
Jean-Robert Raviot (2025). Vladimir Poutine et la Russie.
Biographie politique d’un monarque du XXIe siècle, analyse des
enjeux russes. Editions Frémeaux & Associés, Vincennes, januari
2025.160 pagina’s, chronologie, kaart, literatuur. ISBN
978-23-828-3220-2, € 20.
Vladimir Poutine et la Russie. Biographie politique d’un
monarque du XXIe siècle, analyse des enjeux russes
De auteur doceert Russische studies in Parijs. Hij plaatst Poetin in zijn historische, culturele en politieke context.
Inhoud
Vladimir Poutine et la Russie. Biographie politique d’un
monarque du XXIe siècle, analyse des enjeux russes
In de inleiding krijgen we een overzicht van de Franse
multinationals die tot 2022 een belangrijke rol speelden in
Rusland. Dan volgt de biografie, met weinig nieuwe gegevens.
Raviot benadrukt het belang van ex-burgemeester Sobtsjak en
andere Sint-Peterburgers voor Poetin. Hij vertelt over de diepe
financiële crisis en de corruptie aan de top tijdens Jeltsin.
Skoeratov, de procureur-generaal die 780 toppers voor de
rechtbank wou dagen, werd in maart 1999 afgezet door FSB-chef
Poetin. Deze redde de ‘Familie’, een eufemisme voor de corrupte
clan rond Jeltsin en werd zo premier en nadien president. Het
contrast met Jeltsin was groot: een energieke, sportieve kerel
tegenover een oude, zieke man (p. 57).
In september 1999 kreeg hij in Moskou meteen te maken met twee
zware aanslagen: de eerste met 106 doden en 700 gewonden, de
tweede met 114 doden en ruim 300 gewonden, door terroristen uit
Dagestan en Tsjetsjenië, maar volgens Litvinenko door de FSB
zelf, om zo meer macht aan Poetin te geven.
Als president decreteerde hij meteen op 1 januari 2000
immuniteit voor Jeltsin en zijn familie. In maart 2000 werd hij
verkozen met 51,95% van de stemmen. Bij alle volgende
verkiezingen steeg dat percentage. En zijn partij Verenigd
Rusland won voortaan ook alle verkiezingen. Op 12 augustus 2000
kwamen de 118 opvarenden van de Koersk om. Poetin reageerde pas
vier dagen later en liet geen buitenlandse hulp toe. In 2002 en
2004 sloegen terroristen opnieuw toe: er vielen resp. 125 en
meer dan 500 doden.
In 2000-2001 zette Poetin de oligarchen Goessinski en Berezovski
buiten spel: ze werden verplicht hun machtige media te verkopen
en te emigreren. De andere oligarchen kregen te horen dat ze
zich buiten de politiek moesten houden. Chodorkovski werd in
oktober 2003 zelfs aangehouden in het zicht van de camera’s van
heel de wereld: hij leek een politieke rivaal te worden en wou
40% van zijn Yoekos-aandelen verkopen aan ExxonMobil en BP.
In 2001 installeerde Poetin een vlaktaks van 13%, die in 2024
veranderde in progressieve belastingen door de noden van de
oorlog. Poetin verhoogde ook zijn controle op de federale en
regionale administraties en op de provinciegouverneurs. Deze
werden tussen 2004 en 2012 niet meer verkozen, maar door hem
benoemd.
Raviot omschrijft het Poetinisme als volgt: “Een dynamische
politiek om de staat opnieuw te centraliseren en te versterken
en om van Rusland weer een wereldmacht te maken.” (p. 72). Het
parlement dient daarbij niet voor politieke debatten, maar om de
autoritaire Poetin te steunen (p. 77).
Zijn toespraak van 2007 in München toont zijn hardere houding
tegenover het Westen: ”Eén land domineert nu heel de wereld.
Gebruik van geweld kan enkel mits goedkeuring door de UNO, niet
door de NAVO of de EU.” (p. 81). Dit laatste was hij in 2014 en
2022 wel vergeten. Het Amerikaanse antiraketsysteem en de
uitbreiding van de NAVO beschouwde hij als anti-Russisch (p.
82).
De economische groei van 6,5% per jaar in de jaren 2000-2008
versterkte de populariteit van Poetin. De armoedegraad daalde
van 29 naar 13,4%, de buitenlandse investeringen stegen met 20%
per jaar tussen 2002 en 2008. Tussen 2000 en 2020
vermenigvuldigde het budget met vijf en kon Rusland heel zijn
buitenlandse schuld terugbetalen. Er ontstond een echte
middenklasse (p. 84-87). Die middenklasse kwam in september 2011
wel op straat tegen de terugkeer van Poetin als president.
Navalny organiseerde tussen 2011 en 2013 zomaar eventjes 87
protesten tegen de nieuwe corrupte nomenclatura van miljardairs
rond Poetin en tegen de vervalste verkiezingen van 2012. Hij
kreeg meer dan 100.000 betogers mee in Moskou en andere steden.
De Maidan-betogingen in Kiev veroorzaakten extra angst bij
Poetin. In februari 2015 werd opposant Boris Nemtsov vermoord.
Het Poetinisme werd steeds meer autoritair. Toch werd hij in
2018 en 2024 opnieuw verkozen met resp. 77 en 89 % (p. 93).
