Dirk Tieleman (2024). De rafels van Rusland. Waarom Moskou zijn rand niet loslaat. Uitgeverij Manteau, Antwerpen, augustus 2024. Paperback, 416 pagina’s, foto’s, kaartjes, 23 x 15 cm.
ISBN 978-90-223-4140-7; € 29,99..

De rafels van Rusland. Waarom Moskou zijn rand niet loslaat

Tieleman maakte tussen 1988 en 2023 enkele lange reizen naar en door Rusland. Met dit boek wil hij tonen dat wij enkel de Westerse visie op Rusland te zien krijgen. Hij zoekt ook uit waarom Poetin binnengevallen is in Oekraïne en in andere gebieden die hij nog als delen van Rusland beschouwt.

De rafels van Rusland. Waarom Moskou zijn rand niet loslaat

Jef Abbeel

Tieleman begint op 1 mei 1988 in Moskou, waar hij vlak naast de eretribune van Gorbatsjov staat. Hij ziet weinig verschil met voorheen: een militaire parade, veel patriottisme, weinig vriendelijk personeel in de warenhuizen. Maar er is westerse muziek en er zijn privé-winkeltjes waar westerse producten onbetaalbaar zijn. Partijleiders verrijken zich met de winst van de fabrieken en worden de nieuwe oligarchen.

Op 19 augustus 1991 komt er een staatsgreep tegen Gorbatsjov. Die mislukt en Jeltsin krijgt de macht. De republieken verklaren zich onafhankelijk, de Sovjet-Unie verliest een kwart van zijn grondgebied. In 1992 lanceert Gajdar zijn schoktherapie: de prijzen verveelvoudigen, het pensioenbedrag komt nu overeen met de prijs van één kilo worst (p. 45).

Tieleman reist dan per motor door Siberië en door de Stan-landen, die in de 19de eeuw door Rusland gekoloniseerd werden. Daar heeft 75 jaar geen westerling vrij rondgereisd. Corruptie en graaicultuur zijn overal aanwezig, vele fabrieken zijn gesloten, de inwoners noemen Gorbatsjov als schuldige.
Oezbekistan was door Stalin omgevormd tot een monocultuur van katoen. Massaal gebruik van DDT en Agent Orange hebben er rampzalige gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid (p. 73).
In Kazachstan wonen 6 miljoen Russen op 17 miljoen inwoners (nu 19,6 miljoen). Het is rijk aan olie en gas. Hij mag er het verboden testgebied Koertsjatov bezoeken! In de jaren 1949-1991 zijn daar 509 atoomproeven gehouden met een totale kracht van 15.000 Hiroshima-bommen (p. 81-83). Vele mensen kregen kanker, de erfelijke belasting zorgt ervoor dat vele kinderen dood of misvormd geboren worden of ernstige chronische kwalen hebben (p. 84-85). Hij ontmoet er een voormalige goelag-gevangene. Zijn enige misdaad was zijn Duitse herkomst: 1,5 miljoen Wolga-Duitsers werden in 1941 door Stalin in beestenwagens naar Siberië gedeporteerd. De helft kwam om.

De volgende etappe is Siberië, toen een onveilige regio. In Novokoeznetsk staan duizenden mensen langs de weg: ze verkopen hun laatste bezittingen om eten te kunnen kopen. Allemaal een gevolg van de schoktherapie. De helft van de bevolking is werkloos. In Vladivostok vraagt hij zich af wat er moet gebeuren met de ‘Roesskii Mir’, de 25 miljoen Russen in de randgebieden Estland, Letland, Oekraïne, Moldavië, Kazachstan (p. 107).

Met Kerstmis 1992 bezoekt hij Moskou met professor Buelens, die in een flat moet slapen met ratten, muizen en vlooien (p. 110). Aan de universiteit werkt men voor hongerlonen of wordt men ontslagen en kan men poetshulp worden (p. 112). Tieleman krijgt te horen dat Gorbatsjov heel het oude, goede systeem kapot gemaakt heeft. Eigenlijk is men vooral tijdens Jeltsin te bruusk overgeschakeld op een markteconomie. Jeltsin liet op 4 oktober 1993 het parlement beschieten. Officieel vielen er 187 doden, officieus 2.000 (p. 119).

