buurt van machtige symbolen van tsaristisch
Rusland : de Hermitage, de Petrus- en Pauluskathedraal.
Pas vanaf 1 september 1960 ging hij naar school. Hij was toen
bijna acht jaar. Zijn moeder had de kleuterschool overgeslagen.
Op de lagere school was hij aanvankelijk een herrieschopper, hij
werd betrapt met een mes en mocht niet bij de Pioniers (de
jongste communisten, 7- 14 jaar), tot ergernis van zijn vader.
De onderwijzeres van het vierde studiejaar deed haar beklag dat
zo’n intelligente jongen zo ongedisciplineerd en onverschillig
was. Hij werd dan naar de judoles gestuurd, bij de gebroeders
Rotenberg, die later dank zij hem miljardair werden.
Door de judoles verbeterde zijn gedrag. Vanaf de zesde klas
mocht hij wel bij de Pioniers, zelfs bij de leiding en vanaf
klas 8 (1967) bij de komsomol (communistische jeugd, van 14 tot
28). Naar het voorbeeld van een acteur in een propagandafilm
besloot hij in 1968, op zijn 16° dus, om spion te worden. Hij
bood zich aan bij de KGB in Leningrad, waar hij te horen kreeg
dat hij dan eerst de middelbare school moest afmaken en dan
Rechten moest studeren. Terwijl de Russen binnenvielen in Praag,
luisterde hij zorgeloos naar plaatjes van The Beatles, die als
smokkelwaar van hand tot hand gingen. Ondertussen was het gezin
Poetin welvarender geworden, zodat ze een driekamerdatsja konden
kopen nabij Leningrad.
Poetin beëindigde zijn middelbare school met goede punten voor
Duits en geschiedenis, maar niet voor wiskunde en natuurkunde.
Hij slaagde voor het toelatingsexamen van de prestigieuze
Staatsuniversiteit van Leningrad, waar de slaagkans 1 op 40 was.
In 1970 begon hij er aan Rechten, dat hij combineerde met
judowedstrijden.
In 1975 begon hij te werken bij de KGB, waarvan de bevoegdheden
in binnen- en buitenland toen zo groot waren dat ze een staat
binnen de staat vormde(32). De leiding lag van 1967 tot 1982 bij
Joeri Andropov, die in 1956 tijdens de Hongaarse opstand
ambassadeur was in Boedapest (en daar slechte herinneringen aan
overgehouden had) en later even partijleider (nov.
1982-febr.1984). Poetin kreeg een opleiding tot luitenant en
hield zich bezig met contraspionage en meer bepaald met het
ronselen van geheim agenten bij zakenlieden, journalisten en
sporters, die in het buitenland reisden en contacten hadden met
buitenlanders.
Na zes maanden promoveerde hij naar de afdeling buitenland, dank
zij zijn kennis van het Duits, waarvan hij nog drie keer per
week twee uur extra bijles kreeg.
In 1979 werd hij bevorderd tot kapitein en mocht hij een tijdje
naar Moskou om de kaderopleiding te volgen aan het Felix
Dzjerzjinski-instituut, genoemd naar de Pool(1877-1926), die in
1917 de Tsjeka had opgericht en daarmee de Rode Terreur had
geleid.
In 1979 was Poetin 27 en nog niet getrouwd. Net voor zijn
geplande trouw, waarvoor de ringen en de kledij al gekocht
waren, had hij een einde gemaakt aan zijn relatie met Ljoedmila
Chmarina, een studente geneeskunde. Dat intrigeerde de KGB, die
niet graag vrijgezellen naar het buitenland stuurde uit vrees
dat ze bij seksuele betrekkingen ontmaskerd zouden worden. In
maart 1980 ontmoette hij een andere Ljoedmila: Ljoedmila
Sjkrebneva, een 22-jarige Aeroflot-stewardess uit Kaliningrad,
het vroegere Königsberg. In juli 1980 verhuisde zij naar een
pover flatje in Leningrad. Maar als ze met Poetin op vakantie
ging aan de Zwarte Zee of op de Krim, hadden ze alle comfort.
Pas in 1983 was Poetin geïnteresseerd in een trouw. Dat gebeurde
op 28 juli en enkel voor de wet, want een KGB-er mocht niet
kerkelijk trouwen. Hij was 30, zij 25. De huwelijksreis vond
plaats in Oekraïne, Moldavië en op de Krim. Hun huwelijk was
minder zorgeloos. Volgens KGB-collega Igor Antonov trouwde
Poetin vooral om carrière te kunnen maken. Een jaar later werd
hij al bevorderd tot majoor en mocht hij in Moskou gaan studeren
aan de eliteopleiding voor spionnen in een geheim complex in de
bossen rond Moskou. Joden, Tataren en Tsjetsjenen waren daar
niet toegelaten.
Terwijl Poetin in Moskou studeerde, verbleef zijn zwangere vouw
in Leningrad bij Poetins ouders. Op 28 april 1985 beviel ze van
een dochter, Maria of Masja. Poetin was er niet bij.
