
Joris
Van Bladel (2025). Land van het Grote Sterven. Hoe Rusland de
Westerse logica tart.
Uitgeverij
Prometheus, Amsterdam/L&M, Antwerpen, maart 2025.Paperback, 272
pagina’s, tabellen, noten, bibliografie, register. ISBN
978-90-446-5734-0; € 23,99.
.
Land van het Grote Sterven. Hoe Rusland de Westerse logica tart
De auteur is slavist en militair deskundige, gespecialiseerd in Rusland. Hij begint met pittige informatie: 75% van de Russen gelooft dat Rusland het beste land ter wereld is, superieur aan alle andere. 83% steunt de oorlog van Poetin en het leger is het instituut met de hoogste status. Ondanks de ca. 150.000 doden en 450.000 zwaargewonden in september 2024, blijft de bevolking de oorlog steunen (p. 13-14).
Inhoud
Land van het Grote Sterven. Hoe Rusland de Westerse logica tart
In het Westen zouden we
vragen om ermee te stoppen. Het Grote Sterven verwijst naar de
vele doden in WO I (en nog meer in WO II). Wie in Oekraïne
sneuvelt, wordt verheerlijkt als een held. Het collectieve heeft
voorrang op het individu (p. 18). De auteur toont ook hoe het
Westen herhaaldelijk verrast is geweest door Poetin, hoewel men
hem antiwesters zag worden. De oorlog van 2022 had hij
aangekondigd in zijn essay van 12 juli 2021 met als titel: ‘Over
de historische eenheid van Russen en Oekraïners’ (p. 25). Toch
geloofde bijna niemand dat hij echt zou aanvallen. En toen hij
aanviel, voorspelde de CIA een snelle overwinning van de 900.000
Russen tegen de 196.000 Oekraïners (p. 26-34). Het
tegenoffensief van 2023 mislukte door een tekort aan
manschappen, munitie en westerse hulp, door meer Aziatische hulp
van China, Noord-Korea, India, Iran, Turkije voor Poetin en door
een verviervoudigd defensiebudget (p. 49-55).
Van Bladel vertelt hoe Poetin in 2000 aan de macht kwam, toen nog prowesters was en vanaf 2007 steeds meer antiwesters werd (p. 69-74). De auteur en ook Sarotte tonen aan dat niet de NAVO-uitbreiding tot Maidan en tot de Russische inval leidde, maar de wens van Oekraïne om bij de EU te komen. De kern van het conflict was de keuze tussen democratie of autocratie (p. 78-82).
De veroveringen van
Rusland begonnen al in 2007 met de opeising en militarisering
van de Noordpool met al haar gas, olie, edele metalen en
mineralen. En met de opeising van de Noordelijke Zeeroute, die
Europa met Azië verbindt. Dan volgde de vijfdaagse oorlog tegen
Georgië (aug. 2008).
De
parlementsverkiezingen van december 2011 en de
presidentsverkiezingen van 2012 verliepen met veel fraude en
protest in vele steden. Het protest werd met harde hand
neergeslagen en wettelijk onmogelijk gemaakt. 2011-2012 was een
keerpunt: de repressie werd harder, Rusland werd een autocratie
(p. 92-94). Critici werden al eerder vermoord: Politkovskaja in
2006, Estemirova in 2009.
De Maidanopstand van
februari 2014 leidde tot de annexatie van de Krim, iets waar
Poetin al in 2008 mee dreigde. Die inname zorgde voor euforie in
Rusland en leidde ook tot de interventie van ca. 42.000
Russische militairen
in de Donbas. Ook de wrede interventie in Syrië in 2015 werd een
succes: Assad bleef overeind (tot 2024), Tartoes werd een
volwaardige Russische maritieme basis en Hmeymim een
luchtmachtbasis (p. 103-107). Corona veroorzaakte 375.000 à
835.000 doden (p. 115).
