De
wereld van zuster Fidelma
Historische detectives van
Peter Tremayne
Doelgroep: 14 - 18
jarigen.
Tijd:
Tweede helft zevende eeuw.
Historische detectives vormen een variant op de gewone historische roman. Je
hebt ze grosso mode in twee soorten: boeken waarin het thrillerelement
overheerst en boeken die je meer leren, meer inzicht geven in een bepaalde tijd.
De minder goede doen dat door hun kennis schoolmeesterachtig uit te stallen, de
beste strooien hun wetenswaardigheden organisch door het geheel, zonder
pedanterie en zonder de vaart van het verhaal te hinderen.
De
zuster Fidelma-boeken behoren tot de tweede categorie, net als de broeder
Cadfaelverhalen van Ellis Peters, waarmee ze vaak vergeleken worden. Ze voeren
ons binnen een totaal vreemde wereld. Vrijwel niemand weet dat Ierland veertien
eeuwen geleden een -zelfs in onze ogen- zeer geëmancipeerde samenleving was.
Zuster Fidelma van het klooster van Kildare is nog maar net in de twintig, maar
bekleedt toch al een hoge post in het Ierse rechtssysteem. Daardoor wordt ze
regelmatig gevraagd ingewikkelde kwesties te onderzoeken en als rechter ruzies
te beslechten.
In het
Ierland van de zevende eeuw bestond een systeem van doortimmerde wetten, dat
bekend stond als de Wetten van de Brehons, een woord dat afgeleid was van
breitheamh - rechter. De manier waarop deze wetten omgingen met de positie
van de vrouw was absoluut uniek. Ze gaven de vrouwen meer rechten en bescherming
dan welk ander westers rechtssysteem van toen of later ook. Vrouwen konden als
gelijken van de man elk beroep uitoefenen en ieder politiek ambt bekleden en
deden dat ook. Zij werden door de wet beschermd tegen seksuele intimidatie,
discriminatie, verkrachting, hadden het recht om op gelijke termen te scheiden
en konden een deel van het bezit van hun echtgenoot opeisen als onderdeel van de
scheiding en ze konden zelf erven.
Op het
vasteland van Europa en in Engeland heersten verval en instabiliteit. Ierland
daarentegen kende een periode van grote bloei. Uit alle hoeken van Europa, met
inbegrip van de Angelsaksische koninkrijken, kwamen studenten in groten getale
naar Ierse universiteiten. Tegelijkertijd gingen talloze mannelijke en
vrouwelijke Ierse zendelingen op pad om Europa tot het christendom te bekeren.
Het was wel zo dat de Ierse Keltische Kerk voortdurend met Rome overhoop lag
over liturgie en kerkelijke rituelen. Eén aspect was, dat de Ierse Kerk veel
vrijer stond tegenover het celibaat van de geestelijken dan Rome. In Fidelma’s
tijd woonden beide seksen in gemengde kloostergemeenschappen.
Vrouwe van het duister, Peter
Tremayne
(Zuster Fidelma 9)
Vertaling van ‘Our lady of darkness’ door Hans van den Boom
Omslag: Ken Broeders
Zelhem, De Leeskamer, 2008, 282 blz.
Plaats en tijd:
Ierland, koninkrijk Laigin 666.
Doelgroep:
14 - 18 jarigen; volwassenen.
Thematiek:
religieus dogmatisme, schijn en wezen, strijd tussen Ierse en roomse wetten.
Radix omnium malorum est cupiditas - Hebzucht is de bron van alle kwaad
(Vrouwe van het duister, p.
277.)
Onze wetten eisen geen wraak, maar gerechtigheid. Bloed kan niet worden
uitgewist met nog meer bloed.
(Dood van een pelgrim, p.
