De nacht van de das
Zuster Fidelma 12,
Peter Tremayne,
Zelhem, De Leeskamer, 2010, 283 blz. - Vertaling van Badger’s moon (2003)
door Hans van den Boom
Thematiek: rechten van (mishandelde) vrouwen, psychopathische moordenaar,
vooroordelen, hebzucht, schijn en wezen.
Tijd en ruimte: Ierland, oktober 667
Doelgroep: 14 - 18 jarigen; volwassenen.
“Die legenden zijn ons cultureel erfgoed. We zouden allemaal de verhalen
moeten kennen, die door een ontelbaar aantal generaties aan ons zijn
doorgegeven.”
Liag de apothecaris (p. 58) |
Inhoud
De
Cinél na Aeda sidderen onder een naamloze terreur. Drie maanden op rij is een
heel jong meisje gruwelijk afgeslacht bij volle maan. De laatste moord gebeurde
op de volle maan van oktober, de nacht van de das, die gevaarlijk dicht ligt bij
het oude Keltische feest Samhain, de Dagen der Doden. Dit feest, dat nog maar
een halve eeuw eerder omgedoopt is tot Allerheiligenavond (waaraan later
Allerzielen wordt toegevoegd) en dat sinds het einde van de 20ste eeuw
weergekeerd is uit de VS als Halloween, speelde ook reeds een belangrijke rol in
het tiende deel ‘Het
klooster van de dode zielen’.
Een razende meute dorpsbewoners werpt de schuld op drie donkere vreemdelingen
die in de naburige abdij van de heilige Finnbarr verblijven. Stamhoofd Becc kan
een bestorming van de abdij maar nipt verhinderen door de aanvoerder, de
querulant Brocc, een pijl in de dij te schieten. In Cashel vraagt hij koning
Colgú van Muman een bevoegd rechter, een brehon, mee te zenden om de zaak op te
lossen. Dat wordt dan Fidelma, de zus van de koning, die nu in oktober 667 weer
in zijn burcht verblijft, samen met haar metgezel van veel avonturen, de
Saksische monnik Eadulf en Alchú, hun zoontje van vier maanden. Fidelma en
Eadulf hebben onder de Ierse wet een proefhuwelijk van een jaar gesloten.
Beiden gaan op onderzoek uit, begeleid en beschermd door Accobran, de tanist
(gekozen opvolger) van stamhoofd Becc. De drie donkerhuidige monniken in de
abdij blijken afkomstig te zijn uit het Ethiopische koninkrijk Axum (waarover we
in het verhaal slechts summiere informatie vernemen). Gelukkig kunnen ze met
Fidelma converseren in het Grieks, de eerste liturgische taal van de Ierse kerk.
Zij zijn zo ver van hun eigen land gestrand als schipbreukelingen, als laatste
schakel in een complete keten van ongelukkige gebeurtenissen. En met de moorden
hebben ze, zoals te verwachten, niets te maken. Of toch? En Liag, de apothecaris
en kluizenaar, die vlakbij het varkensbosje woont waar de lichamen zijn
teruggevonden. Liag, die geen hoge pet op heeft van de nieuwe godsdienst, het
christendom, die de oude verhalen aanleert en zoveel afweet van de geheimen der
maangodin, wat heeft hij met de zaak te maken? Alle vermoorde meisjes hebben één
punt gemeen: zij behoorden tot zijn leerlingen.
De recalcitrante oproerkraaiers blijven herrie schoppen. Nooit eerder is Fidelma
terechtgekomen in een dergelijk adderkluwen van kleinzielige wrok, burenruzies,
vrouwenmishandeling en bekrompen vooroordelen. Meer kunnen we andermaal niet
vertellen. Behalve dat Fidelma alle raadsels oplost, de moordenaar bijtijds
ontmaskert voor Samhain eraan komt. En dat het verhaal eindigt op een ware
‘cliffhanger’ die je laat uitkijken naar het volgende deel.
Bespreking
Is het nodig de Zuster Fidelma-reeks nog voor te stellen? We hebben al heel wat
historische achtergrond gegeven bij de bespreking van het eerste boek op deze
website
Absolutie voor moord en nog meer bij het vijfde boek,
Het web van Araglin
De verhalen zijn altijd opgebouwd volgens hetzelfde stramien. Net als de vorige
romans biedt ‘De nacht van de das’ geen vervlakkend leesvoer, maar laat de lezer
toe zich cultuurhistorisch te verdiepen in de beschreven tijd en maatschappij.
En net zoals in die vorige delen is de vooruitstrevende aloude Ierse wetgeving
als het ware een tweede hoofdpersoon. Weer krijgen we een keur van oude Ierse
verhalen -historische en andere- Latijnse spreuken en bijbelcitaten.
Dit twaalfde deel verschaft behoorlijk wat aanvullende informatie over de
positie van de vrouw in het huwelijk en over haar rechten in het geval van een
brute mishandeling door haar man. Kan onze eigen wetgeving hier en daar nog wat
van leren. Of komt vrouwenmishandeling niet meer voor? (Ik heb enkele jaren een
deel van de week boven een toevluchtsoord voor mishandelde vrouwen gewoond.
Genoeg gezien om regelmatig mijn bloed te voelen koken en razend te worden op
mijn gendergenoten. )
Didactische tips
Mocht je de Fidelma - boeken op een leeslijst plaatsen, dan ligt één
verwerkingsopdracht voor de hand: vrouwenrechten en vrouwenmishandeling. Je kunt
de besproken wetgeving uit de Ierse zevende eeuw laten vergelijken met de onze.
Via de websites van kranten vinden je leerlingen ongetwijfeld meer dan voldoende
over mannen die hun vrouwen of vriendinnen mishandelen. Misschien ook een
televisie-uitzending over dit onderwerp? Over vrouwen, die hun mannen
mishandelen vind je veel minder. Het bestaat. Ondergetekende had een vrouwelijke
collega, die door haar man jarenlang werd afgetuigd, allerlei smoesjes moest
verzinnen als ze weer eens niet op haar werk kon zijn wegens… totdat haar zoons
groot genoeg waren om hun vader eens stevig te pakken te nemen. Toen was het
eindelijk afgelopen. Maar er was ook een mannelijke collega die regelmatig
bewerkt werd door zijn vrouw, met de jaren steeds erger. Want de man reageerde
nooit: “Ik sla geen vrouwen.”
Verkeerd begrepen ridderlijkheid? Alleszins stof tot discussie.
Zie: Heksen, hermelijn,
hoogmoed & onmondige vrouwen
Heksen, hermelijn, hoogmoed en onmondige vrouwen
Jos Martens
juli 2010
|