De opleiding tot spion werd na 1 van de 3 jaar afgebroken wegens
een vechtpartij. Poetin kreeg een middelmatige beoordeling en
mocht niet naar het Westen, maar naar Dresden in de DDR. Hij was
33 en nog nooit buiten de SU geweest. De fameuze STASI had
91.000 ambtenaren en 173.000 informanten om 17 miljoen mensen te
controleren. De KGB was ook goed vertegenwoordigd: met honderden
medewerkers in Berlijn was ze de grootste buiten de SU. In
Dresden had de KGB een kleine buitenpost, met slechts 6 à 8
officieren. Poetin bleef hier 4,5 jaar : van augustus 1985 tot
voorjaar 1990. Zijn vrouw en baby volgden in het najaar. Aan de
overkant van de Bautznerstrasse lag het Stasi-hoofdkwartier. Het
was zo groot dat er 3.000 mensen in konden wonen. Medewerkers
zaten er uren lang gesprekken af te luisteren die overal
opgenomen werden.
De officieren van de KGB en van het Rode Leger kochten in de DDR
voedsel, kleding en elektronica, die ze naar Rusland stuurden om
daar op de zwarte markt te laten verkopen. In Dresden had de KGB
een winkel met Russische producten en ze had er ook scholen voor
de kinderen. Vanuit Dresden controleerde de KGB ook Leipzig,
Gera en Karl Marx Stadt (Chemnitz).
Poetin leidde er een comfortabel leven: hij stopte met judo,
dronk graag Radeberg Pilsner en kwam snel 12 kilo aan. Op 31
augustus 1986 werd in Dresden zijn tweede dochter geboren :
Jekaterina of Katja. Poetin weigerde huishoudelijke taken te
doen, hoewel hij tijd genoeg had. De kernramp in Tsjernobyl
(1986) vernam hij uit Westerse bronnen.
In 1987 werd hij bevorderd tot luitenant-kolonel en tweede man
van de post.
Terwijl Gorbatsjov toenadering zocht tot Reagan, bleef de
DDR-leiding vasthouden aan de harde lijn. Poetin zat op de lijn
van Gorbatsjov en zag in dat de oude marxist Honecker en
Stasi-chef Mielke de steun van de bevolking snel kwijtraakten.
In augustus 1989 opende Hongarije de grens met Oostenrijk.
Oost-Duitsers trokken massaal naar Hongarije, om vandaar verder
te emigreren. In Oost-Duitse steden eiste men democratische
verkiezingen en economische hervormingen. In september-oktober
zwol het protest aan.
Op 2 oktober beval Honecker het protest met geweld neer te
slaan, maar de militairen voerden zijn bevel niet uit.
Op 6 oktober 1989 kwam Gorbatsjov naar Berlijn, officieel om de
40° verjaardag van de DDR te vieren, maar in feite om Honecker
te verplichten om toe te geven aan de demonstranten.
Honecker weigerde dit en werd kort daarna afgezet en vervangen
door Egon Krenz. Die kon het tij niet meer keren.
Op 9 november 1989 verklaarde een woordvoerder van het
Politbureau (lees : Günter Schabowski, 1929-2015) dat alle
Oost-Duitsers vrij naar het Westen mochten reizen.
Tienduizenden trokken naar de Muur, de grensbewakers lieten hen
verder gaan naar de Westelijke kant waar ze begroet werden door
euforische West-Duitsers.
De KGB-ers in Dresden voelden zich overweldigd door de
gebeurtenissen. Poetin klaagde dat niemand in Moskou zich nog
druk maakte om hun rapporten over de gebeurtenissen in de DDR.
De Muur viel, maar de regering en de Stasi bleven nog even
overeind. In Dresden betoogde de massa tegen de Stasi, voor de
ogen van Poetin en plunderde het gebouw. Poetin was bang van de
agressieve menigte, hij belde met het opperbevel van het
Sovjetleger in Dresden, maar dat stuurde geen hulp, omdat er
geen bevel uit Moskou kwam. De Sovjetleiding wou niet meer
interveniëren zoals in 1953, 1956 en 1968. Poetin sprak dan zelf
de betogers dreigend toe en ze lieten het KGB-gebouw met rust.
Poetin vreesde toen dat zijn carrière voorbij was. De instorting
van het Sovjetideaal en de vernederende terugtocht deden hem
pijn. De DDR-mensen uit zijn omgeving verloren hun werk bij de
Stasi en voelden zich verraden door Moskou en door Poetin. Horst
Böhm, de Stasi-chef in Dresden, pleegde zelfmoord (of werd
vermoord) op 21 februari 1990. De KGB probeerde wanhopig alle
dossiers te vernietigen : het ging om twaalf vrachtwagens, de
verbrandingsoven bezweek eronder. Dan dumpte men ze in een put,
ze goten er benzine over en staken ze in brand. Toch wist de
West-Duitse inlichtingendienst massa’s dossiers in handen te
krijgen en de namen van de Stasi-medewerkers (en van de
doping-atleten) te onthullen.