280.)
|
Inhoud
Fidelma,
zuster van de koning van Cashel, en
dálaigh (onderzoeksrechter) is door haar broer in allerijl teruggeroepen uit
Santiago de Compostela. Haar vriend en lotgenoot in vele avonturen, de Saksische
monnik Eadulf, is in het naburige koninkrijk Laigin aangeklaagd voor
verkrachting en moord. Vergezeld van drie lijfwachten snelt ze ijlings naar
Laigin. Daar wordt ze allesbehalve hartelijk ontvangen door de jonge koning
Fianamail, die haar geen erg goed hart toedraagt omwille van de gebeurtenissen,
beschreven in
Moord in de abdij.
Fiannamail is door zijn brehon
(rechter) bisschop Forbassach en zijn abt Noé overgehaald om zijn plaats in de
geschiedenisboeken te verzekeren als “koning-wetgever” door het invoeren van de
meedogenloze roomse wetten. Toch kan hij niet anders dan Fidelma toestemming
verlenen om de zaak Eadulf te onderzoeken. Uitstel van executie verkrijgt ze
echter niet: de volgende middag zal Eadulf worden opgehangen volgens de roomse
wet, niet volgens de normaal vigerende Ierse (zie motto, bovenaan).
Eadulf zit gevangen in het klooster Fearna, vlak bij de Koninklijke burcht. De
abdij wordt geleid door de hooghartige abdis Fainder. Die is nog maar kort
tevoren, na een lang verblijf in Rome, teruggekeerd in Ierland. En in die korte
tijd is ze abdis geworden en heeft ze ervoor gezorgd dat haar klooster door de
meeste inwoners van de koningsstad gemeden wordt. De abdij was gesticht door de
heilige Aidan, vijftig jaar eerder bij de bekering Laigin tot het christendom.
De heilige had ook het beroemde bronzen beeld van de wakende engel gegoten dat
de ingangspoort sierde en “Vrouwe van het licht” werd genoemd. Het tekent de
sfeer dat de inwoners het beeld ondertussen hadden omgedoopt tot “Vrouwe van het
duister”!
Met enige moeite krijgt Fidelma toestemming om Eadulf te bezoeken. Die is
natuurlijk onschuldig, maar aan zijn veroordeling zitten vreemde kantjes. Zoals
het feit dat het vermoorde meisje en een vriendin novices van de abdij zouden
zijn, terwijl niemand hen ooit had gezien. Fidelma zit in tijdsnood. Gelukkig
voor Eadulf zijn niet alle onderdanen van Fianamail even enthousiast over de
nieuwe wetten. s’Nachts wordt hij door een ontevreden stamhoofd bevrijd. Met
haar lijfwachten gaat Fidelma op zoek naar een kroongetuige, een louche
binnenvaartschipper. Als ze hem vinden is hij net vermoord en treffen ze abdis
Fainder bij zijn lijk in compromitterende omstandigheden.
Fianamail krijgt Eadulf in handen en hangt hem kort en goed op. Doch net op dat
ogenblik arriveert Fidelma’s derde lijfwacht met Barrán, hoofdbrehon van de vijf
koninkrijken. Zoals steeds in de Fidelma-boeken blijken de dingen niet te zijn
wat ze lijken. Er komt een abrupt einde aan de carričre van enkele
hooggeplaatste personen en koning Fianamail moet op het matje bij de
opperkoning. Eadulf herstelt van zijn avonturen en besluit terug te keren naar
Canterbury. Een onverwachte plotwending in de allerlaatste regels sluit het boek
af en opent perspectieven voor volgende delen.
Bespreking
De lijn van de Fidelmareeks wordt voortgezet. Net als de vorige romans biedt ‘Dood
van een pelgrim’ geen vervlakkend leesvoer, maar laat de lezer toe zich
cultuurhistorisch te verdiepen in de beschreven tijd en maatschappij.
Naarmate de reeks vordert krijgen de boeken meer en meer de allures van een
tendensroman: tegen het opdringerige en harteloze Rome met zijn spijkerharde
fundamentalisme, voor de Ierse wetten.
Over de zuster Fidelmaboeken hebben we al heel wat historische achtergrond
gegeven bij de bespreking van het eerste boek op deze website
Absolutie voor moord en nog meer bij het vijfde boek,
Het web van Araglin
Jos Martens
|