In 1999 bezoekt Tieleman Oekraïne. In 1991 waren de winkels leeg en leed men honger, in 1999 is dat voorbij. In Lviv waren ze toen al zeer anti-Russisch, gericht op Europa en spraken ze Oekraïens. De corruptie was nog grootschalig, een erfenis van de SU. Ook hier hebben de communistische partijkaders de staatsbedrijven overgenomen. Van de 48 miljoen inwoners waren er 8 miljoen Russen of 17%. 75% was Oekraïens, 8% Pools, Duits en andere nationaliteiten. Russisch was nog de eerste taal, Oekraïens de officiële. De meesten spreken Soerzjiek: een mengtaal van de twee. Het land was verdeeld tussen het geïndustrialiseerde, Russisch-gezinde oosten en het landelijke, Europa-gezinde westen. Tussen Lviv en Kiev, 535 km, liggen mooie velden, die sinds 1991 vaak eigendom zijn van buitenlandse investeerders.
In de arme dorpen wordt gulzig gegeten en overmatig gedronken. De drie orthodoxe kerken maken onderling ruzie, maar ze zitten vol gelovigen (p. 147-149). Oligarchen zoals Rinat Achmetov en Petro Porosjenko domineren de economie, de zwarte aardegronden, de politiek, de media en het gerecht.
In augustus 1999 trekt Tieleman weer naar Moskou. Alles is er peperduur, gaarkeukens delen soep uit. De oligarchen zijn samen met Jeltsin aan de macht.

In Sint-Petersburg ontmoet hij burgemeester Sobtsjak en zijn dochter Ksenia. Sobtsjak was de leermeester en vriend van Poetin. Hij vindt dat de afspraken van Jalta (1945) nog geldig zijn en dat het westen niets te zoeken heeft in de 14 ex-Sovjetrepublieken. En dat die onder invloed van Moskou moeten blijven. Oekraïne was toen al gewaarschuwd. In 2000 stierf Sobtsjak op zijn 62. Of werd hij vergiftigd? (p. 171). Poetin is dan aan de macht. Goesinski, eigenaar van tv-zender NTV, wordt aangehouden na kritiek op Poetin en op de FSB. Hij verkoopt zijn bedrijf aan Gazprom. De ORT van Berezovski uit kritiek op Poetin bij de ramp met de Koersk in augustus 2000. Ook daar grijpt Poetin in. Vanaf februari 2001 heeft hij de volledige controle over de media (p. 174).

In 2003 schakelt hij Chodorkovski uit, die wou samenwerken met ExxonMobil en een tegenkandidaat steunde bij de verkiezingen. Zijn bedrijf Yukos wordt overgenomen door siloviki, machtige mannen uit de FSB e.a. organen, vaak afkomstig uit Sint-Petersburg. Chodorkovski wordt verbannen naar Tsjita, aan de grens met China: de goelag is terug (p. 176).

In 2002 wordt de NATO-Russia Council opgericht en ook de CSTO, de Verdragsorganisatie voor Collectieve Veiligheid tussen de vroegere Sovjetstaten. In 2002 en 2004 vallen resp. 170 en 334 doden bij Tsjetsjeense aanvallen op een theater en een school, vooral dan bij de tegenaanvallen (p. 178-180). Toch zorgde Poetin voor orde, stabiliteit en welvaart.

Vanaf de kleurenrevoluties van 2004 begon Poetin zich te moeien met Oekraïne, Georgië en Moldavië en voerde hij oorlog, eerst vijf dagen in Georgië, dan vele jaren in Oekraïne. Overal creëerde hij onrust en oproer in landen die zich losmaakten van Moskou (p. 200).
In 2009 trekt Tieleman opnieuw naar Oekraïne, nu naar de Donbas, waar het onrustig is sinds de Oranjerevolutie van 2004. Er wonen veel Russischgezinden, die liever niet bij de EU en de NATO horen. Veel mijnen en staalbedrijven zijn gesloten. De landbouwgrond van de kolchozen is na 1991 door corrupte partijambtenaren uitgedeeld aan toekomstige oligarchen, in ruil voor zwart geld.
De Russen azen ook op de Donbas voor de gigantische hoeveelheden zeldzame aardmetalen en mineralen, die onmisbaar zijn voor de aanmaak van batterijen van elektrische auto’, telefoons, computers, zonnepanelen etc. (p. 203). De mijnwerkers stellen hun hoop meer op Moskou dan op Kiev. De stad Donetsk is dan nog intact, nu helaas niet meer. In 2009 zijn er al separatisten. Ze steunen Janoekovitsj en willen dat het Russisch weer erkend wordt als officiële taal en dat er subsidies komen voor de noodlijdende industrie. En ze beweren dat Poetin bereid is om troepen te sturen voor hun afscheiding (p. 207-212). In 2007 riep hij het westen al op om zich niet te mengen in zijn achtertuin en verwees daarbij naar 17 mei 1990, toen secretaris-generaal Wörner beloofde dat de NATO niet verder dan Duitsland zou gaan. En naar 9 februari 1990, toen de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken James Baker aan Gorbatsjov beloofde dat de NATO ‘not any inch’ naar het oosten zou opschuiven.