In februari 1990 verhuisden de Poetins naar Moskou. In de trein
pikte een dief Ljoedmila’s jas met alle roebels en marken.
Na het comfortabele leven in Dresden maakten ze weer kennis met
de eindeloze wachtrijen, rantsoenkaarten en lege rekken in hun
eigen land. Uit heel Oost-Europa werden massa’s Russen
gerepatrieerd. De meesten zaten zonder werk en zonder woning. De
Poetins zaten drie maanden zonder salaris. Ze trokken naar
Leningrad, waar Poetin eerst een onbenullig KGB-baantje kreeg
aan de universiteit : hij moest studenten en bezoekers uit het
buitenland in ’t oog houden. Daarnaast werd hij adviseur van
Sobtsjak, de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden in
Leningrad.
In juni 1991 werd niet Gorbatsjov, maar Jeltsin gekozen tot
president en Sobtsjak tot burgemeester van Leningrad, dat hij na
een referendum weer de oude naam Sint-Petersburg gaf. Hij wou
ook het lijk van Lenin overbrengen, zoals Lenin had gevraagd in
zijn testament, maar dat ging niet door. Poetin werd Sobtsjaks
directeur voor buitenlandse betrekkingen.
Sobtsjak moest op 18 augustus 1991 naar Moskou, om het nieuwe
Unieverdrag te ondertekenen, dat de bevoegdheden van het
centrale gezag overdroeg aan de afzonderlijke Sovjetrepublieken.
Een staatsgreep van vicepresident Janajev, KGB-chef Krjoetskov
e.a. op 19 augustus verhinderde dit.
Gorbatsjov kreeg huisarrest op de Krim. Het leger en de KGB
moesten het land onder controle houden met tanks. Sobtsjak en
Jeltsin stonden ook op de arrestatielijst van de KGB, maar zo
ver kwam het niet. Poetin was op vakantie in Kaliningrad en
keerde op vraag van Sobtsjak terug naar Sint-Petersburg, waar
Sobtsjak een menigte van 130.000 mensen bijeengebracht had tegen
de militaire staatsgreep. Op 21 augustus was de coup voorbij en
kon Gorbatsjov terugkeren naar Moskou. Jeltsin werd de leider
van het nieuwe Rusland.
Poetin nam ontslag uit de KGB en belandde als medewerker van
Sobtsjak in het winnende kamp, zonder dat hij dat zelf besefte.
Sobtsjak, na Jeltsin de meest prominente politicus van Rusland,
benoemde Poetin tot hoofd van de afdeling buitenlandse
economische zaken en zo werd hij voor het eerst geïnterviewd op
tv. Hij mocht met Sobtsjak naar Londen voor een ontmoeting met
premier John Major en naar Berlijn voor een ontmoeting met
kanselier Kohl, waarbij Poetin als tolk optrad. Poetin mocht ook
Kissinger afhalen op het vliegveld.
Time portretteerde Sobtsjak als één van de rijzende sterren die
van Rusland een democratie en vrije markt zou maken. Maar hij
werd arrogant en mislukte. De stad raakte bankroet, er was
voedseltekort. Met Poetins hulp toverde hij de stad om tot een
casinoparadijs, Poetin ging zelfs in Hamburg kijken hoe
erotische shows verliepen, maar de 20 casino’s kregen geen
vergunning van de regering in Moskou. De invoering van de
markteconomie mislukte eveneens: sommigen werden superrijk, maar
vele gepensioneerden, onderwijzers en artsen leden armoede.
Poetin kreeg de schuld. Op 30 augustus 1992 werd Sobtsjak
afgezet door de gemeenteraad, maar die bleek die bevoegdheid
niet te hebben. Het is niet bewezen dat Poetin zich verrijkt had
met de import van voedsel, maar men vermoedt het wel: een
onderzoekscommissie verweet hem “volstrekte incompetentie,
grenzend aan kwade trouw”.
Sobtsjak daarentegen bevorderde hem tot locoburgemeester, met
als taak : buitenlandse investeerders werven voor de stad.
Poetin trok naar Frankfurt en haalde de Dresdner Bank binnen om
de Russische economie te integreren in de Duitse en om orde te
brengen in de chaos van de economie en van de wetgeving. Daarna
volgden de Deutsche Bank, Procter & Gamble, Heineken, Coca Cola
e.a. Sobtsjak adviseerde Jeltsin bij de nieuwe grondwet van 1993
en liet het bestuur van de stad over aan Poetin. De
shocktherapie van Jeltsin en Sobtsjak om het kapitalisme in te
voeren leidde tot de catastrofe van de jaren ’90: het bbp daalde
elk jaar met dubbele cijfers.