In de jaren 2014-2022
werd Poetin steeds meer antiwesters, waardoor hij hoog scoorde
in Rusland en in het Globale Zuiden (p. 118-119). Ik twijfel dan
ook zeer aan de visie van Serhii Plochy dat de val van de SU nog
steeds voortduurt en dat het regime in een doodsstrijd zit (p.
120-122). Poetin lijkt mij sterker te staan dan ooit en steeds
meer bondgenoten te krijgen. Van Bladel stelt dat Rusland
sterker is dan wij denken, maar zwakker dan het zich voordoet.
In deel II onderzoekt
Van Bladel vooral de Russische krijgsmacht en de veranderingen
van de afgelopen eeuw (of eerder: de voorbije 80 jaar). De
demilitarisering van West-Europa is dan wel het meest frappante
kenmerk: in geen enkel land zijn er nog voldoende soldaten en
materiaal om Poetin tegen te houden. De dienstplicht verdween,
massalegers zijn vervangen door wat hij noemt: All-Volunteer
Forces, die terrorisme en rampen bestrijden en vredesmissies
ondernemen. Het gezag is ook veranderd: militaire leiders moeten
hun competenties inzetten om een consensus te bereiken (p.
129-147). In Rusland daarentegen staan de economie en de
maatschappij in dienst van het leger, dat verheerlijkt wordt.
Dat belet niet dat slechts 18% van de jongeren daadwerkelijk
zijn dienstplicht van één jaar vervult. Meestal zijn dat de
armsten en komen ze uit de armste regio’s (p. 155-184). Ondanks
de fysieke mishandelingen blijft de soldaat toegewijd en moedig.
Het lijden, geweld, machogedrag en patriottisme van de soldaten
wordt in de Russische cultuur verheerlijkt als een bron van
kracht (p. 170-193). De kritische ‘Soldatenmoeders’ worden
gebrandmerkt als ‘buitenlands agent en staan dus buiten spel.
Het vertrouwen in Poetin stijgt tot 83%
als hij oorlog voert (p. 229). Het Westen ziet vele
tekorten in het Russisch leger, maar onderschat de veerkracht en
het uithoudingsvermogen. Het ontwaken van Europa is nodig om de
Russische dreiging tegen te houden (p. 238-239).
Beoordeling
Van Bladel heeft met
veel kennis van zaken en een ervaring van ruim 30 jaar de
toestand in Rusland en met name in het leger beschreven in een
begrijpelijke taal en aan de hand van getuigenissen van
soldaten. De info over het leger lijkt vooral interessant voor
militair deskundigen, maar zegt evenveel over de samenleving,
die de wantoestanden goed kent, maar toch het volle vertrouwen
behoudt in het leger. Door de indoctrinatie op school en in de
media is het beeld van de VS en van de NAVO zeer negatief.
De bibliografie is zeer
degelijk, maar enkele boeken die ook in het Nederlands bestaan
zoals die van Belton, Braudel,
Galeotti, Plochy en Politkovskaja worden in het Engels
geciteerd (p. 263-268). Bij de Krim (p. 97 en 254) mis ik het
boek van Emmanuel Wagemans, ‘De Russische Krim’. De focus van de
auteur lag blijkbaar op de Engelstalige, Duitstalige,
Franstalige en Russische literatuur.
Nog een paar details: de
‘Russisch militaire cultuur’ (p. 18 en 165) moet zijn: de
Russische. De laatste dag van het millennium was niet 31
december 1999 (p. 63), maar 31 december 2000. ‘Pervoje Litso’
(p. 64), letterlijk ‘Het eerste gezicht’,
vertaalt hij als ‘de
hoogste autoriteit’. Zo is het blijkbaar in het Russische
politieke jargon. De vele Russische woorden staan enkel in onze
letters, niet in cyrillische.
De verrassingsaanval op
Oekraïne in Koersk in augustus 2024 (p. 230)
moet natuurlijk zijn: de verrassingsaanval van Oekraïne.
Al met al een pittig en
kritisch boek dat veel inzicht biedt in de Russische mentaliteit
en dat de lezer wakker zal houden.
© Jef Abbeel, mei 2025 www.jefabbeel.be