Tieleman constateert grote verschillen tussen oost en west. Daartussen wonen de gematigden. Hij zegt: dit is niet één land, maar drie (p. 213).

In 2010 wordt Janoekovitsj president, met de hulp van Poetin. In november 2013 kiest hij voor Poetins Euraziatische Economische Unie, i.p.v. voor de EU, wat het parlement wou. De betogingen op Maidan ontaarden in dodelijke schietpartijen. Het parlement ontslaat Janoekovitsj en keurt op 21 maart 2014 de associatie met de EU goed.

Maar op 23 februari 2014 komen separatisten in actie in het oosten en zuiden, op 1 maart 2014 stuurt Poetin troepen om hen te steunen en op 18 maart 2014 annexeert hij de Krim. Op 17 juli 2014 wordt vlucht MH17 neergeschoten door pro-Russische separatisten met een Russische Boek-raket (p. 228). De Minsk-akkoorden over een staakt-het-vuren worden helaas niet nageleefd.
In 2012 trekt Tieleman naar de Baltische landen. In Riga bezoekt hij het museum van de deportatie van 35.000 Letten door de Russen in 1939-1940, 90.000 joden door de Duitsers in 1940-1944 en nog eens 40.000 Letten door de Russen in 1944 (p. 241). De Russische bevolking steeg er van 170.000 in 1939 naar 900.000 of 34% in 1989. Nu zijn ze nog met 600.000 (p. 243).

In Estland vinden oude Russen dat zij gediscrimineerd worden, terwijl ze tot 1991 de macht hadden. Jonge Russen leren de taal en noemen Poetin een onruststoker.
In Sint-Petersburg vertelt Ksenia Sobtsjak hem dat het oprukken van de NATO op de zenuwen van Poetin werkt. In 2012 voorspelt ze dat hij Oekraïne zal binnenvallen, wat uitkwam in 2014 en 2022. In december 2011 had ze nog betoogd tegen de door Poetin vervalste verkiezingen. In oktober 2022 verdwijnt ze naar Litouwen (p. 253).

Poetin noemt zich sinds de inval de hoeder van de traditionele waarden en van de orthodoxe kerk, die 100 miljoen leden telt of twee derde van de Russische bevolking. Het westen noemt hij het decadente ‘Gayropa’, het Europa van de homo’s. Hij wil in de rand van Rusland regeringen die hem toegewijd zijn en geen ‘democratische chaos’. En hij wil weer meetellen op het wereldtoneel (p. 270), wat hem gelukt is.

In 2013 trekt Tieleman over land naar China. Georgië maakt indruk met Batoemi, waar Medea met het Gulden Vlies staat, symbool van de banden met Europa. Maar sinds 2008 is het Zuid-Ossetië en Abchazië kwijt aan Rusland. Niemand investeert nog in Georgië, de jeugd emigreert (p. 273).
Azerbeidzjan en Armenië hebben een geschiedenis van elkaar uitmoorden. Armenië kampt met veel werkloosheid en armoede. Azerbeidzjan is rijk aan olie en gas. De Azeri’s hebben in september 2023 alle 120.000 Armeniërs verdreven uit Nagorno-Karabach. De genocide van 1915-1917 zit nog vers in het geheugen.

Turkmenistan is de op één na grootste gasproducent. Oezbekistan is mooi. Goud, olie, gas en katoen zorgen voor rijkdom bij de president en zijn entourage. De nationale held is Timoer Lenk, die in de 14de eeuw ca. 17 miljoen mensen afslachtte of 4% van de toenmalige wereldbevolking van 400 miljoen (p. 329-330).