Dan kwam er een machtsstrijd tussen Jeltsin en de parlementen
(Huis van Afgevaardigden en Opperste Sovjet). Op 21 september
1993 schafte Jeltsin beide parlementen af en hij liet zelfs hun
elektriciteit, telefoon en het water afsnijden. Er volgde een
gewelddadige betoging, Jeltsin riep de noodtoestand uit,
tenminste honderd betogers sneuvelden, veel meer dan bij de
staatsgreep van 1991. Het leger heroverde het parlement. Poetin
en Sobtsjak steunden Jeltsin.
Sobtsjak deed in Sint-Petersburg wat Jeltsin in Moskou deed :
hij brak de macht van de gemeenteraad en vergrootte die van
hemzelf en van Poetin. De dure Goodwill Games van juli 1994
kostten 70 miljoen dollar en toonden het verval van de stad.
Sobtsjak wilde ook de Olympische Spelen van 2004 binnenhalen,
maar dat mislukte. In 1996 werd hij niet opnieuw verkozen, o.a.
omdat zijn privébezit in het nieuws was gekomen. Poetin verloor
zijn baan, zijn beschermheer en zijn levensdoel, net zoals in
1989-1990.
Jeltsin werd wel opnieuw verkozen, met de steun van oligarchen
zoals Berezovski en Chodorkovski, hoewel de partij van de
communistische leider Zjoeganov het grootste aantal zetels had
behaald in de Doema. De kiescampagne van Jeltsin had 2 miljard
dollar gekost aan de oligarchen, een huiveringwekkend bedrag.
Poetin had geluk. Borodin nam hem in dienst. Borodin was hoofd
van het “Presidentieel Bezit”, een verzamelnaam voor de
paleizen, datsja’s, ambassades, vliegtuigen, ziekenhuizen,
kuuroorden, hotels en staatsbedrijven in 78 landen, met een
geschatte waarde van 600 miljard dollar(p.128). Poetin kreeg het
toezicht op die bezittingen in het buitenland. Veel van die
goederen lagen in voormalige satellietstaten en republieken
zoals Oekraïne, die er zelf aanspraak op maakten. Hij bleef een
onopvallende ambtenaar.
In 1997 kreeg Poetin als opdracht een einde maken aan het
plunderen van de staatskas (voor miljarden dollars). Hij klaagde
een groot aantal lagere ambtenaren aan, maar niet de corrupte
ex-minister van defensie Gratsjev. Ondertussen haalde hij nog
een titel aan de universiteit van Sint-Petersburg, met een
proefschrift dat door iemand anders overgeschreven was van een
Amerikaanse studie(135).
De economische crisis van 1997-1998 in Azië was een ramp voor
Rusland: de olie-inkomsten smolten weg, er was
belastingontwijking en kapitaalvlucht, de beurskoersen daalden
met meer dan 50 %, de devaluatie van de roebel beroofde
miljoenen Russen van hun spaargeld.
In juli 1998 kreeg Poetin weer een nieuwe functie: directeur van
de Federale Veiligheidsdienst (FSB). Daarbij passeerde hij vele
generaals van de KGB. In september 1999 mocht hij de zieke
Jeltsin vervangen op de APEC-top in Nieuw-Zeeland, waar hij
president Clinton ontmoette. Jeltsin beloonde hem dan met het
premierschap.
En in december 1999 droeg de zieke Jeltsin de macht van
president aan hem over.
Waarnemend president Poetin zette het jaar 2000 in met een
decreet dat aan Jeltsin vele privileges toekende zoals een
stevig salaris, een hele staf medewerkers, een datsja en de
vrijwaring van juridische vervolging en van in beslagname van
zijn vele bezittingen. Ondertussen ging de oorlog in Tsjetsjenië
verder, met evenveel Russische soldaten als in Afghanistan
(93.000) en met de verwoesting van Grozny.
In maart 2000 won Poetin de presidentsverkiezingen met 53 %,
voor Zjoeganov (29%) en Javlinski(6).
In mei legde hij de eed af en na een militaire parade ontmoette
hij Alexius II, de patriarch van de orthodoxe kerk. Van dan af
kregen zijn dochters Masja (16/°1985) en Katja (15/°1986)
huisonderwijs en leerden ze Duits, Frans en Engels.
En wie hem vroeger gesteund had, werd nu goed beloond: zo loyaal
was hij wel. De eerste Westerse leider die op bezoek kwam was
Tony Blair, de tweede was Bill Clinton. Poetin legde een
belastingtarief op van 13 % en hoopte dat iedereen voortaan zou
betalen, wat de voorbije tien jaar niet gebeurd was. Myers
vermeldt niet of dit ook gebeurde. Poetin maakte het aan- en
verkopen van privébezit wettelijk mogelijk. Dank zij de
stijgende olieprijzen, kon Rusland zijn schulden aan het IMF
afbetalen. In de jaren 2000-2007 bedroeg de jaarlijkse groei
ruim 6% !
Maar in augustus 2000 zonk de Koersk, de nieuwste
kernonderzeeër, met 118 man, terwijl Poetin op strandvakantie
was in Sotsji aan de Zwarte Zee. Hij kwam terug om de
familieleden te ontmoeten, maar die waren razend.