In het derde en laatste hoofdstuk onderzoekt Raviot de mythes en
clichés die over Poetin bestaan: patriot, nationalist,
imperialist, nieuwe Hitler (‘Putler’), nieuwe tsaar,
multimiljardair, …
Raviot noemt Poetin geen nationalist, wel een patriot: hij
beseft dat Rusland niet enkel uit Russen bestaat. De
vergelijking met Hitler ontstond in Rusland al in 2009 en werd
in het Westen geïntroduceerd door Hillary Clinton op 5 maart
2014: ze vergeleek de annexatie van de Krim met de Anschluss van
Oostenrijk in 1938. Het vernederde Duitsland bracht Hitler
voort, het vernederde Rusland een zeer autoritaire Poetin.
In 2006 schreef Anna Politkovskaja al dat de Russische
maatschappij evolueerde naar het fascisme en in 2007 schreef een
kaderlid van de liberale beweging Jabloko dat Rusland klaar was
voor het fascisme en op weg naar oorlog (p. 111-112).
Volgens Raviot is Poetin een monarch en Rusland een monarchie
van de 21ste eeuw, wel verschillend van de westerse en Arabische
monarchieën. Hij vergelijkt hem met tsaar Michaël Romanov
(1613-1645), die gekozen werd door de adel en die op 4 november
1613 een einde maakte aan de ‘Tijd der Troebelen’ (1584-1613).
Die vierde november is in 2005 door Poetin gepromoveerd tot ‘Dag
van de Nationale Eenheid’ (p. 114). Hij maakte in 2000 een einde
aan de troebelen van de jaren 90.
Sinds 2004 is hij ook een meester in de communicatie op tv en
antwoordt hij jaarlijks gedurende 4 tot 6 uur op vragen van
(geselecteerde) journalisten en burgers.
Raviot bespreekt de annexatie van de Krim, die de Donbassers de
moed gaf om zich af te scheiden van Oekraïne en die ook leidde
tot de benaming ’Russische Lente’ (p. 97-99).
Voor veel Russen is Oekraïne gewoon een deel van hun land, maar
sinds de Oranjerevolutie van 2004-2005 en de Maidan van
2013-2014 tonen de Oekraïners dat zij anders zijn. Voor hen is
Maidan een democratische revolutie, voor de Russen een
staatsgreep gesteund door de VS (p.101-102).
In 2003 en 2011 reageerde Poetin al vinnig op de Amerikaanse
interventies in Irak en Libië. Zijn voorstellen om een
Europees-Russisch partnerschap te vormen, waren weggewuifd. Zijn
conservatieve ideologie en zijn nadruk op het christelijk
karakter van Rusland dateren van zijn derde mandaat (2012-2018).
Op 4 februari 2022 ging Poetin op bezoek bij zijn beste vriend
en eerste handelspartner Xi Jinping, allicht om de goedkeuring
te krijgen voor zijn invasie. Samen met de uitgebreide
BRICS-landen en het Globale Zuiden vormen ze een antiwesterse
as.
De auteur gaat ook in op de rijkdom van Poetin, maar zegt dat er
geen harde bewijzen voor bestaan. Hij is ook voorzichtig wat
betreft de vrouwen en kinderen van Poetin en de geruchten over
de ziektes die hij (wel of) niet had (p. 123-134).
Raviot besluit: Poetin heeft de geschiedenis gehaald, hij heeft
Rusland opnieuw machtig gemaakt en hij heeft veel aanzien
gekregen in het Globale Zuiden, dat de meerderheid van de wereld
vertegenwoordigt. Zijn houding tegenover het Westen is bitter:
in 2022 noemde hij het “Het rijk van de leugen”. In Rusland
wordt een antiwesterse houding aangeleerd (p. 137-139).
Het boek eindigt met een beperkte bibliografie (p. 141-142),
waarin de titels van de voetnoten niet heropgenomen zijn. Daarin
ontbreekt ook het boek dat het meest bekend is: Steven Lee
Myers, ‘De nieuwe tsaar.’ (2016).
Beoordeling
Raviot is zeer belezen, ook in het Engels en Russisch en velt
een genuanceerd oordeel. Hij blijft objectief en laat zich niet
verleiden tot speculaties. Zijn boek is geschreven in
begrijpelijk Frans. Poetin verwijt het Westen vaak hun ingrijpen
in Kosovo om zo zijn steun te rechtvaardigen aan separatisten in
Abchazië, Zuid-Ossetië, de Donbas en Oekraïne. Dat komt hier
niet tot zijn recht. En bij zijn aanklacht omtrent ‘Het rijk van
de leugen’ had Raviot mogen verwijzen naar de discussie over
‘Not any inch’ en naar de vele leugens van Poetin zelf.
Het boek telt bruto 160 pagina’s, netto zijn het er slechts 121;
de rest is een opsomming van andere titels van de uitgeverij.
Die uitgever mag ook enkele zetfouten corrigeren: p. 53: ‘qui
apporte vient livrer les preuves’ is geen Frans. Het is ofwel
‘qui apporte les preuves’ of ‘qui vient livrer les preuves’; p.
55: ‘est chargé de coordonné’ moet zijn: ‘coordonner’; p. 76:
‘pour objective’ moet zijn: ‘pour objectif’; p. 111: ‘les cadres
mntaux’ moet wellicht ‘mentaux’ zijn. Allemaal details
natuurlijk.
©Jef Abbeel, februari 2025
www.jefabbeel.be