Kazachstan kende tijdens Stalin ook een massale hongersnood, met 1,5 à 3 miljoen doden. In Oekraïne was de Holodomor nog omvangrijker.
De gids beweert in 2013 dat Poetin zijn koloniale macht wil behouden in de randgebieden en dat hij delen van Oekraïne, Moldavië, Kazachstan en van de Baltische landen weer zal inlijven (p. 321). De Kazachse president en de oligarchen smeren zich rijk aan de eindeloze grondstoffen.
In het laatste hoofdstuk verslaat hij zijn reis van 2019 door Rusland en Siberië. Vergeleken met 1992 is het er nu veel veiliger en welvarender. De sancties voor de annexatie van de Krim hebben weinig gevolgen: de Russen produceren nu zelf vlees, graan, groenten, melk (p. 361-362). Het ontbreekt hun aan niets en de meesten accepteren het autoritaire bewind. Niemand antwoordt op lastige vragen en ze willen hun familienaam niet in een verslag. Chinese auto’s verdringen de Europese (p. 396).
Tieleman eindigt zijn boek met de oorlog van Poetin tegen Oekraïne. Hij wil er een bevriend regime en de controle over het graan en de bodemrijkdommen (p. 393).

Het verzet heeft hij totaal verkeerd ingeschat: hij dacht dat de Russen met open armen ontvangen zouden worden. De tien BRICS-landen steunen hem in zijn verzet tegen het westen en tegen het SWIFT-betaalverkeer in dollars of euro’s. De bevriezing van 300 miljard dollar aan Russisch geld door Euroclear is nooit eerder gebeurd. Het zorgt voor imagoverlies en voor daling van de koers van de roebel. Russisch gas blijft toestromen in Zeebrugge, omdat Europa niet zonder kan. Een paar miljoen Russen zijn gevlucht naar Kazachstan, Turkije, Georgië en Armenië: een zware braindrain voor Rusland, een winst voor die landen.
Oekraïne blijft verdeeld en verwoest achter. Velen zijn niet meer pro-Russisch, maar ook niet pro-Oekraïens. Hun vrijheid van meningsuiting is beperkt. In Estland, Letland en Moldavië wonen ook veel Russen. De bevolking is er bang. Ze steunen Oekraïne volop. Voor Georgië en Armenië moeten we afwachten welke koers zij zullen varen. Rusland wil er zijn invloed behouden.

Beoordeling
Dit boek is inhoudelijk zeer degelijk en tegelijk ook heel goed geschreven. De auteur kent de landen die hij meermaals bezocht, telkens vergezeld van plaatselijke deskundigen uit zijn groot netwerk. Hij geeft vaak onverbloemd zijn kritische mening. Hij kan aangenaam vertellen en is van zeer veel zaken op de hoogte.

De opmerkingen die nu volgen zijn eerder details. Op p. 18 zegt hij dat er nog veel westerse correspondenten zijn in Rusland. Eva Cukier zegt net het omgekeerde in haar ‘Ruzland’. Evan Gershkovitsj zit gelukkig niet vast tot 2030 (p. 18): hij is in augustus 2024 vrijgekomen. De ‘KBG’ (p. 123) moet KGB zijn. Sloboda (p. 154) is Svoboda (vrijheid). Bij de Donbas (p.154 en 205) vergeet hij de massale Belgische aanwezigheid tussen 1870 en 1918: met 15.000 waren ze talrijker dan in Congo.
De huidige eeuw begon op 1 januari 2001, niet op 1 januari 2000 (p. 172). Tsjoekotka (p. 174) moet Tsjoekotska zijn, het mandaat van Schröder eindigde in 2005, niet in 2006 (p. 181). Merkel regeerde van 2005 tot 2021. De verovering van de Krim vond plaats in 1783, niet in 1775 (p. 207). Opium ‘voor’ het volk(p. 356) moet zijn: Opium van het volk (des Volkes). Hij zegt dat Poetin Marx en Lenin zeker gelezen heeft (p. 356). Poetin is bezig met macht, niet met boeken. Op p. 263 zegt hij: “Lang geleden werd vlas uit Vlaanderen uitgevoerd naar China.” Wanneer was dat? En volgens VILT ( 17/09/2024) is dat nu nog.

Armenië was ooit 12 keer zo groot als nu (p. 275 en 288): wanneer? De inwoneraantallen zijn soms een beetje achterhaald en voor Iran geen klein beetje: die ’20 miljoen’ (p. 275) zijn er nu 88,55! Voor Kazachstan zijn dat er 19,6 i.p.v. 15 (p. 320) en voor Oezbekistan 35,65 i.p.v. 30 miljoen (p. 325).
De uitgever heeft dus nog een beetje werk bij een volgende druk.

© Jef Abbeel, september 2024 www.jefabbeel.be