In juni 2001 ontmoetten Bush en Poetin elkaar voor het eerst, in
Slovenië. Op 11 september was Poetin de eerste wereldleider die
met het Witte Huis belde om aan Bush en Condoleezza Rice zijn
medeleven te tonen. Hij was ook de eerste Russische leider sinds
Lenin die een vreemde taal kende (Duits) en die ook één uur per
dag Engels leerde. In oktober en november 2001 ontmoetten Poetin
en Bush elkaar weer en ze schoten goed op.
In oktober 2002 kreeg Poetin weer een tegenslag te verwerken;
Tsjetsjeense terroristen drongen in Moskou binnen in theater
Nord-Ost en gijzelden 912 mensen. Op de derde dag liet Poetin de
zaal bestormen: alle 41 gijzelnemers werden gedood, maar het gas
dat men binnengelaten had, doodde helaas ook 130 gijzelaars.
In 2003 ontving Poetin de oligarchen op het Kremlin. Ze mochten
hun rijkdom behouden, zolang als ze het Kremlin niet
tegenwerkten. Bij hen was ook Michail Chodorkovski, de rijkste
Rus(en jood). Hij hield zich daar niet aan en beweerde dat de
corruptie jaarlijks 30 miljard $ kostte en dat ook Rosneft, waar
Poetin banden mee had, daarbij was. Poetin reageerde woedend,
want hij was persoonlijk betrokken bij dat oliebedrijf.
Chodorkovski kreeg de raad het land te verlaten, maar weigerde
dat. Hij bleef de confrontatie met het Kremlin zoeken en Rusland
voorstellen als een bananenrepubliek. Op 25 oktober 2003 werd
hij gearresteerd. Zijn bedrijf Joekos werd beschuldigd van
belastingontduiking. In zijn cel betreurde hij dat hij in zijn
overmoed tegen Poetin was opgekomen.
Bij de parlementsverkiezingen van december 2003 haalde Poetins
partij een verpletterende zege : met 36 % van de stemmen had ze
de absolute meerderheid in de Doema. De communisten werden met
13 % gehalveerd. En Poetin werd met 71 % vlot herkozen tot
president.
Poetin kantte zich, samen met Chirac en Schröder, tevergeefs
tegen de Amerikaanse invasie in Irak. Hij stuurde Primakov naar
Saddam, om hem tot aftreden te bewegen, maar hij weigerde. De
invasie leidde tot de val van Saddam, maar op termijn ook tot
het ontstaan van I.S.
Op 9 mei 2004, dag van de overwinning op nazi-Duitsland, lieten
Tsjetsjeense terroristen een bom ontploffen in het
voetbalstadion van Grozny: er vielen dertien doden, inclusief de
pas geïnstalleerde president Achmad Kadyrov.
Op 1 september 2004, de eerste schooldag waarop ouders en
grootouders hun kinderen in feestkledij en met bloemen naar
school brengen, gebeurde weer een drama: islamitische
terroristen o.l.v. Sjamil Basajev, de meest gezochte terrorist
van Rusland, bestormden een school in Beslan (Noord-Ossetië),
riepen het inmiddels zeer bekende Allahu Akbar, ze dreven 1200
kinderen, ouders en grootouders bijeen in de gymzaal en hingen
die vol bommen. Ze eisten de terugtrekking van het Russische
leger uit Tsjetsjenië en de onafhankelijkheid. Dan ontplofte de
gymzaal door een zware explosie. 334 gijzelaars sneuvelden,
onder wie 18 kinderen plus 30 terroristen en 10 Russische
commando’s. Poetin bezocht de gewonden in het ziekenhuis van
Beslan, hield een tv-toespraak, waarin hij zijn nostalgie toonde
naar de eendracht en de veiligheid van het Sovjettijdperk, dat
al 13 jaar verdwenen was. Maar een terugtrekking uit Tsjetsjenië
was (en is) niet aan de orde.
In oktober 2004 waren er presidentsverkiezingen in Oekraïne, met
48 miljoen inwoners na Rusland het grootse land van de
ex-Sovjet-Unie. Het kende dezelfde chaos, corruptie, armoede en
criminaliteit. En de wortels van Rusland lagen in het Kievse
rijk van Vladimir de Grote, die in 988 christen was geworden.
Rusland wou en wil het land binnen zijn invloedssfeer houden,
zeker omdat de Navo zich had uitgebreid met 7 voormalige
Oostbloklanden : Slovenië, Slowakije, Roemenië, Bulgarije,
Estland, Letland, Litouwen.
Poetin verkreeg dat president Koetsjma de ambitie liet vallen om
lid te worden van de E.U. en van de NAVO, terwijl premier
Joesjtsjenko, slachtoffer van vergiftiging met dioxine, daar een
groot voorstander van was. Hij leidde hij de oranjerevolutie,
samen met Joelia Timosjenko, die zich mateloos verrijkt had met
een energieconcern. Poetin reisde zelf naar Kiev en verkondigde
op de Oekraïense tv zijn steun voor Janoekovitsj. In de eerste
stemronde haalde Joesjtsjenko 39,87 %, Janoekovitsj 39,32 %.
Poetin vloog opnieuw naar Kiev om Janoekovitsj te steunen, die
bij de tweede ronde (met stembusfraude) won met 49 % tegen 48 %
voor Joesjtsjenko.
Op het Maidanplein verzamelde zich een steeds grotere menigte om
te protesteren tegen de fraude. De E.U. en het parlement
verklaarden de uitslag ongeldig. Janoekovitsj trok zich terug in
Donetsk: de oostelijke regio’s Donetsk, Loegansk en Charkov
bleven trouw aan hem en aan Moskou en verklaarden zich autonoom.
Bij de derde stemronde won Joesjtsjenko, de man met gruwelijk
verminkt gezicht, met 52 % tegen 44 % voor Janoekovitsj. Dit was
een pijnlijke nederlaag voor Poetin. In een toespraak voor het
parlement herhaalde hij dat de instorting van de SU de grootste
geopolitieke catastrofe van de 20° eeuw was geweest.
In 2004-2005 vond het showproces plaats tegen Chodorkowski. Zijn
bedrijf Joekos werd verbeurd verklaard en verkocht aan Rosneft
en Chodorkowski werd voor 9 jaar verbannen naar een strafkolonie
in het verre Tsjita, aan de grens met China en Mongolië.
Na Joekos, kreeg ook Sibneft (van Roman Abramovitsj) last met de
fiscus. Het werd in juli 2005 opgekocht door Gazprom, dat geleid
werd door Dmitri Medvedev en Aleksej Miller, twee vrienden van
Poetin.
Poetin en Schröder legden, met de hulp van Gazprom, BASF en EON,
Nord Stream aan : de langste onderzeese aardgaspijpleiding ter
wereld tussen Rusland en de Duitse kust. De Poolse minister van
defensie noemde het “de energievariant van het
Molotov-Ribbentroppact”(335).
Toen Schröder na een verkiezingsnederlaag de plaats moest ruimen
voor Merkel, gaf Poetin hem een beter betaalde
voorzittersfunctie bij Nord Stream. Schröder noemde Poetin een
“smetteloos democraat”.
Op 23 november 2006 stierf Aleksandr Litvinenko, slechts 43 jaar
oud, nadat het dure polonium210 in Londen in zijn drank was
gemengd, waarschijnlijk door agenten van Poetin, omdat hij
boeken had gepubliceerd waarin hij de veiligheidsdiensten van
Poetin terroristisch en corrupt had genoemd.
Op 7 oktober was journaliste Anna Politovskaja ook al vermoord
door een huurmoordenaar wegens haar verslagen over Tsjetsjenië.
Bewijzen voor de betrokkenheid van Poetin waren er niet,
vermoedens wel.
In februari 2007 vond in München de jaarlijkse
Sicherheitskonferenz plaats.
Poetin gaf het Westen en vooral de VS zware verwijten wegens de
uitbreiding van de NAVO, de raketschilden, het onbegrensd
gebruik van militaire macht in de internationale politiek, een
minachting van het internationaal recht. De toehoorders waren
verbijsterd, maar velen juichten wel en de Süddeutsche Zeitung
schreef : “De moeder van alle mislukkingen is de
paternalistische manier waarop de winnaar van de Koude Oorlog de
verliezer heeft behandeld”.
Poetins toespraak was een mijlpaal in de Russische relaties met
het Westen, vergelijkbaar met Churchills Fulton speech van 1946
over het IJzeren Gordijn. Op 9 mei 2007 ging Poetin nog een stap
verder door de VS te vergelijken met het Derde Rijk. Het
ingebakken wantrouwen van vele Russen tegenover Europa werd door
Poetin nog aangewakkerd.
In 2007 wist hij het IOC te overtuigen om de Winterspelen van
2014 toe te kennen aan Sotsji. Time riep hem uit tot “Person of
the year”.
Voor de presidentsverkiezingen van 2008 schoof hij Medevedev
naar voor, die op zijn beurt Poetin voordroeg als premier.
Tijdens Poetins achtjarig presidentschap was Rusland op de lijst
van de minst corrupte landen gezakt van de 82° naar de 143°
plaats en bevond het zich in het gezelschap van Angola,
Guinee-Bissau en Togo. Zijn privébezit was enorm toegenomen. In
2008 lekte ook uit dat hij gescheiden was van Ljoedmila en een
relatie had met de 25-jarige Alina Kabajeva, een voormalig
wereld- en Olympisch kampioene ritmische gymnastiek.
Medvedev (43) werd vlot verkozen tot (jongste) president. De
bevolking had behoefte aan stabiliteit en de overheid had zijn
vijf tegenstanders, o.a. Kasparov, kansloos gemaakt door
bureaucratische hinderpalen.
Medvedev bleef als president in Poetins schaduw. Hij kreeg
meteen een probleem op zijn bord : de oorlog tussen Georgië en
het afgescheiden Zuid-Ossetië. Poetin zat toen naast Bush in
Beijing voor de opening van de Olympische Spelen(8.8.8). Rusland
steunde Zuid-Ossetië, Bush Georgië. Georgië verloor.
Medvedev had pech dat, na de groei van 7% per jaar tijdens
Poetin, de economische crisis uitbrak in de VS met Lehman
Brothers(15/09/08). De crisis trof Rusland heel zwaar : de beurs
verloor 1.000 miljard $ en dan stroomde nog eens 130 miljard $
het land uit. In 2009 kromp de Russische economie met 8 %, het
hoogste percentage van de 20 grootste landen.
Met tv-optredens ondermijnde Poetin het gezag van Medvedev. Ook
de organisatie van de Olympische Winterspelen trok hij volledig
naar zich toe en begunstigde daarbij zijn vrienden Arkadi en
Boris Rotenberg, die bijna alle contracten kregen in ruil voor
smeergeld. Wie zich tegen de corruptie verzette, moest vluchten
(Morozov) of stierf in de cel (Magnitski). Medvedev durfde niet
in te grijpen.
Obama zocht wel toenadering tot Medvedev en zag daarvoor af van
een raketschild in Tsjechië en Polen. Samen ondertekenden ze een
“New Start”-verdrag. Maar Poetin bleef anti-Amerikaans en
behield zijn vetorecht tegenover Medvedev. Hij liet zijn gezicht
bewerken door een plastisch chirurg.
In juli 2010 moest een beschermd natuurgebied wijken voor een
nieuwe autosnelweg van Moskou naar Sint-Petersburg. Medvedev en
de bevolking waren ertegen, maar Poetin en burgemeester Loezjkov
van Moskou drukten hun wil door.
In 2011 zonk een veerboot op de Wolga met 120 doden en stortte
een vliegtuig neer met professionele ijshockeyers. Medvedev
kreeg de schuld bij de bevolking.
De parlementsverkiezingen van december 2011 verliepen weer met
veel fraude : ambtenaren vulden stapels formulieren in en
kiezers werden met bussen van het ene naar het andere stembureau
gebracht om meerdere keren te stemmen. Verenigd Rusland was weer
de grote winnaar. Bijna 100.000 mensen betoogden, maar
tevergeefs. Het was de grootste betoging sinds 1991.
Medvedev hoopte op een tweede termijn als president, maar Poetin
trok de macht naar zich toe en werd herkozen met 63 %, minder
dus dan vorige keren. Zjoeganov kreeg 17%. Er was weer fraude
met busvervoer en bijvullen van stembussen, maar ook zonder
fraude was Poetin veruit nummer 1.
De contesterende dames van Pussy Riot (“poesje oproer”) werden
na een showproces veroordeeld tot 2 jaar strafkolonie wegens hun
vulgair optreden in de Christus Verlosserkathedraal.
Op 7 oktober 2012 werd Poetin 60. Deze verjaardag ging gepaard
met een heuse persoonsverheerlijking. Ondertussen was zijn
oudste dochter Maria getrouwd met de Nederlander Jorrit Faassen,
manager bij Gazprom. In 2012 kregen ze een zoon, maar de media
zwegen erover.
Zijn jongste dochter Katja werd in 2012 op slechts 26-jarige
leeftijd directeur van het Nationaal Intellectuele
Ontwikkelingsfonds, dat een jaarbudget kreeg van ruim 2 miljard
$.
Ze zou getrouwd zijn met Kirill Sjamalov, manager bij Gazprom en
Siboer.
Het ontbreken van betrouwbare informatie over Poetins privéleven
leidde en leidt tot vele geruchten, o.a. dat hij een zoontje
(2010) en een dochtertje(2012) zou hebben bij Alina Kabajeva,
die dat ontkent.
In 2013 werd Sotsji heropgebouwd voor de Winterspelen van 2014.
Door de corruptie steeg de kostprijs van 12 tot 51 miljard $, 7
keer die van Vancouver in 2010. De Rotenbergs waren er goed mee.
Poetin slaagde erin Janoekovitsj aan zijn kant te krijgen, zodat
hij geen verdrag sloot met de E.U. In november 2013 liet hij
Chodorkovski vrij, na 10 jaar cel en Duitse bemiddeling. Hij
mocht naar Berlijn.
Op 7 februari 2014 opende Poetin de Winterspelen. Obama, Merkel,
Cameron weigerden te komen, Willem-Alexander was er wel. Rusland
behaalde de meeste gouden medailles(13) en de meeste medailles
in het totaal (33).
Op 18 februari brak in Oekraïne een burgeroorlog uit tegen
Janoekovitsj. Deze vluchtte naar Rusland. Het parlement riep het
Oekraïens uit tot enige officiële taal, ten nadele van het
Russisch, dat door 1/3° van de bevolking gesproken wordt (15 op
45 miljoen).
Op 27 februari reageerde Poetin met de bezetting van de Krim.
Dat schiereiland was in 1954 door Chroesjtsjov (“in een zatte
bui”) aan Oekraïne gegeven, toen dat nog bij de SU behoorde. De
EU, VS en G8 troffen harde sancties. Poetin sloeg terug en
bezorgde vele problemen aan onze varkensboeren, appel- en
perenkwekers en andere bedrijven.
Kort daarop maakten opstandelingen in Donetsk en Loegansk zich
los van de nieuwe regering in Kiev. De rebellenleiders waren
etnische Russen en kregen de steun van Rusland, ook toen ze in
juli 2014 eerst een Oekraïens vrachtvliegtuig neerhaalden en
daarna met een Russische raket een vliegtuig met 283 passagiers
en 15 bemanningsleden, dat van Amsterdam naar Kuala Lumpur
vloog. Poetin ontkende elke betrokkenheid. Historicus Andrej
Zoebov werd ontslagen omdat hij de annexatie van de Krim
vergeleken had met de Anschluss van Oostenrijk in 1938. Het boek
eindigt helaas al in maart 2015.
Myers heeft niet enkel een goed overzicht van Poetins leven en
politieke opgang geschreven, maar tegelijk ook van Rusland en
van de wereld tijdens de laatste drie decennia. Hij
vertrekt bij zijn arme jeugd en eindigt bij de enorme macht en
rijkdom die hij nu bezit. Hij toont ook aan dat Poetin, sinds
hij aan de macht is, steeds autocratischer is geworden, minder
bereid tot een compromis en sinds 2008(ik zou zeggen : sinds
2007) wantrouwiger en zelfs vijandiger tegenover het Westen en
de NAVO, waardoor hij zich ingesloten voelt.
Met Bush schoot hij beter op dan met Obama en met Schröder beter
dan met Merkel, ondanks hun gemeenschappelijk DDR-verleden.
Myers ziet in hem een harde werker, met grote overredingskracht
en politiek inzicht, iemand die zijn zaken kent tot in de
details, een vaderfiguur die over Rusland waakt en ook over de
Russen buiten Rusland, die vindt dat Rusland een eigen zending
heeft in de wereld en alles zal doen om Ruslands invloed en
grootheid terug te winnen, die zijn land niet ziet als een deel
van Europa en geen boodschap heeft aan Europese normen zoals
democratie en mensenrechten, een man die weet hoe hij moet
omgaan met radio en tv en met het persbureau Russia Today, de
meertalige stem van het Kremlin, maar ook een man die alle
middelen gebruikt om zijn macht te behouden, inclusief
corruptie, het naar zijn hand zetten van de rechterlijke macht,
vervalste verkiezingen en harde leugens in situaties zoals de
aanhechting van de Krim of in het neerhalen van het
passagierstoestel met bijna 300 doden door bevriende rebellen
met een Russische raket.
Hij is ook van plan nog lang aan de macht te blijven, mogelijk
zelfs tot 2024. Hij zet zich in voor traditionele waarden zoals
het huwelijk, maar tegelijk is hij zelf gescheiden en heeft hij
een relatie met een veel jongere gymnaste, wat heel Rusland
weet.
Myers vertelt heel aangenaam, maar bij momenten haalt hij er ook
niet-relevante zaken bij en te veel en te lange fictieve
dialogen, die hij zelf niet bijgewoond kan hebben. Het is me ook
niet duidelijk hoe hij dingen kan weten zoals : “Achter de
schermen vonden knetterende debatten plaats tussen Poetin en
Medvedev” (428). Dikwijls dateert hij iets op een dag en een
maand, maar zonder het jaartal erbij te zeggen: dat moet je dan
zelf gaan zoeken.
Een woordenlijstje met Russische termen zoals banja(sauna),
blat(gunsten uitdelen), kommunalka(gemeenschappelijk
appartement) , nasji (de militante, nationalistische
jeugdbeweging van het Kremlin), siloviki(mensen met macht) zou
ook zeer welkom zijn.
Als Poetin er nog acht of meer jaar bij zal doen, kan Myers zijn
biografie nog flink uitbreiden. In verhouding tot de
omvang en de kwaliteit, is de prijs (35 €) bescheiden.
Referenties
1.Steven Lee Myers, De nieuwe tsaar. De opkomst en heerschappij
van Vladimir Poetin.
Uitgeverij Prometheus, A’dam/ WPG, Antwerpen, 2015/2016.
607 p., kaart, foto’s, noten, bibliografie, register.
ISBN 978 90 351 4384 5; € 35.
2.Oleg Chlevnjoek, Stalin. De biografie. Uitgeverij Nieuw
Amsterdam, A’dam / WPG, Antwerpen, 2015.
479 p., noten, register. ISBN 978 90 468 1840 4; € 40.
Jef Abbeel febr. – april 2016.